Na 150 jaar spreekt Kohlbrugge nog
Weleens van Kohlbrugge gehoord? Over een luttel aantal weken zal het 150 jaar geleden zijn dat hij, 72 jaar oud, overleed.
Als ik deze naam noem, bedoel ik de man die in het midden van de 19e eeuw in het Duitse Elberfeld voorganger was van de Niederländisch Reformierte Gemeinde: dr. Hermann Friedrich Kohlbrugge. Naar eigen zeggen kon hij zonder kansel niet leven. Maar het duurde veel jaren voordat hij een eigen kansel kreeg. Gods weg met hem ging door veel beproevingen. Toen hij nog geen dertig jaar oud was, werd hij al weduwnaar. Zijn eigen kerk, de Hersteld Lutherse, ontnam hem op oneigenlijke gronden de bevoegdheid tot preken. Maar ook het lidmaatschap van de hervormde gemeente werd hem willekeurig belet. Door onbegrip aangaande zijn prediking namen velen van zijn Reveilvrienden op enig moment afstand van hem. Na veel strijd en lijden werd hij uiteindelijk aan de genoemde gemeente in Elberfeld verbonden. Zijn krachtige prediking is velen tot zegen geworden. Niet minder geldt dat zijn vele nagelaten brieven, preken en verhandelingen. Hij spreekt nog nadat hij gestorven is.
Kohlbrugges theologie is wel ”agnologie” genoemd. Het hart van zijn prediking is niemand minder dan Hij Die als de Agnus Dei, het Lam van God, de zonde van de wereld wegdraagt. Dit zaligmakende Godslam is hem boven alles kostbaar geworden. Bij de voorbereiding van zijn bekend geworden preek over Romeinen 7:14 in de zomer van 1833 worstelde hij om het rechte verstaan van het Evangelie en om de vrede in zijn innerlijk. Tijdens een wandeling in het bos opende als het ware de hemel zich voor hem en vernam hij de woorden: „Bent u met Mijn Lam tevreden?” Zijn antwoord: „Ja, Heere, met Uw Lam ben ik tevreden.” Toen luidde het antwoord: „Dan ben Ik met u tevreden…” Het wonder van het verzoenende en heiligende werk van Christus stempelde sindsdien Kohlbrugges prediking. Voor wie is deze genade? Voor de mens, vleselijk en verkocht onder de zonde, die buiten Hem niet meer kan. In zijn plaats wil dat Lam gaan staan. „Ben ik niet vroom, zo is mijn Heiland toch vroom. Ben ik niet heilig, zo is mijn Heiland toch heilig…” ”Lass dir an Meiner Gnade genügen”, aldus de titel van een bundel met brieven van Kohlbrugge: ”Heb aan Mijn genade genoeg!”
Hoe komt het toch, zo schreef eens iemand, dat wij de geschriften van dr. Kohlbrugge zo dikwijls kunnen lezen zonder dat ze indruk op ons maken, en dat we er een andere keer zo machtig door aangegrepen worden? Het antwoord: deze preken zijn, naar het getuigenis van de prediker zelf, uit grote nood geboren. Daarom kunnen ze ook slechts in soortgelijke nood verstaan worden.
Zoals gezegd is het bijna anderhalve eeuw geleden dat deze dienaar van het Woord ontsliep. Enkele dagen later begroeven ze hem op het kerkhof van zijn eigen gemeente. Een eenvoudige steen geeft nog de plaats aan waar zijn stof rust. Naar de wens van de overledene zongen de aanwezigen rond het open graf: „Christus, der ist mein Leben,/ und Sterben mein Gewinn./ Ihm hab’ ich mich ergeben:/ mit Fried’ fahr’ ich dahin!” Die God leeft nog!
De auteur is christelijk gereformeerd emeritus predikant.