Vijf jaar geleden vielen Amerikaanse en Britse troepen Irak binnen. In een serie opinieartikelen reageren mensen die de invasie destijds verdedigd hebben op de volgende stelling: De inval in Irak was een vergissing: de legitimatie was onjuist, de regio is onveiliger en de situatie voor Iraakse christenen slechter geworden.
Vandaag deel 3: de reactie van Mient Jan Faber.
Hebben mensen die onderdrukt worden recht op bevrijding? Een vraag die ik jaren geleden al positief beantwoordde en die veel te maken heeft met mijn prille herinneringen als peuter in de Tweede Wereldoorlog. Ja, dus.
In de periode voorafgaand aan de militaire interventie van 2003 was ik enkele malen in Irak, en bij iedereen die ik ontmoette, uitzonderingen onder wie kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders daargelaten, klonk het verlangen naar bevrijding van de dictatuur van Saddam Hussein. Bij mij bestond dan ook geen aarzeling om dat verlangen in Nederland uit te dragen. Ik zou het opnieuw doen en heb er dus ook achteraf geen spijt van. Ik weiger zoete broodjes te bakken met een brute dictator.
Een heel andere vraag is echter die naar de methode waarmee de bevrijding gerealiseerd is. Was het nodig om het internationale recht te schenden, zoals de VS en hun bondgenoten, waaronder Nederland, deden? Als het uitsluitend om de vraag naar de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak was gegaan, had de wapeninspecteurs mijns inziens meer tijd moeten zijn gegund.
Massamoorden
Maar voor de inwoners van Irak ging het allereerst om hun bevrijding! Als het binnenlandse verzet tegen Saddam in staat was geweest, eventueel met onze hulp, om Saddam uit de macht te verwijderen, had dat mijn voorkeur gehad. Maar 25 jaar onderdrukking zonder uitzicht en met vergeefs verzet, waarop gereageerd werd met massamoorden op delen van de bevolking (Koerden, sjiieten), had de hoop bij velen in Irak dat het ooit op eigen kracht zou lukken de bodem ingeslagen.
Als de dictator en zijn nageslacht ooit ten val zouden worden gebracht, dan moest dit wel van buitenaf tot stand komen. Het internationale recht staat dit echter niet toe, ofschoon er de laatste tijd enkele voorzichtige pogingen gedaan zijn het recht zo te herschrijven dat overheden de plicht hebben de vrijheden -de mensenrechten- van hun volk te beschermen. Zo niet, dan zou er van buitenaf eventueel kunnen worden ingegrepen.
In Irak waren er weinigen die Saddam nog een kans wilden geven om zijn leven te beteren. Rest de vraag of een bevrijdingsoperatie ook kan mislukken en in zijn tegendeel verkeren. Dit is geen principiële vraag, maar een praktische vraag. Een volk bevrijden uit de klauwen van een dictator is één ding, maar wat als je van de regen in de drup komt? En is dat niet wat we in Irak gezien hebben?
Zeker, maar het was geen onomkeerbaar noodlot en had ook anders kunnen uitpakken. Daarover zou wat mij betreft de discussie moeten gaan, en zo wordt die ook in de VS gevoerd. Helaas niet bij ons. In Europa hebben we de neiging om de zaak terug te brengen tot een principiële keuze tussen twee kwaden. Of Saddam, óf de zondvloed. Die laatste mogelijkheid, de zondvloed, verwijst naar de situatie in Irak van de laatste vijf jaar.
Verzoening
Ik ben van mening dat we vijf jaar geleden niet met een of-ofsituatie geconfronteerd werden. Het had ook anders kunnen lopen. Maar als je een regiem verwijdert en daarenboven ook het staatsapparaat waarop dat regiem rust, dan schep je chaos en dus het risico van een oorlog van allen tegen allen. Dat is wat er gebeurde in Irak en dat valt de VS en Groot-Brittannië zwaar aan te rekenen. De rigoureuze wijze waarop zij te werk gingen, was vragen om de zondvloed. Met vallen en opstaan proberen de meeste Irakezen die nu te boven te komen.
De christenen in Irak delen in de algehele malaise. Onder Saddam had de leiding van de kerken het goed, ze werd immers betaald door Saddam en verhief nooit haar stem tegen de wandaden van het regiem, die vaak ook de gewone kerkleden troffen. Er is nog veel te verzoenen in Irak, ook binnen de kerken.
De auteur is oud-algemeen secretaris van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en bijzonder hoogleraar veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.