Indië in Den Haag
Voor de vijftigste keer heeft de Pasar Malam Besar plaats. Het Haagse evenement fungeert tot en met 1 juni als ontmoetingsplek voor de Indische gemeenschap in Nederland. Koningin Beatrix opende de beurs dinsdag met een slag op een ”tongtong”, een uitgeholde boomstam.
Saté, spekkoek en kraampjes vol traditionele spullen uit Indonesië. Het is er allemaal te vinden, maar de Pasar Malam Besar is meer dan een bazaar en een eetfestijn. Volgens de organisatie moet het uitgebreide culturele programma meer onder de aandacht komen. En daarom krijgt de Pasar een nieuwe naam: Tong Tong Fair.
De geur van wierook is duidelijk aanwezig in de tent waar de Grand Pasar zijn plek heeft gevonden. Meer dan 200 standhouders hebben hun waren op deze Aziatisch getinte bazaar uitgestald. De markt, waar de stokjes het goed doen, vormt een van de pijlers van de Pasar Malam Besar.
Slabben met ”selemat makan” -oftewel eet smakelijk- erop. Typisch Indische keukenspulletjes, zoals bakvormen voor ”bolu kukus”, gestoomde cakejes. Bij Asia Shop Nihou wacht een goudkleurig, lachend Boeddhabeeld op een koper, naast aardewerk, waaiers en kleurige geweven kleden. De stand typeert een groot deel van het aanbod op de pasar.
Bijgelovigheid vindt hier kennelijk een goede voedingsbodem. Gelukspoppetjes, Koreaanse ginsengcrème aangeprezen met het yinyangsymbool. De snoephandelaar van Het droptrommeltje uit Sneek probeert wat bij te verdienen met een computeranalyse van handschriften. „Het draait om gein”, zegt hij. „De show moet het doen.” Een groot apparaat met een indrukwekkend aantal displays en knoppen blijkt nep te zijn. Of het onschuldig is - tja. De consulten van handleesdeskundigen, aurafotografen en anderen zijn dat duidelijk niet. Bezoekers kunnen deze afdeling van de Pasar Malam Besar natuurlijk links laten liggen, maar zullen er hoogstwaarschijnlijk wel een glimp van opvangen.
Luidruchtig
Om de Kaap uit Kampen biedt originele tafels, kasten en andere meubelstukken uit Indonesië te koop aan. Een chique donkerkleurige kast doet 2995 euro. „Oude Indische mensen herkennen dit spul, maar hoeven het niet in huis te hebben”, aldus de eigenaar. Jongeren, de derde generatie, die vinden het leuk. Net als Nederlanders die in Indonesië zijn geweest.”
Cultureel vertier biedt de Pasar Malam Besar in overvloed. Er is veel muziek en dans, traditioneel of modern. Doorgaans in aparte theaters, dus wie wil, kan het omzeilen. Alleen in het centrum van de Grand Pasar wordt dat moeilijk. Op een podium midden in de hal vinden optredens plaats. Deze middag gaat de Grup Kesenian Jawa Barat, een muziek- en dansgroep uit West-Java, de planken op. Onder begeleiding van een handvol muzikanten in rode kleding voert een man een traditionele dans op uit de tempo doeloetijd, oftewel het begin van de twintigste eeuw. Op het uiterlijk van de dansers is weinig aan te merken. Luidruchtig is hun optreden wel. „D’r staat een lekker nummertje op hè?” zegt een man tegen zijn vrouw. Beiden zien eruit alsof ze wel wat decibellen gewend zijn.
Indringend is de tentoonstelling over de ”njai”, de inheemse vrouw van de Europese (voor)vaders van Indische Nederlanders, die dit jaar is te zien. Uit de expositie spreekt soms liefde, maar ook tragiek. Neem Maria Aprilia, geboren in Batavia. Haar Europese man Frans erkent haar kinderen, en neemt hen vervolgens mee als hij naar Nederland vertrekt. Maria blijft achter.
Tong Tong Fair
De organisator, Stichting Tong Tong, karakteriseert de Pasar Malam Besar het liefst als een modern Indisch festival. Ze verzet zich tegen het beeld dat de laatste jaren in de media is ontstaan: dat van een nostalgische Indonesische jaarmarkt. Want niet Indonesië staat centraal, maar de mengcultuur van Oost en West. Ook andere culturen uit de regio zijn vertegenwoordigd.
Het culturele programma heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld met lezingen, workshops, muziekvoorstellingen en grote exposities. Dit jaar is er voor het eerst een educatief programma van politiek, geschiedkundig en religieus getinte lezingen. Omdat deze kant van de Pasar Malam te weinig voor het voetlicht komt, voelde de organisatie zich genoodzaakt de naam te veranderen in Tong Tong Fair.
Tijd om een hapje te eten. Bieden op de Grand Pasar al genoeg toko’s eetbare waren aan, in de uitgebreide Eetwijk overweldigt het aanbod. Hier geen wierooklucht meer. Wel het aroma van kruidige Indonesische gerechten, van geroosterd vlees en gefrituurde zoetigheid. Natuurlijk zijn er pisang goreng en saté - niet zompig uit een stukje plastic, maar vers en knapperig geroosterd. Maar ook ”ikan belado”, hete kip met rijst. Of Indonesisch schaafijs, met kokos en rozensiroop.
Een vertrouwd gerecht als nasi goreng heeft in de Eetwijk veel verschijningsvormen. Want de Indische keuken is een Euraziatische mengkeuken. Indisch koken is een kwestie van aanpassen - hét recept bestaat niet.
Een prominente plaats heeft de doerian. „De stinkvrucht”, zegt een oude Indische man. Op sommige plekken in Azië is de groene, stekelige vrucht verboden om zijn geur. „De doerian is heerlijk”, zegt de man. Neus dichtknijpen is niet nodig, vindt hij. „Alleen je mond opendoen.”
Drie uur wachten
De geschiedenis van de Pasar Malam Besar begint in 1959. Een jaar daarvoor heeft president Sukarno van Indonesië de unie met Nederland verbroken. Van 1945 tot 1965 repatrieert een grote groep Indische Nederlanders naar Nederland. Velen van hen hebben nog nooit een voet op de koude poldergrond gezet.
op gadogado
Een klein aantal Indische Nederlanders richt in Nederland de Indische Kunst Kring Tong-Tong op. Klein probleem: geld om een programma te bekostigen is er niet. Dan staat Mary Brückel-Beiten op; ze oppert het idee om een pasar malam te organiseren, letterlijk een avondmarkt, zoals die in Indië bekend was. Het tijdschrift Tong-Tong van medestander Tjalie Robinson zorgt voor publiciteit. Zo groeit de Pasar Malam Tong-Tong -zoals de markt inmiddels is genoemd- uit tot een bekende verschijning in Indisch Nederland.
„De organisatie was slecht”, schreef ene J. B. destijds over de eerste editie van de Haagse Besar, zo is te lezen in een van de tentoonstellingsruimtes, die dit jaar zijn gewijd aan de geschiedenis van het Indische festival. „Ik moest drie uur wachten op een kleine portie gadogado.” Dus, concludeert de schrijver, reken maar uit hoeveel we ervoor overhadden.
De eerste editie heeft plaats in de toenmalige dierentuin van Den Haag. In 1988 strijkt de Pasar Malam Besar voor het eerst neer op het Malieveld, na jarenlang onderdak te hebben gevonden in de Haagse Houtrusthallen. Veel standhouders vinden de overstap naar het Malieveld -lees: naar tenten- risicovol en haken af. Het blijkt echter een succes. In de jaren negentig passeren de bezoekersaantallen de grens van 100.000.
„Eén groot gevoel
Ze was van de partij op de eerste editie in 1959. Deze week was ze er ook, op de vijftigste Pasar Malam Besar in Den Haag. En in de tussenliggende jaren sloeg de Indonesische E. Herrenauw (77) het festijn niet één keer over.
van weerzien”
„De eerste dag gaan mijn moeder en ik altijd samen naar de Pasar Malam Besar”, zegt C. Herrenauw (39), dochter van E. Herrenauw. Ze hebben zojuist een workshop van Bea Berens-Sleebos gevolgd die liet zien hoe ze nasi koening (gele rijst) met bijgerechten klaarmaakt. Hun 9-jarige neefje Lorenzo Boering is ook van de partij. „Hij moet ook z’n wortels leren kennen. En hij vindt het enorm leuk.”
Moeder Herrenauw is in de jaren vijftig als eerste generatie Indonesiërs naar Nederland gekomen. „De mensen van de leeftijd van mijn moeder komen hier vooral om oude kennissen te ontmoeten”, zegt Herrenauw. „Vanuit Friesland, Rotterdam, Amsterdam, overal vandaan zijn ze er”, vult haar moeder aan. Volgens de dochter vindt haar moeder het fijn om weer eens in haar eigen taal te kunnen praten. „En het is één groot gevoel van weerzien hier.”
E. Herrenauw heeft in de hele geschiedenis van de Pasar Malam Besar niet één keer overgeslagen. „Vroeger had het allemaal meer sfeer. Er waren meer mensen van toen”, zegt de Indonesische, doelend op eerste generaties Indische Nederlanders. „Nu zijn velen van hen al overleden.”
Ook de rol die de Pasar Malam speelt, is in de loop der tijd veranderd, constateert haar dochter. „Vroeger was de Pasar Malam een uitkomst om bepaalde spullen te kunnen kopen, nu is dat minder. Inmiddels zijn er veel toko’s, en daar is meestal ook genoeg te krijgen.” Wel heeft ze voor haar moeder op de Haagse beurs een sarong gekocht. Van batik, een stof gemaakt met een speciale weef- en verftechniek die in Nederland over het algemeen moeilijk te vinden is.
De Indonesische markt van vroeger is de Pasar Malam Besar niet meer, vindt Herrenauw. „In mijn ogen een verarming. Ik zie exploitanten die hier niet horen. Die moderne pannen die er nu te koop zijn en de massagestoelen hebben niets met een echte pasar malam te maken. Dit jaar zijn er workshops poppenmaken met aansluitend poppenspel. Kijk, dat hoort bij je cultuur, dat is mooi.”
Moeder Herrenauw zou het liefst nog meer dagen naar de Pasar Malam Besar gaan. Maar haar dochter houdt haar in de gaten. „Ze gaat alleen als ze niet te moe is na deze dag.”