Cultuur & boekenBoekrecensie

Bang voor giftige stofjes? Vaak is het paniek om niets

Giftige PFAS? Die stoffen zijn eigenlijk helemaal niet zo giftig; een PFAS-eitje is zelfs gezond. Maar de paniek daarover komt vooral doordat wetenschappers vandaag de dag veel beter kunnen meten, én doordat de meeste mensen geen idee hebben dat giftigheid te maken heeft met de dosis die ze binnenkrijgen.

6 December 2024 19:59Gewijzigd op 7 December 2024 10:39
Een PFAS-eitje is op zijn tijd best gezond. beeld iStock
Een PFAS-eitje is op zijn tijd best gezond. beeld iStock

In zijn boek ”Paniek om niets” trekt Simon Rozendaal, wetenschapsjournalist bij EW Magazine, ten strijde tegen wat hij ”chemofobie” noemt: we kunnen het meten, dus we zijn er bang voor. Hij kijkt met verbazing naar het „geneuzel” over eitjes waarin absurd lage concentraties PFAS zitten en over bier met spoortjes glyfosaat, een omstreden onkruidverdelger.

Wat hem betreft, is er sprake van een antichemische massapsychose, vooral veroorzaakt doordat apparaten steeds nauwkeuriger kunnen meten. „Hoe beter we kunnen meten, hoe meer enge stoffen we vinden en hoe banger we worden.” Het is paniek om niets, schrijft hij. Het gaat om de kwestie ”to be or not to be”, zoals Shakespeare in Hamlet schreef. De nieuwste apparatuur kan stoffen nu eenmaal in een miljard keer lagere concentraties meten dan zeventig jaar geleden.

Rozendaal vermoedt dat hij de vinger achter de oorzaak van de hedendaagse chemofobie heeft gekregen: de onoverbrugbare kloof tussen bèta’s en niet-bèta’s. Niet-bèta’s kunnen eindeloos citeren uit literaire werken. Maar ze hebben geen sjoege van het verschil tussen snelheid en versnelling; ze weten een atoom niet van een molecuul te onderscheiden. Ze raken al in paniek bij het zien van een elegante wiskundige vergelijking, zoals E = mc2. En de verwarring slaat al helemaal toe als het gaat over het verschil tussen radioactiviteit en ioniserende straling.

Doordat wetenschappers steeds beter kunnen meten, tot steeds meer nullen achter de komma, worden de normen ook strenger. Dat leidt volgens Rozendaal tot de merkwaardige situatie dat de lucht vandaag de dag schoner is dan ooit, maar dat de kranten er negatief over berichten omdat de norm niet wordt gehaald. In plaats van het gezonde verstand dicteren normen het politieke en maatschappelijke debat.

Nul

Het ultieme streven is nul: eitjes zónder PFAS. Vroeger waren sommige waarden nul, omdat de meettechnieken ontoereikend waren. Een ei zonder PFAS bestond pakweg 25 jaar geleden nog, omdat de ultralage concentraties onmeetbaar waren. Nu meten wetenschappers PFAS in eieren, omdat ze de stof kunnen meten. Er ontstaat een soort getallenparadox: door de steeds betere meettechnieken raakt de nul steeds verder buiten beeld, constateert Rozendaal. Inmiddels is nul ongeveer gelijk aan een getal met zeventien nullen achter de komma.

Doordat de ultralage concentraties nu wel meetbaar zijn, slaat de paniek geregeld toe bij burgers en overheden. De onrust wordt aangewakkerd door nieuwsmedia die zonder de vereiste deskundigheid strooien met termen als ”giftig” en ”kankerverwekkend”. Het getuigt volgens de auteur van een „totaal onbegrip” van de verhoudingen waarin de stoffen voorkomen. Hij noemt het „schandalige journalistiek” en „totaal onbenul”. Het gaat er momenteel niet om hoe ongezond bijvoorbeeld PFAS zijn, maar het enkele feit dat wetenschappers de stof in ultralage concentraties kunnen meten, is al genoeg voor ongerustheid. Maar het is paniek om niets.

Ook legt Rozendaal de vinger bij woorden als ”chemisch” en ”synthethisch”. Die kunnen mensen angstig de gordijnen injagen. Als voorbeeld noemt hij synthetisch ascorbinezuur, dat dus in een fabriek is gemaakt. Mensen zijn er huiverig voor, terwijl het exact dezelfde stof is –vitamine C– die in sinaasappels zit. De term ”natuurlijk” roept echter onterecht vertrouwen op, hoewel de natuur een bron is van de meest giftige stoffen.

Lerares Frans

Het hele boek door probeert de wetenschapsjournalist zijn lezer kennis van de chemie en van verhoudingen bij te brengen. En de paniek om niets te bezweren. Toch heeft hij daarbij één aangelegen punt laten liggen: de zogeheten combinatietoxicologie. Milieuvreemde chemicaliën kunnen in bepaalde combinaties nadeliger effecten op de gezondheid veroorzaken dan elk van de stoffen apart. Dat is een fors aandachtspunt voor toxicologen (gifdeskundigen), omdat de combinatie-effecten van mengsels van stoffen lang niet allemaal bekend zijn. Dat is een bepaalde eenzijdigheid van het boek, dat aan meerwaarde had gewonnen als hij daaraan ook aandacht zou hebben besteed.

Al met al slaagt Rozendaal er tamelijk goed in de getallenbrij inzichtelijk te maken voor zijn doelgroep, de „lerares Frans”, die in zijn paperback model staat voor alle niet-bèta’s. Vooral ook de vele herkenbare voorbeelden waarmee hij zijn betoog illustreert, maken het boek vlot leesbaar.

Paniek om niets. Hoe de meetrevolutie onze angsten aanwakkert, Simon Rozendaal; uitg. Atlas Contact; 286 blz.; € 22,99

Meer over
Lezen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer