Vervoer naar speciaal onderwijs: „Nu is het taxibusje de eerste keuze, straks kijken we naar rol ouder”
Steeds meer gemeenten leggen vaker de verantwoordelijkheid voor het vervoer naar het speciaal onderwijs bij ouders. De vanzelfsprekendheid verdwijnt dat zo’n leerling altijd met een taxibusje wordt vervoerd.

Leerlingenvervoer moet vooral blijven voor de kinderen die dat echt nodig hebben, zegt wethouder Karin van Vliet van de Utrechtse gemeente Stichtse Vecht. Eveneens vindt ze het belangrijk dat ook kinderen met een beperking zelfstandig leren worden. „Dat betekent niet dat je ze van hun vierde tot hun achttiende automatisch in een taxibusje naar school laat gaan”, stelt Van Vliet.
Stichtse Vecht wil daarom nadrukkelijker kijken of leerlingen in het speciaal onderwijs ook op een andere manier kunnen reizen. Met het ov of op de fiets bijvoorbeeld, wellicht samen met een maatje. Ook zal ouders worden gevraagd of zij kans zien hun kind een of meerdere dagen per week zelf te rijden, tegen een vergoeding.
„Nu is het taxibusje de eerste keuze, straks kijken we eerst naar de verantwoordelijkheid van de ouders en de mogelijkheden van de kinderen zelf”, legt Van Vliet uit. Ze verdedigde dinsdag de nieuwe spelregels in een vergadering van de gemeenteraad.
Opstapplaats
Steeds meer gemeenten leggen de verantwoordelijkheid voor vervoer naar het speciaal onderwijs nadrukkelijker bij ouders, ziet belangenorganisatie Ouders & Onderwijs. Zo wordt hun gevraagd het vervoer een dag per week zelf te verzorgen of hun kind weg te brengen naar een opstapplaats.
„Gemeenten zijn wettelijk verplicht vervoer te regelen, maar ouders hebben de plicht te zorgen dat hun kind op school komt. De gemeente kan dus van ouders vragen aannemelijk te maken dat zij niet in staat zijn hun kind zelf op het speciaal onderwijs te krijgen”, legt Inge Verdaasdonk van Ouders & Onderwijs uit.
Ze is niet blij met de ontwikkeling. „Je kiest niet voor speciaal onderwijs, het overkomt je.”
Voor het opstellen van nieuwe spelregels baseren veel gemeenten zich op een model van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). „We zijn niet tegen meer zelfstandigheid van leerlingen”, zegt Verdaasdonk, „maar of zo’n kwetsbaar kind zelf kan reizen hangt ook af van bijvoorbeeld het weer en de betrouwbaarheid van het ov”.
Of een kind in staat is per trein of fiets naar school te gaan, bekijkt Stichtse Vecht in een gesprek met ouders. Zij moeten een aanvraag voor vervoer vanuit de gemeente straks onderbouwen met het advies van een onafhankelijke deskundige, bijvoorbeeld een psycholoog of pedagoog. Er is ruimte voor maatwerk, benadrukt Van Vliet, en voor schrijnende gevallen kan altijd een uitzondering worden gemaakt.
De wethouder weet waar ze over praat. Haar zoon heeft op het speciaal onderwijs gezeten en leerde in die tijd met het ov reizen. „Hij was blij dat hij niet altijd met het busje hoefde. Nog steeds maakt hij fouten als hij met de trein gaat, maar hij doet het wel allemaal. Die kans gun ik alle kinderen die dit aankunnen.”
Ook in Vijfheerenlanden wil het gemeentebestuur de zelfredzaamheid en zelfstandigheid van ouders en kinderen vergroten. De gemeente gaat 480.000 euro bezuinigen op leerlingenvervoer, waar de taxibusjes naar het speciaal onderwijs onder vallen.
Nadat de gemeenteraad zich vorige week volledig achter het voorstel leek te scharen, waarschuwde wethouder Kees Bel nog even: „Als er nieuwe aanvragen komen, is het wel zaak dat we de rug recht houden. We gaan nu wat vaker nee zeggen, dat is spannend.”
Dat niet iedereen meer in aanmerking komt voor een vergoeding, hoort Elijah Delsink van LBVSO, de belangenorganisatie voor leerlingen in het speciaal onderwijs, steeds vaker. Hij zegt dat ouders soms „worden klemgezet” om bijvoorbeeld één keer per week zelf te vervoeren. „Dat wordt handig verpakt in een keukentafelgesprek, maar uiteindelijk hebben ze geen keuze.”
Druk
Ook een aantal Zeeuwse gemeenten wil dat leerlingen vaker zelfstandig reizen en gaat sterker een beroep doen op ouders, zegt Sjaco de Nooijer, directeur-bestuurder van de reformatorische scholen voor speciaal onderwijs in Kapelle.
Hij maakt zich zorgen. „Het vervoersadvies van de school was tot nu toe voldoende voor een vergoeding. Straks moet een extern deskundige advies geven, terwijl wij de leerling goed kennen.”
Hij vreest dat de kwetsbaarheid van de kinderen uit het oog raakt.
De gemeente Borsele kijkt „nadrukkelijker dan voorheen” of kinderen ook zelfstandig kunnen reizen, vertelt wethouder Marga van de Plasse. Dat het budget voor leerlingenvervoer dit jaar met 58.000 euro werd verlaagd, komt echter vooral door een daling van het leerlingenaantal, legt ze uit.
Al jaren spelen problemen rond het leerlingenvervoer naar het speciaal onderwijs. Zo vallen ritten uit, komen taxi’s te laat en kunnen kinderen lang niet altijd rekenen op een vaste chauffeur – iets wat lastig kan zijn voor leerlingen met autisme. Stichtse Vecht en Vijfheerenlanden geven aan dat ze met het nieuwe beleid ook de druk op vervoersbedrijven hopen te verlagen.
Een van de ouders uit Stichtse Vecht die zich stevig uitspraken over de problemen rond leerlingenvervoer, is Raymond Fiscalini, oprichter van Boze Ouders Leerlingenvervoer (BOL). Hij is er niet gerust op dat de situatie met de nieuwe regels verbetert. „Rode draad is dat er meer verantwoordelijkheid bij ouders komt te liggen. Maar ik zie niet dat bij de vervoerder een grotere druk gelegd wordt om kwaliteit te leveren.”
Fiscalini benadrukt wel blij te zijn dat hij sinds afgelopen najaar aan de overlegtafel bij de gemeente zit.