Kerk & religieRooms-Katholieke Kerk

Paus in autobiografie: Mijn eerste actie als paus… was struikelen

Paus Franciscus droomt van een kerk die steeds meer als een moeder en een herder is, schrijft hij in zijn autobiografie. „Een van de grote zonden die we hebben begaan is haar ‘vermannelijken’. Daarom moeten we de kerk ‘ontmannen’.”

13 January 2025 13:44Gewijzigd op 13 January 2025 16:23
Paus Franciscus op 24 december, toen hij de zogenoemde Heilige Deur van de Sint-Pieter in Vaticaanstad opende. Daarmee begon het jubeljaar van de Rooms-Katholieke Kerk. beeld AFP, Alberto Pizzoli
Paus Franciscus op 24 december, toen hij de zogenoemde Heilige Deur van de Sint-Pieter in Vaticaanstad opende. Daarmee begon het jubeljaar van de Rooms-Katholieke Kerk. beeld AFP, Alberto Pizzoli

Dinsdag verschijnt in meer dan tachtig landen tegelijk het boek ”Hoop. De autobiografie” van paus Franciscus. De Nederlandse versie, bijna 400 bladzijden dik, kwam uit bij de Amsterdamse uitgeverij Ambo|Anthos.

Het is overigens niet de eerste autobiografie van de paus, die in 1936 als Jorge Mario Bergoglio werd geboren. Vorig jaar verscheen het boek ”Leven. Mijn verhaal in de geschiedenis”, waarop de naam van Franciscus als auteur prijkte. In werkelijkheid was het een uitgave in nauwe samenwerking met de Italiaanse Vaticaanwatcher Fabio Marchese Ragona.

Het kan bijna niet anders dan dat de paus in ”Hoop. De autobiografie” deels dezelfde onderwerpen aansnijdt: zijn jeugd in Argentinië, zijn werk als aartsbisschop, het pontificaat dat in 2013 begon.

Het boek ”Hoop. De autobiografie” van paus Franciscus. beeld Ambo|Anthos

Autobiografieën verschijnen vaak na iemands overlijden, maar de 88-jarige Franciscus koos ervoor om zijn memoires nu al uit te geven. De Rooms-Katholieke Kerk (RKK) viert een Heilig Jaar en volgens de paus is zijn boodschap van hoop juist op dit moment nodig, zelfs noodzakelijk.

Daarmee heeft het boek, waaraan de paus met hulp van zijn Italiaanse redacteur Carlo Musso zes jaar werkte, tegelijk ook het karakter van een manifest. Franciscus gaat in op allerlei controversiële kwesties, zoals de conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten, migratie, de klimaatcrisis, de positie van vrouwen, seksualiteit en de toekomst van de kerk. Het zijn onderwerpen waarover de paus zich de afgelopen tijd vaker uitliet, wat regelmatig tot kritiek leidde.

Zoals het conflict tussen Israël en de Palestijnen, na de gruwelijke aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Meer dan duizend mensen werden gedood, op de „duivelste en wreedste manieren”, schrijft de paus. „Ik verloor ook Argentijnse vrienden bij dat bloedbad, een dubbele pijn, mensen die ik al jaren kende en die in een kibboets aan de grens met Gaza woonden.”

De Israëlische aanvallen op Gaza die daarop volgden, noemt de kerkleider „een gigantische gruweldaad: tienduizenden onschuldige doden, voornamelijk vrouwen en kinderen, honderdduizenden ontheemden, verwoeste huizen, mensen die slechts een stap verwijderd zijn van hongersnood.”

De oplossing van het conflict ziet Franciscus in wederzijdse vergeving en verzoening en in het vestigen van „twee duidelijk afgebakende staten” en een speciale status voor Jeruzalem. „Een op wraak gebaseerde oplossing, waar dan ook, kan nooit vrede opleveren en alleen maar nieuwe zaden van haat en wrok zaaien, generatieslang, in een eindeloze keten van onderdrukking.”

Ontmannen

De thema’s die de paus belangrijk vindt zijn verweven met zijn levensgeschiedenis: hoop, barmhartigheid, nederigheid, tederheid, hulp aan armen en behoeftigen. De kerk, vindt Franciscus, is ertoe geroepen om „altijd het open huis van de Vader te zijn, geen douane”. Er is plaats voor „ieders zware leven”.

De kerk is vrouwelijk, benadrukt de paus. „Wij geestelijken zijn mannelijk, maar wij zijn niet de kerk. De kerk is vrouw omdat ze bruid is. Ze is het heilige, trouwe volk van God: mannen en vrouwen samen. Daarom moeten we nieuwe criteria opstellen en manieren vinden om vrouwen steeds meer te betrekken bij en een hoofdrol te geven in de verschillende lagen van het sociale en kerkelijke leven, zodat hun stem meer gewicht krijgt en hun gezag steeds vaker wordt erkend; dat is een uitdaging die urgenter is dan ooit.”

