Maak van gereformeerde spiritualiteit geen zwart-wittheologie
Welke risico’s zie je voor de menselijke psyche in accenten van gereformeerde spiritualiteit? Wil je daarover iets zeggen in een lezing? Deze vraag kwam afgelopen maand langs en lijkt me belangrijk genoeg om ook op deze plek bij stil te staan.
Geloofsovertuigingen en geloofspraktijken doen immers iets met de psyche van mensen en hun mentale welbevinden. Hoe we praten over geloof eveneens. De inhoud van geloof en spiritualiteit speelt hierbij een grote rol. Maar de manier waarop je deze inhoud ervaart, hangt ook samen met psychologische factoren. Denk aan karaktertrekken en persoonlijkheidskenmerken, aan kenmerkende manieren van in relatie staan of mentale klachten. Een voorbeeld van dat laatste: aandacht voor navolging van Christus in je hele leven hoort voor veel gelovigen bij dankbaarheid, maar voor iemand met een dwangstoornis kan levensheiliging een obsessie en een grote stressbron zijn.
Voor iemand met een dwangstoornis kan levensheiliging een obsessie en een grote stressbron zijn
Onze psyche houdt van overzicht, van indelen in hokjes, van reductie. Meervoudigheid en complexiteit vinden we best ingewikkeld. Het risico daarvan is dat we de dubbelheid die gereformeerde spiritualiteit kenmerkt, laten vallen, dus gaan denken in termen van óf óf in plaats van én én. Denk bijvoorbeeld aan Luthers ”simul iustus et peccator” (tegelijk gerechtvaardigd en zondaar zijn) of aan Gods liefde en Zijn toorn. Houden we die bij elkaar of komt het ene in mindering op het andere? Is het een levende werkelijkheid die je begrip te boven gaat of maak je er een systeem van, waarbij moeite om tegenstrijdigheid te verdragen leidt tot zwart-wittheologie?
Naast dit risico bij onze psyche zie ik ook risico’s in accenten van gereformeerde spiritualiteit. Het eerste risico heeft te maken met het vertrekpunt van gereformeerde spiritualiteit: dat ligt in God. God is altijd de Eerste en het gaat om Hem en om Zijn eer. Ons past een luisterende en gehoorzame houding, waarbij het Woord het voor het zeggen heeft.
Is het niet heilzaam wanneer ons vertrekpunt niet ligt in standpunten, maar in Wie de Heere is?
Onze valkuil is dat wij dit vertrekpunt losmaken van de relatie met God en ons vertrekpunt nemen in Bijbelse standpunten. Dan gaan we denken vanuit principes, los van relaties. Terwijl hoe je je verhoudt tot anderen óók alles te maken heeft met Wie God is. Ik denk aan een gesprek over genderdysforie in het reformatorisch onderwijs. „Die standpunten weten we nu wel”, zei een leerlingbegeleider. „Laten we die theologie nu opzij schuiven en gaan kijken hoe onze leerlingenzorg eruit moet zien.” Maar dat laatste is óók theologie. Is het niet heilzaam wanneer ons vertrekpunt niet ligt in standpunten, maar in Wie de Heere is? Als Hij Zich bekendmaakt, noemt Hij als eerste Zijn barmhartigheid en genade (Exodus 34). Moet dat onze onderlinge omgang dan ook niet stempelen? En is een zekere voorzichtigheid hierbij, uit eerbied voor God en voor de ander, ook niet gereformeerd?
Gereformeerde spiritualiteit weet wat zonde en schuld is en leeft van vergeving. Het gevaar is hier dat er een versmalling optreedt, waarbij alle tekort in mensenlevens verbonden wordt met schuld. Dat is niet terecht. De Bijbel heeft ook weet van menselijke zwakte, van ziekte en gebrokenheid die niet rechtstreeks een straf op een specifieke zonde is (Johannes 9), waar herstel en genezing nodig zijn. Leviticus maakt onderscheid tussen opzettelijke en onopzettelijke zonden en de Bijbel weet ook van kwaad dat je in z’n greep kan houden, waarbij je niet zozeer vergeving maar bevrijding nodig hebt.
Een laatste punt: gereformeerde spiritualiteit benadrukt ervaring en bevinding. Dat is ingewikkeld als mentale problemen je hinderen en je bijvoorbeeld door een depressie niets van God ervaart en gaat twijfelen aan Zijn bestaan. Soms denk ik, als ik naar een sombere jongere in de kerk zit te kijken: het zou toch gemakkelijker zijn als hij rooms-katholiek was en niet veel meer hoefde te doen dan de liturgie meevieren. Maar als ik dan over de grote rijkdom van de Reformatie hoor, over 100 procent genade, waarbij wij niets hoeven mee te brengen en er niets van ons afhangt, maar we mogen rusten in Gods volbrachte werk, dan zing ik in de gereformeerde liturgie dankbaar mee.
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.