Mediapastoor Jan-Jaap van Peperstraten: Rooms-Katholieke Kerk wordt orthodoxer door instroom jongeren
„Ik sta niet met een schepnetje bij de deur om mensen te vangen.” Pastoor Jan-Jaap van Peperstraten schreef een boek over de Rooms-Katholieke Kerk (RKK), maar „het is geen marketing”.

De deuren van de Laurentiuskerk in Alkmaar staan uitnodigend open. Wie het kerkgebouw binnenstapt, wordt begroet door de klanken van de Matthäus-Passion.
Het bedehuis ziet er protestantser uit dan gewoonlijk. De vele beelden die de Laurentiuskerk versieren, zijn ingepakt in liturgisch paarse doeken. „Het bedekken van de beelden in de veertigdagentijd is een oude traditie”, licht dr. Van Peperstraten toe. „Alles zet zich schrap voor de belangrijkste week van het kerkelijk jaar.”
De Alkmaarse pastoor staat op het punt om per fiets naar Texel te vertrekken, om uit te waaien voor de drukke week van Goede Vrijdag en Pasen aanbreekt. Tijdens de viering op Tweede Paasdag zal hij acht jongeren dopen.
Regelmatig heeft Van Peperstraten contact met mensen die meer over het rooms-katholieke geloof willen weten. Omdat hij vond dat er te weinig materiaal beschikbaar was dat hij deze mensen kon aanreiken, klom hij zelf in de pen. Het resultaat daarvan is het boek ”Katholiek”, dat vorige maand bij KokBoekencentrum verscheen.
U begon met schrijven terwijl u herstelde van een burn-out. Was dat te combineren?
„Eigenlijk was „nee, natuurlijk niet” het enige juiste antwoord geweest toen de uitgever me benaderde nadat ik een gefrustreerde tweet geplaatst had over het gebrek aan beschikbaar materiaal. Maar wie deed het dan wel? Na een paar maanden proefschrijven werd de uitgever steeds enthousiaster en begon ik er zelf ook in te geloven.”
Zijn geïnteresseerde ongelovigen de enige doelgroep voor wie u schreef?
„Ik heb het boek bewust zo breed mogelijk geschreven, zodat het voor iedereen geschikt is. Je kunt tegenwoordig weinig kennis meer als bekend veronderstellen, dus ik begin met een uitleg van de Bijbelse grondbegrippen, voor ik uitweid over het katholicisme.
Maar de geïnteresseerde protestant zat bij het schrijven ook in mijn achterhoofd. Ik probeer de clichés te bevragen, zoals dat katholieken geen Bijbel mochten lezen. Strikt genomen is dat niet waar, al werd het ook niet aangemoedigd.”

„De Reformatie heeft er in de Katholieke Kerk voor gezorgd dat de persoonlijke lezing en beleving van de Bijbel op afstand is komen te staan”, schrijft u. Wat bedoelt u daarmee?
„Bij een kerkscheuring neemt de vertrekkende partij altijd iets mee, wat de ander daarna kwijt is. Voor de Reformatie was er in de Katholieke Kerk openheid voor de noodzaak om de Vulgaat te hervormen en opnieuw te vertalen. Toen de Reformatie de zaak deed ontploffen, is dat plan onder twintig dikke dekens gegooid. Dat was verlies.
Zo gaat het vaak met een schisma. Het gaat meestal niet alleen over theologie en ideeën. De menselijke kant en emoties spelen mee.”
Bij de Reformatie speelde het theologische dogma van de rechtvaardigmaking toch een grote rol.
„Ja, absoluut, maar mensen begrepen elkaar ook niet meer. Dat zette de tegenstellingen nog sterker aan.”
Het boek gaat specifiek over het rooms-katholieke geloof in de Lage Landen. Wat is daar kenmerkend voor?
„In Nederland hebben de katholieken lange tijd een beetje op de achterbank gezeten. Daardoor zijn we nog steeds wat sceptisch ten aanzien van de overheid. Het gemak waarmee Duitse en Engelse bisschoppen de publiciteit opzoeken, is hier ondenkbaar. De schuilkerkcultuur is nog wel aanwezig. We zijn bang voor gedoe.”
U eindigt met een beschrijving van het heden. Hoe ziet de RKK van de toekomst eruit?
„De kerk overleeft alles, maar de vorm zal wel veranderen. Ik verwacht meer verstedelijking door ontkerkelijking op het platteland. Het karakter van de kerk zal ook hyperdivers en internationaler worden. En uitgesprokener en orthodoxer, denk ik.”
Wat gaat dat doen met de verhouding met andere christelijke stromingen?
„Er is tegenwoordig een wijde cultuur van polarisatie, waarvan ik niet weet of we ons er vrij van kunnen maken. Ik merk dat aan jongeren die zich bij de kerk melden. Ze zijn erg enthousiast en vurig, maar hebben ook behoefte om zich tegen anderen af te zetten. Dat ligt ingewikkeld met onze uitgewerkte, hypergenuanceerde traditie met zo veel symboliek en tientallen manieren om naar iets te kijken.
Vooral sinds het Tweede Vaticaans Concilie, in de jaren zestig van de vorige eeuw, is de dialoog een kernbegrip in de Katholieke Kerk. Dat kunnen we niet zomaar overboord gooien. We moeten niet terug naar de 19e eeuw, waarin we ons verschuilden in een schuttersputje om de grenzen van de pauselijke staat te verdedigen.”
U bent erg actief op sociale media. Is dat zo’n vorm van dialoog?
„We kunnen het ons niet meer veroorloven om naar binnen gericht te zijn. De tijd van de volkskerk is voorbij. Ik hoop dat mijn boek er aan bij kan dragen dat we meer naar buiten treden. Al is het geen marketingverhaal als: „Word katholiek en al je problemen zijn opgelost.” Misschien is het zelfs eerder: „Word katholiek en je krijgt problemen waarvan je niet wist dat ze bestonden.”
Ik heb er wel schik in om af en toe ook online een propje te schieten en te kijken wat er gebeurt. En de preken die ik online zet, leveren soms verrassende feedback op van mensen van wie je helemaal geen kerkelijke betrokkenheid verwacht.”
U pleit voor herontdekking van de biecht. Waarom?
„De biecht is naar de achtergrond verdwenen. Soms komt er nog weleens iemand biechten, vooral mensen die na een lange periode van afwezigheid weer naar de kerk komen. Zij voelen behoefte om te biechten wat ze op hun lever hebben, omdat hun geweten hen straft. Ze kunnen vergeving niet accepteren. Daar kan de biecht bij helpen.”
Zijn er plannen voor een volgend boek?
„Ik had met mezelf afgesproken binnen een jaar na de publicatiedatum van dit boek niet met iets nieuws te beginnen. Maar inmiddels staan er al wat pagina’s voor een preekhulpboek op papier. Sinds Vaticanum II en de vernieuwing van de liturgie zijn we het Woord aan het herontdekken. Preken is een leerbaar vak, ik wil collega’s die worstelen met de Woordbediening graag helpen.”