Kohlbrugge leeft niet meer in Elberfeld
Elberfeld was in de tijd van dr. H.F. Kohlbrugge een bruisende industriestad waar een geestelijke opwekking plaatsvond. Honderdvijftig jaar na zijn dood is er van die opleving weinig over.

Een zweeftreinwagon met Elberfelders glijdt in de vroege ochtend zachtjes boven de rivier de Wupper. Aan het Kirchplatz in Elberfeld, vlak bij het station, kruipen zonnestralen over de daken. In het midden bevindt zich de Alte reformierte Kirche van Elberfeld. De stompe toren van de zandstenen kerk weerspiegelt in de glazen gevels naast het bedehuis.
Voor de kerk staat een standbeeld van Daniel von der Heydt, ouderling van de gemeente van dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge, als „dankbare herinnering” aan zijn armenhulp. Snijdende windvlagen spelen met een regenboogvlag die aan de dakkapel van het godshuis is bevestigd.
Opwekking
De kerk was begin negentiende eeuw een middelpunt van de geestelijke opwekking die in Europa en Amerika plaatsvond. Gottfried Daniel Krummacher (1774-1837) was hier predikant. Bij bevindelijk gereformeerden is hij onder andere bekend vanwege het dagboek ”Dagelijks Manna”. Toen Krummacher in 1833 ziek was, viel Kohlbrugge voor hem in. De naar Elberfeld beroepen Nederlander hield hier zijn beroemde ”kommapreek” over Romeinen 7:14. Tijdens de voorbereiding ontdekte hij de komma achter het woordje „vleselijk”. Een christen is volgens hem dus niet onder de zonde verkocht voor zover hij vleselijk is, maar hij is en blijft geheel een ”vleselijke”.
Bij binnenkomst verwelkomt loungemuziek de bezoekers. De zacht deinende melodie wordt soms overstemd door het gepraat van enkele vijftigers en zestigers. Bediende Mark Manderfeld voorziet hen van koffie of fris. Aan de achterkant van de ruimte zijn enkele deuren die nieuwsgierige bezoekers naar een kerkzaal leiden.
Kohlbrugge en Krummacher zeggen Manderfeld niets. „Ik ben niet protestants, ik ben niet katholiek, gar nichts”, lacht hij, en wijst naar de predikanten Johannes Nattland en Simone Pries, die in een hoekje zitten te vergaderen. Zij moeten er meer vanaf weten.

Oudste
Johannes Nattland kent de negentiende-eeuwse predikanten nog wel en weet ook meer van de geschiedenis van de gemeente. „Deze kerk is de oudste van Elberfeld”, zegt hij. „De ronde nis waarin zich het liturgisch centrum bevindt, is het oudste gedeelte van de kerk en komt uit de dertiende eeuw. Tijdens een bombardement van de Geallieerden in 1943 werd de kerk verwoest. De muren bleven staan. Deze gemeente heeft een gereformeerde traditie, dus de Bijbel staat duidelijk in het middelpunt in dit kerkgebouw.”
„In 1847 scheurde de gemeente”, weet ds. Nattland te vertellen. „Rond die tijd wilde koning Friedrich Wilhelm III een nieuwe liturgie in de kerken invoeren, de zogenoemde ”Agende”. Zijn doel was om de orde van dienst in alle kerken hetzelfde te maken. De gemeente verzette zich daar lange tijd tegen.”
Uiteindelijk scheidde een deel van de gemeente zich af en stichtte de Niederländisch-reformierte Gemeinde. Grote families als Von der Heydt en Frowein sloten zich bij de gemeente aan.
Streng
De oude gemeente van Krummacher is in de loop der jaren geheel verdwenen. In 2001 kwam er een nieuw initiatief van het evangelische kerkdistrict Wuppertal en het interieur van de kerk onderging een grondige verandering.
Ds. Nattland: „Het godshuis is in tweeën verdeeld. De voorkant is verbouwd tot restaurant WeltCafé. Het achterste gedeelte heet nu CityKirche. We zijn een kerk die de hele dag open is. Ook proberen we mensen aan te spreken die afstand hebben genomen van de kerk.” De predikanten van CityKirche zijn Nattland, Simone Pries en Martin Gebhart.
De gemeente vaart een andere koers dan in de tijd van Kohlbrugge en is fundamenteel veranderd, zegt de Elberfeldse voorganger. „Kohlbrugge was een ongelooflijk strenge prediker die theaterbezoek en concerten verbood.” Lachend: „Dat zou vandaag de dag ondenkbaar zijn.”
Bombardement
Een kilometer ten oosten van de Alte reformierte Kirche is nog net een blokje groen zichtbaar door een opening, rechts aan het einde van de Lucasstraße. Enkele 1,5 meter brede traptreden, ingeklemd tussen een bakstenen muur en een door graffiti beschilderd gebouw, vormen een toegang tot de oude begraafplaats van de Alte reformierte Kirche.
Een aantal kleuters verschanst zich achter een grafsteen naast het wandelpad, waarop de tekst ”Laat de kinderkens tot Mij komen” staat gegrift. Tien flinke stappen over het grindpad verder staat het halfronde grafmonument van Godfried Daniel Krummacher. Rechtsom, voorbij de ronde ”betonsigaar” –een schuilkelder tegenover Krummachers graf– verbindt een stenen trap het park met de Harmoniestraße, een zijstraat van de Deweerthstraße.
In de Deweerthstraße heeft de Niederländisch-reformierte Gemeinde gestaan, waar Kohlbrugge jarenlang predikant is geweest. Er is echter niets meer van over. Een bombardement in de Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan de diensten in het kerkgebouw. Een blok met felgroene en blauwe kozijnen verrees op de plek van de kerk. Hier huist Diakonie Wuppertal, een protestantse ouderenzorginstelling.
Bescheiden
Na de oorlog verhuisde de duizend leden tellende gemeente naar de kapel aan de Katernberger Straße, vlak naast de begraafplaats van de Niederländisch-reformierte Gemeinde. Deze begraafplaats is in de negentiende eeuw gekocht door de gemeente van Kohlbrugge.
Aanleiding tot de aankoop waren problemen rond de kerkscheuring in 1847. De beheerders van de begraafplaats van de Alte reformierte Kirche maakten het gemeenteleden van Kohlbrugge lastig om er hun doden te begraven, waarna ze uitweken naar de huidige plek in het westen van de stad. In deze gemeente leeft nog een bescheiden herinnering aan Kohlbrugge voort.

Aan het eind van de met lindebomen omgeven oprit opent kosteres Helga Foede de deuren van de kapel voor een rondleiding. Zij woont in het voorste gedeelte van het gebouw, dat is omgevormd tot woonhuis. „Ik ben de jongste van de 25 tot 35 mensen die de zondagse diensten bijwonen”, zegt Foede, zelf 59 jaar oud. „Met Kerst of Pasen komen er meestal wat meer. Het totale ledenaantal bedraagt ongeveer 150. Tijdens de coronapandemie kwamen er zo’n vijftig tot zestig mensen. Dat aantal is daarna niet meer zo hoog geweest.”
Roos
Door het raam van de kapel is de begraafplaats te zien, een glooiende groene lap met ongeveer 1600 grafstenen. Ze liggen als vierkante stapstenen gelijkmatig verspreid over het veld. Achter elke steen staat een rozenstruik in wintersluimering. Af en toe wordt het tegelpatroon onderbroken door met groene kleden bedekte zandhopen, een bewijs dat de begraafplaats nog in gebruik is.
De kosteres loopt naar veld B, nummer 26. „Dit is het graf van Kohlbrugge. En daarnaast dat van zijn vrouw”, zegt ze. „Op het kerkhof liggen ook andere predikanten, zoals G.H. Locher en H.A. Hesse.” Zo’n 25 meter bij Kohlbrugges graf vandaan liggen Daniel von der Heydt en zijn vrouw, onder dezelfde eenvoudige soort stenen als de rest van de gemeenteleden. Vanaf de rustplaats zijn in de verte de daken van Elberfeld zichtbaar, begrensd door heuvels op de achtergrond.
Alle graven zijn op dezelfde manier ontworpen. Er mocht geen verschil zijn, of er nu rijken of armen onder de stenen liggen. De rozenstruiken duiden op Israël, dat zal bloeien als een roos. „Iemand vroeg Kohlbrugge eens hoe het in zijn gemeente ging”, zegt Foede. „Kohlbrugge wees naar een rozenstruik, en zei: „Deze struik zit vol luizen en toch bloeien de rozen. Zo is het ook in mijn gemeente.””