Groeiend aantal vrouwen op SGP-lijsten verbaast partijvoorzitter niet
Langzaam maar zeker neemt het aantal vrouwen op SGP-kandidatenlijsten toe. Bij de komende raadsverkiezingen gaat het om elf lijsten. Partijvoorzitter Dick van Meeuwen: „Als hoofdbestuur krijgen we hier eigenlijk weinig kritische vragen over.”
Ooit, in de jaren negentig van de vorige eeuw, discussieerden SGP’ers heftig over de vraag of vrouwen lid mochten worden van hun partij. Als conclusie kwam het buitengewone lidmaatschap uit de bus: vrouwen mochten wel op vergaderingen komen, maar konden niet participeren in besturen of op kieslijsten gezet worden.
Zo’n 25 jaar later is de situatie flink veranderd. Heftige interne debatten zijn er niet meer. Wel kent de SGP sinds 2014 één vrouwelijk raadslid. Steeds meer vrouwen worden in de partij actief. Stonden bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 op zeven SGP-kandidatenlijsten vrouwen, een belronde door het Reformatorisch Dagblad laat zien dat het dit jaar om elf SGP-lijsten gaat. En omdat behalve in Vlissingen nu ook in Dordrecht en in Noordoostpolder SGP-vrouwen op verkiesbare plaatsen staan, zou het aantal vrouwelijke SGP-raadsleden op 16 maart weleens kunnen verdrievoudigen.
Die ontwikkeling verrast partijvoorzitter Dick van Meeuwen, nu een jaar in functie, niet. „Je kon dit verwachten. Dit verbaast mij niet na de rechterlijke uitspraak van 2012 en het gevolg dat de SGP daaraan in 2013 heeft gegeven door de statutaire belemmeringen weg te nemen voor het kandideren van vrouwen.”
Wat verwacht u voor de toekomst? Een verdere toename?
„Het kan goed zijn dat dit in de komende jaren nog wat verder zal toenemen. Overigens gaat het nu natuurlijk om een geringe en geleidelijke toename. We gaan immers in vier jaar tijd van zeven naar elf lijsten, op een totaal van zo’n honderd SGP-lijsten.”
Stuurt het SGP-partijbestuur hier actief in? Misschien wel door plaatselijke afdelingen te ontraden vrouwen op de lijst te zetten?
„Nee, het hoofdbestuur bemoeit zich hier niet mee. Onze partij is decentraal georganiseerd en de besluitvorming over kandidatenlijsten bij gemeenteraadsverkiezingen vindt vanouds op lokaal niveau plaats.
Wel is het zo dat we in juni een informatieve brief hebben gestuurd naar alle kiesverenigingen omdat we van sommige afdelingen vragen kregen over bepaalde kwesties, zoals over hoe het besluit van 2013 zich nu verhoudt tot ons ongewijzigde beginselprogramma.
Wij hebben toen in die brief uiteengezet dat het van belang is dat men zich bij het opstellen van kandidatenlijsten rekenschap geeft van béíde zaken, dat men een breed afwegingskader hanteert en dat men het genoemde spanningsveld ook met alle kandidaten doorspreekt.”
Krijgt u van individuele SGP’ers weleens kritische vragen over de participatie van vrouwen en de ontwikkeling daarin? Zo van: doe hier nu eens iets tegen?
„Nee, we krijgen hierover zelden een kritisch telefoontje, mailtje of brief.”
Toch blijft het een spagaat waarin de SGP zich bevindt: een beginselprogramma dat zegt dat het regeerambt Bijbels gezien niet voor vrouwen is weggelegd en de praktijk van een groeiend aantal vrouwelijke SGP-volksvertegenwoordigers. Ziet u dat ook zo?
„Dit is inderdaad een spanningsveld in onze partij dat het opereren van het hoofdbestuur niet bepaald eenvoudig maakt. Maar we hebben wel een belangrijk uitgangspunt. Het is ons ernstige streven elkaar vast te houden en met elkaar te blíjven optrekken, ook al zouden er op bepaalde punten verschillende opvattingen bestaan.
En let wel: er staat nogal wat te gebeuren in Nederland. Denk aan het gelijkheidsdenken en de genderideologie die steeds dwingender aan iedereen worden opgelegd, zaken die rechtstreeks tegen de scheppingsorde ingaan. In dat licht is het van het grootste belang dat we elkaar in de SGP vasthouden.”