Even later schrijft hij over de kerk: „Een van de grote zonden die we hebben begaan is haar ‘vermannelijken’. Daarom moeten we de kerk ‘ontmannen’.” De kwestie van de toegang van vrouwen tot de diakenwijding, waarover de discussie na de bisschoppensynode van vorig jaar werd voortgezet, blijft volgens de paus „open”.

Franciscus voegde vorige week de daad bij het woord en benoemde voor het eerst een vrouw als hoofd van een ministerie van de RKK: de Italiaanse non Simona Brambilla.

De deur van de kerk staat volgens de rooms-katholieke kerkleider open voor iedereen, ook voor homoseksuelen en transseksuelen. „Het bevreemdt mij dat niemand zich druk maakt over de zegening van een ondernemer die mensen uitbuit, iets wat een zeer grote zonde is, of van iemand die vreemdgaat, terwijl er geprotesteerd wordt als de paus een gescheiden vrouw of een homoseksueel zegent, omdat mensen dat schandalig vinden.”

Jorge Mario Bergoglio (l.), de latere paus Franciscus, met zijn moeder en broertje Oscar in 1938. beeld Ambo|Anthos

Schaamte

Natuurlijk is het boek méér dan een aaneenrijging van politieke, maatschappelijke en kerkelijke beschouwingen. Dat laten alleen al de foto’s zien, afkomstig uit onder andere het privéarchief van de paus: van het huwelijk van zijn ouders in 1935, van „toen ik een paar maanden en een jaar oud was”, van de eerste communie, samen met broertje Oscar, in smetteloos wit gekleed.

„Ik heb in mijn leven ook moeilijke tijden gekend”, schrijft paus Franciscus, „tijden van leegte, zonde en ijdelheid. Maar het is de Heer steeds gelukt die te verlichten. (…) Als je me vraagt waarvoor ik het liefst door de Heer vergeven wil worden, en die vergeving heb ik ook ervaren, is dat mijn schaamte. Mijn leven staat beschreven in hoofdstuk 16 van Ezechiël, in het vers: „Ik zal Mijn verbond met je gestand doen, en je zult erkennen dat Ik Jahwe ben. En wanneer je terugdenkt aan wat er gebeurd is, zul je van schaamte geen woord durven zeggen” (Ezechiël 16:62-63).”

„Sommige kinderen zien mijn witte kleren, denken dat ik de dokter ben die ze een prik komt geven en huilen” - Franciscus, paus

Kinderen zijn voor hem leermeesters op het gebied van vrolijkheid. „Als ik kinderen in mijn armen neem als ze me zien op het Sint-Pieterplein, lachen de meesten van hen. Maar sommigen zien mijn witte kleren, denken dat ik de dokter ben die ze een prik komt geven en huilen. Ze zijn zo spontaan en menselijk. Ze herinneren ons eraan dat we, als we onze menselijkheid opgeven, alles opgeven, en als we niet meer echt kunnen huilen of hartelijk kunnen lachen, is onze aftakeling daadwerkelijk begonnen.”

Maria

Franciscus beschrijft uitvoerig hoe hij in 2013 zijn verkiezing tot paus beleefde. „Na het ontvangen van de pauselijke kleding ben ik meteen naar kardinaal Ivan Dias gegaan, die in een rolstoel zat, en ben ik over een drempeltje gestruikeld, misschien omdat ik nog niet helemaal gewend was aan mijn nieuwe gewaad. Mijn eerste actie als paus… was struikelen.”

Hij ziet zich vooral als dienaar. „Toen de documenten van mijn aanstelling als paus binnenkwamen, heb ik de eerste bladzijde met alle titels die aan de functie worden toegekend geweigerd: Plaatsbekleder van Jezus Christus, Opvolger van Petrus, Opperherder van de Wereldkerk, Primaat van Italië… weg ermee. Alleen Bisschop van Rome wilde ik houden, de rest is opgeschoven naar de tweede bladzijde. Vanaf de eerste dag heb ik me alleen met die titel voorgesteld, gewoon omdat het de waarheid is. De andere titels bestaan wel, die zijn door het verleden en door theologen ook met reden toegevoegd, maar de paus was en is vooral de Bisschop van Rome.”

Franciscus zegt niet tegen de dood op te zien, al hoopt hij dat lichamelijk lijden hem bespaard blijft. „Als het om mijn dood gaat, ben ik erg pragmatisch. En datzelfde geldt voor mogelijke aanslagen. Als ik sterf, word ik niet begraven in de Sint-Pieter, maar in de Santa Maria Maggiore. Het Vaticaan is mijn huis tijdens het pausschap, niet mijn eeuwige huis. Ik kom te liggen in de kamer waar de kaarsen staan, vlak bij de Ave Regina Pacis, onder de Maria aan wie ik altijd hulp heb gevraagd en door wie ik tijdens mijn pausschap talloze keren omhelsd ben. Ze hebben me laten weten dat alles klaarstaat.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer