We moeten het hebben over de kwaliteit van minister Fabers werk
Als de coalitie zichzelf ten doel stelt om migratie aan te pakken, zal ze met een serieuze houding een zorgvuldig wetgevingstraject moeten ingaan en zal ze werkbare oplossingen moeten bedenken.
![„Minister Faber zegt dat het huidige Nederlandse asielsysteem „onhoudbaar” is. Dat gaat over het systeem als geheel en niet alleen over wat we in het nieuws lezen over bijvoorbeeld Ter Apel.” beeld ANP, Marcel Jurian de Jong](https://images.rd.nl/fill/crop:2500:1563:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F241068_c56bfff783.jpeg)
Het is een trend geworden om sociaal gevoelen om te smelten tot ”crisis” en ”nood”, maar feit blijft dat je goed moet uitleggen welke problemen je probeert op te lossen en waarom jouw oplossing werkt. Dat heeft minister Faber van Asiel en Migratie niet gedaan. Ook na de discussie van vorige week weigert ze categorisch haar eigen fouten te corrigeren. We vinden misschien van alles over de Raad van State of de opstelling van andere partijen, maar we moeten het hebben over de kwaliteit van minister Fabers werk.
Gaat het minister Faber nu om maatregelen, een gewone wet, een verkapte noodwet of een spoedwet?
Alleen al de naam Asielnoodmaatregelenwet leidt tot een staatsrechtelijke spraakverwarring. Gaat het de minister nu om maatregelen, een gewone wet, een verkapte noodwet of een spoedwet? In geval van echte nood kun je tijdelijke maatregelen nemen of versneld noodwetgeving maken. Maar als je de Vreemdelingenwet structureel wilt hervormen, dan moet dat met een normale wet die de normale democratische procedures succesvol heeft doorlopen. Dat betekent dat je de wet laat bespreken in de Tweede Kamer, dat je kwaliteit levert wat betreft de vorm, inhoud en argumentatie en dat je betrokken uitvoeringsinstanties (tijdig!) vraagt of de wet uitvoerbaar is. Bij de gang van zaken rond de beoogde Asielnoodmaatregelenwet is men inhoudelijk en procesmatig fundamenteel tekortgeschoten: dat kan minister Faber alleen zichzelf aanrekenen.
Oneigenlijke argumenten
Na maanden van geheimzinnigheid staan het wetsvoorstel en de memorie van toelichting online. In mijn boek ”Constitutional Intolerance” laat ik zien waarom het belangrijk is om dit soort teksten in detail te lezen. Het is namelijk niet de eerste keer dat sociaal gevoelen wordt uitgelegd als een probleem van ”openbare orde” of ”veiligheid”.
Met name rechts-radicale partijen gebruiken oneigenlijke argumenten om wetten erdoor te drukken
In mijn boek vraag ik aandacht voor de manier waarop zo’n denkmethode het steeds gemakkelijker maakt om religieuze vrijheid te beperken. Aan de hand van wetten in Frankrijk, Hongarije en Nederland laat ik zien dat de crux van de zaak in het beargumenteren ligt, oftewel in de dragende motivering. Precies hier heeft zich een verschuiving voorgedaan in de afgelopen twintig jaar. Daarbij gebruiken met name rechts-radicale partijen oneigenlijke argumenten om wetten erdoor te drukken. Door een beroep te doen op het mandaat van de kiezer verschuilen ze zich achter hun eigen tekortkomingen. Ze wijzen naar beren op de weg oftewel de rechtsstaat die ons allemaal beschermt. Inperking van religieuze vrijheid is daarbij vaker wel dan niet de nevenschade van het antimigratiesentiment.
Crisissentiment
In dit geval zegt de minister dat het Nederlandse asielsysteem in de huidige vorm „onhoudbaar” is. Dat gaat over het systeem als geheel en niet alleen over wat we in het nieuws lezen over Ter Apel, overlast door migranten of tegenvallende doorstromingscijfers. De minister grijpt het crisissentiment aan om met haastige spoed in te zetten op „een breed pakket aan maatregelen om de asielketen per direct en duurzaam te ontlasten en de instroom te verminderen” (memorie van toelichting).
Hoe haar plannen de asielproblemen echt zouden kunnen oplossen, legt minister Faber niet uit
Ze noemt daarbij algemeen geformuleerde problemen rond de organisatie van asielopvang, asielprocedures en het woningtekort. Ze legt echter niet uit hoe haar plannen die problemen echt zouden kunnen oplossen. Bovendien is de verwachting dat haar haastige hervormingen juist leiden tot een nog stroever verloop van asielprocedures en vertraging bij de rechter. Terwijl andere grote veranderingen staan gepland voor 2026 –dan gaat het nieuwe EU-migratiepact van start (het Europese systeem verandert volgend jaar ook)– maakt de minister de problemen nu alleen maar groter.
Geitenpaadjes
Het proces dat de minister heeft doorlopen is bovendien te kwader trouw. Na het falen van een noodwet heeft minister Faber ingezet op deze Asielnoodmaatregelenwet. Daarbij bleef de inhoud strikt geheim en is niet of niet tijdig advies gevraagd van belangrijke overheidsinstanties. Toen ik in Hongarije onderzoek deed, zag ik dat zulke geitenpaadjes regelmatig worden bewandeld door de partij van Viktor Orbán. Zo worden experts vaak niet of laat geraadpleegd en krijgt het parlement de inhoud pas laat te zien. Soms worden op het laatste moment nog grote wijzigingen doorgevoerd, vlak voor de stemming. We zien Amerika gestaag in dezelfde richting afglijden.
Dat ethos, die manier van doen, brengt de PVV nu naar Nederland. Er worden structurele veranderingen voorgesteld waarbij zelfs de coalitiepartners buitenspel gezet zijn. Ondertussen voerde Wilders de druk op voorhand al op door te zeggen dat hij een kabinetscrisis zou uitlokken als de coalitiepartners niet hun akkoord zouden geven. Wanneer zulke moedwillig bewerkte tekortkomingen worden goedgepraat, wordt het moeilijker te blijven wijzen op de onmisbare kwaliteit van wetgeving – ook de volgende keer dat het over religieuze vrijheid gaat.
Geen tegenspraak
Het belangrijkste signaal dat de PVV hiermee afgeeft, is dat de partij niet kan samenwerken en geen tegenspraak duldt. Tegelijkertijd blijkt de partij niet in staat om inhoudelijk en procesmatig goede wetgeving te leveren. Als de coalitie zichzelf ten doel stelt om migratie aan te pakken, zal ze met een serieuze houding een zorgvuldig wetgevingstraject moeten ingaan en zal ze werkbare oplossingen moeten bedenken. Het is onderdeel van de democratische rechtsstaat om als samenleving geduld te blijven opbrengen voor de tijd die het kost om wetten juridisch, praktisch en democratisch in orde te maken. Én om te kunnen accepteren dat ook de grenzen van de rechtsstaat goed moeten worden bewaakt.
Minister Faber lijkt niet de aangewezen persoon voor zo’n serieus wetgevingstraject. Het is de vraag hoelang Wilders dit gebrekkige wetsvoorstel en deze tekortschietende minister kan blijven steunen als hij wil dat de kiezer de PVV als effectief regeermateriaal ziet.
De auteur is senior onderzoeker in politiek, recht en religie aan Trinity College en Leverhulme early career fellow aan de University of Cambridge. Haar boek ”Constitutional Intolerance: The Fashioning of the Other in Europe’s Constitutional Repertoires” verscheen recent bij Cambridge University Press.
![](https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F241079_92a122cb65.jpeg)