Zorg kan toekomst alleen aan als samenleving zich aanpast
In een tijd van vergrijzing, tekorten op de arbeidsmarkt en een steeds groter beroep op mantelzorgers is een overheid nodig die koers zet voor het goede samenleven. Met als doel een zorgstelsel dat tegen de toekomst is opgewassen.
„De houdbaarheid van het zorgstelsel staat onder druk.” Verschillende instituten waarschuwden de afgelopen jaren dat het zorgstelsel door zijn hoeven dreigt te zakken. Het kabinet-Schoof komt als antwoord op dit vraagstuk slechts met proefballonnetjes en kortetermijnoplossingen, zoals AI in de zorg en het verlagen van het eigen risico. Daarmee neemt het kabinet de zorgsector en specifiek de meest kwetsbare burgers niet serieus.
Het kabinet kiest voor vluchtige oplossingen, terwijl de vooruitzichten er niet beter op worden. Integendeel: door economische groei, nieuwe medische technieken en steeds hogere verwachtingen van de gezondheidszorg zal de vraag naar zorg alleen maar toenemen.
Het Wetenschappelijk Instituut (WI) van de ChristenUnie heeft zich bezonnen op het zorginfarct en de toekomst van het zorgstelsel, omdat we zien dat er geen gemakkelijke antwoorden zijn op dit vraagstuk. In de studie ”De vitale zorg” stellen we onder andere dat we afscheid nemen van economisch groeigeloof en maakbaarheidsdenken om de crisis in de zorg te bezweren en doen we daarvoor concrete aanbevelingen.
Overspannen verwachting
Een belangrijke oorzaak van de voortdurende groei van de zorg is namelijk onze oneindige hang naar economische groei. De recent overleden econoom Bob Goudzwaard wees op de schaduwkanten van dit economische ”groeigeloof”. We putten de bronnen van ons bestaan uit en dat heeft ook gevolgen voor onze gezondheid. Het leidt tot welvaartsziekten en burn-outs. In de economische ratrace vallen steeds meer mensen uit: zij krijgen een indicatie of een uitkering.
De oorzaken van de zorgcrisis gaan echter nog een spade dieper. De groeiende zorgvraag hangt ten diepste samen met een overspannen verwachting van wetenschap en technologie. Ook als christenen zijn we besmet met een denken dat terug te leiden is naar de verlichting, waarin vertrouwen op God niet meer centraal staat maar de mens die de natuur door middel van de rede naar zijn hand zet. Voor lijden en gebrokenheid is steeds minder plek. Verschillende in de zorg zichtbare trends zijn vanuit deze kentering in het denken te verklaren. Bijvoorbeeld de medicalisering in de jeugdzorg en het overschrijden van allerlei medisch-ethische grenzen in de curatieve zorg.
Richtingwijzers
Welke richting moet het dan wél op met onze zorg? De studie van ons WI identificeert een aantal christelijk-sociale richtingwijzers voor concrete politieke keuzes. Twee daarvan richten zich op het zojuist genoemde groeigeloof en de grote verwachtingen van wetenschap en technologie. De ChristenUnie kiest allereerst voor een zorgende economie, waarin bij economische keuzes voorrang wordt gegeven aan de noden van mensen en niet aan grenzeloos maakbaarheidsdenken. Concreet kan dit een keuze voor minder economische groei inhouden, met minder consumptie, meer tijd om tot rust te komen, minder betaald werk en meer mantelzorg en vrijwilligerswerk. Op de korte termijn betekent dat kiezen voor structurele investeringen in preventie, zodat niet achteraf moet worden gerepareerd wat voorkomen had kunnen worden. Maar ook om keuzes die het floreren van gemeenschappen bevorderen, zoals het bouwen van gemeenschappelijke woonvormen en het bieden van meer verlofmogelijkheden. Kortom, toekomstbestendige zorg vraagt om aanpassingen van de hele samenleving.
Een tweede richtingwijzer is die van het waarderen van grenzen, van technologie, ethiek en klimaat. Dat nieuwe technieken beschikbaar zijn, betekent nog niet dat we die ook moeten gebruiken. Technieken kunnen namelijk ook zelf normerend worden, zoals bijvoorbeeld het risico is bij prenatale testen of screeningsprogramma’s. Bovendien leidt een dominantie van techniek tot verwachtingen van de gezondheidszorg die niet realistisch zijn. Daarom is het hoog tijd voor een maatschappelijk debat over de begrenzing van zorg en het versterken van het goede samenleven. Ook roepen we de overheid en de politiek op om een leidende rol te nemen bij het bepalen waar de grenzen van medisch-technologische ontwikkelingen liggen. Dit kunnen we niet alleen van de sector zelf vragen. Daarnaast doen we de aanbeveling om de toelating van nieuwe behandelingen tot het basispakket van de zorgverzekering anders in te richten. De vuistregel moet zijn dat technologische vernieuwingen niet meer personeel vragen (zoals nu vaak gebeurt) maar juist personeel vrijmaken. Gezondheidswinst moet zich verhouden tot de belasting voor het milieu. De gezondheidszorg maakt immers intensief gebruik van grondstoffen en materialen en veroorzaakt 7 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen.
Inzet
In een tijd van vergrijzing, tekorten op de arbeidsmarkt en een steeds groter beroep op mantelzorgers is een overheid nodig die koers zet voor het goede samenleven. Met waardering voor de vele zorgmedewerkers die dag en nacht klaar staan, met inzet voor een samenleving waarin je de ruimte hebt om er voor elkaar te zijn.
Zo willen we werken aan fundamentele oplossingen voor een toekomstbestendig zorgstelsel. Laat het kabinet niet voor vluchtige oplossingen kiezen, maar serieus aan het werk gaan.
Laurens Wijmenga is actief voor het Wetenschappelijk Instituut voor de ChristenUnie. Mirjam Bikker is fractievoorzitter voor de ChristenUnie in de Tweede Kamer.