Kraamvrouwenkoorts komt nog steeds voor
Een 24-jarige vrouw bevalt van haar eerste kindje, een dochtertje. Aangezien het meisje wordt geboren na een zwangerschap van 36 weken, vindt de bevalling plaats in het ziekenhuis. De eerste dag gaat alles nog goed, maar de volgende dag krijgt de moeder koorts.

De diagnose kraamvrouwenkoorts wordt gesteld: een ontsteking van het genitale kanaal na een bevalling. Deze aandoening kennen we al heel lang van een verhaal dat het belang van epidemiologie en hygiëne onderstreept.
Rond 1850 ging de Hongaarse arts Semmelweis werken in een nieuw academisch ziekenhuis in Wenen met twee kraamafdelingen. Op de ene afdeling werden vroedvrouwen opgeleid, op de andere medisch studenten. Kraamvrouwenkoorts was in deze tijd een veelvoorkomende ziekte, waaraan tot wel 25 procent van de kraamvrouwen in ziekenhuizen overleed.
De sterfte op de vroedvrouwenafdeling was echter vier keer lager dan die op de academische opleiding. Semmelweis veronderstelde dat de medisch studenten vanuit de snijzaal iets meenamen naar de kraamafdeling waarmee ze de kraamvrouwen ziek zouden maken. Hij eiste vervolgens dat iedereen zijn handen in bleekwater zou wassen voordat er onderzoek op de kraamzaal gedaan zou worden. Nadat daar gehoor aan werd gegeven, daalde de sterfte op de academische afdeling aanzienlijk.
Pas na de ontdekking van de bacterie door Louis Pasteur werd duidelijk wat dat iets was geweest wat de medisch studenten meenamen uit de snijzaal: de groep A-streptokok. Overigens waren Semmelweis’ collega’s niet blij met zijn adviezen, mede omdat het herhaaldelijk wassen in bleekwater pijnlijk was.

Meldingsplichtig
Hoewel nu vaak de bron van de besmetting in de eigen omgeving van de kraamvrouw ligt, zien we nog heel soms dat een kraamvrouw per ongeluk door een zorgmedewerker wordt besmet met de groep A-streptokok. Dit is een van de redenen waarom deze infectie meldingsplichtig is aan de GGD.
Na een melding schrijft de GGD antibiotica voor aan de kraamvrouw en aan haar gezinsleden, om te voorkomen dat zij ook ziek worden van deze bacterie. Daarnaast inventariseert de GGD met welke zorgverleners de kraamvrouw contact heeft gehad. De gegevens hiervan worden genoteerd in het dossier van deze mevrouw en indien een zorgverlener eerder in beeld is geweest, geeft het computersysteem een signaal en gaat de GGD op onderzoek uit. Gelukkig gebeurt dit niet zo vaak, omdat goede hygiëne intussen gemeengoed is geworden in de zorg.
Door de behandeling met antibiotica knapt de kersverse moeder snel op. De vader en het dochtertje krijgen ook antibiotica voorgeschreven om te voorkomen dat ze ziek worden. Dit werkt gelukkig. Een week na de bevalling kan het jonge gezin thuis verder genieten van hun grote geluk.
De auteur is arts infectieziektebestrijding bij GGD Zuid-Holland Zuid.
Artsen en zorgverleners vertellen over hun werk