EconomieStikstofcrisis

Veehouder Westra uit Gameren: Buitenland kijkt verbaasd hoe Nederland zijn boeren uitroeit

Melkveehouder Gijs Westra uit Gameren kreeg op 17 december via een ”positieve weigering” groen licht voor uitbreiding en verduurzaming van zijn stal. Een dag later was hij terug bij af.

7 February 2025 08:17Gewijzigd op 7 February 2025 09:12
Gijs Westra (m.) met kleindochter Emalie en zoon Rinze in de melkput. beeld William Hoogteyling
Gijs Westra (m.) met kleindochter Emalie en zoon Rinze in de melkput. beeld William Hoogteyling

Die dag, 18 december, sprak de Raad van State uit dat intern salderen niet meer mag. Dit betekent dat Westra alsnog een natuurvergunning nodig heeft.

Het was de zoveelste rechterlijke uitspraak die de Nederlandse veehouderij treft. In januari kwam daar nog eens een oordeel bij in een zaak die was aangespannen door Greenpeace. Ook dat zorgt voor veel onzekerheid in de sector.

Heeft Westra nog wel zin om boer te blijven? „Het buitenland kijkt met verbazing hoe Nederland zijn boeren uitroeit. Het is steeds weer wat anders wat op ons afkomt. In de jaren zestig waren hier in het dorp nog 67 melkveehouders, nu nog 2. Maar ik wil door en onze drie zoons ook.”

Gesloten knip

Positieve weigering en intern salderen: boeren zijn intussen gewend aan zulke lastige termen. Intern salderen komt erop neer dat de stikstofruimte uit een bestaande vergunning wordt gebruikt voor een nieuw project. Dat kon de afgelopen vijf jaar ‘met gesloten knip’: het een werd simpelweg weggestreept tegen het ander.

Een nieuwe natuurvergunning was daarbij niet nodig. Vroeg je die toch bij de provincie aan, dan volgde een briefje dat de aanvraag formeel werd afgewezen: positieve weigering. Veel boeren kozen toch voor die route, omdat ze rechtszekerheid wilden hebben.

Die blijkt nu niets waard.

Met de uitspraak in december haalde de hoogste bestuursrechter een streep door mogelijk duizenden gevallen van positieve weigering. Van veehouders, maar ook van projecten in de industrie, de bouw en andere sectoren. En wel met terugwerkende kracht tot begin 2020.

Westra voelt zich „machteloos” na de uitspraak. „Dit heeft een enorme impact op ons, terwijl wij steeds proberen alles beter te doen. We geven onze koeien meer ruimte in de stal, zodat ze zich kiplekker voelen. We experimenteren met mestscheiding, waardoor we de mineralen in de mest beter kunnen benutten. Onze koeien voeren we restproducten uit de voedingsindustrie.”

Westra (r.) bekijkt met adviseur Barend Meerkerk het voer van de koeien. beeld William Hoogteyling

Tijdens een rondwandeling wijst de boer de sleufsilo’s aan waarin die restproducten liggen opgeslagen: tarwegist, maisgluten, sojahullen (schillen) en -schroot, aardappelpersvezel en suikerbietenperspulp. Ze worden naar een uitgekiend recept in een grote voermengwagen gemixt met kuilgras. Kostenbesparing gaf jaren geleden de doorslag om die restproducten aan de koeien te voeren, erkent Westra. „Maar we dragen hiermee ook bij aan de kringlooplandbouw, en dat is goed voor het klimaat.”

„Jij zit met je CO2-voetafdruk zeker 20 procent onder het landelijk gemiddelde”Barend Meerkerk, adviseur

Adviseur Barend Meerkerk van bureau PPP Agro Advies bevestigt dat. „Jij zit met je CO2-voetafdruk zeker 20 procent onder het landelijk gemiddelde”, zegt hij tegen Westra.

Die knikt. „We voldoen al aan het doel voor 2030 van FrieslandCampina, onze zuivelfabriek.”

Ook met de stikstofuitstoot zit Westra gunstig, dankzij de balans in de voeding. Meerkerk: „De excretie per koe (stikstof die de koe via mest en urine verlaat, TR) is op dit bedrijf 10 procent lager dan wat gangbaar is.”

Verouderd

De uitbreiding die Westra wil realiseren, betreft een extra kap aan de koeienstal op de hoofdvestiging van het bedrijf. De 64-jarige boer en zijn drie meewerkende zoons –Rinze (39), Evert (36) en Thomas (24)– willen daar alle 300 melkkoeien onderbrengen. Een deel van de dieren loopt nu nog in een verouderde stal op een nabijgelegen tweede locatie.

Niet erg efficiënt, dat melken op twee plekken. En ook niet zo duurzaam: uit de oude stal ontsnapt meer ammoniak dan uit de nieuwe stal.

„We halen de koeien naar hier en daar brengen we het jongvee onder”, vertelt Westra over het plan. Dankzij intern salderen zou het schuiven met stikstofruimte geen probleem opleveren. Het beton was al besteld. Maar alles staat weer op losse schroeven.

Mest uitrijden

Een andere tegenslag is de stapsgewijze afbouw van de derogatie, die in 2023 begon. Dit is een Brusselse ontheffing voor veel Nederlandse boeren om meer dierlijke mest op hun land uit te rijden dan de Europese basisnorm. Ook Westra moet daardoor steeds meer mest van zijn bedrijf afvoeren en dat kost geld. Adviseur Meerkerk rekent voor dat hij daar vorig jaar al 37.500 euro aan kwijt was. Bizar genoeg staat daartegenover dat hij voor duizenden euro’s extra kunstmest moet aankopen omdat het grasland anders te weinig voedingsstoffen krijgt.

„Ze zullen heus niet alle boeren weg willen hebben; tenslotte moet iemand het landschap onderhouden”Rinze Westra, jonge veehouder

Rinze Westra is met zijn nichtje Emalie den Otter (12) aan het melken. Is hij moedeloos door de tegenslagen? „Die fase ben ik voorbij. Je went eraan. Ons bedrijf heeft op dit moment voldoende slagkracht en ze zullen heus niet alle boeren weg willen hebben. Tenslotte moet iemand het landschap onderhouden.”

De jonge Westra is actief in de agrarische natuurvereniging in de Bommelerwaard. „Iedere boer is met de natuur begaan”, stelt hij. „Wij doen aan weidevogelbeheer, werken met natuurvriendelijke oevers, composteren maaisel en houden knotwilgen bij. Wat ik ermee verdien? Weinig meer dan een pluim van de maatschappij, zo’n 4000 euro per jaar. Dat is minder dan een half procent van onze omzet aan melk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer