Kerkelijke klachtencommissie als waarborg tegen monsterlijke mechanismen bij misbruik
Er is volop aandacht voor slachtoffers van misbruik of mishandeling. Ook binnen de reformatorische gezindte is het probleem niet te onderschatten. Aantal en aard van de meldingen vanuit de behoudende kerkverbanden tonen een schrijnende actualiteit.
Met deze aandacht voor het fenomeen worden inmiddels ook andere problemen zichtbaar: die van de reactie vanuit de gezindte op signalen en meldingen en de onherroepelijke effecten van machtsposities. Het initiatief van het RD om op dit punt een „pijnlijk, maar onontkoombaar” vierluik (zoals de hoofdredactie het betitelde) te publiceren getuigt dan ook van noodzaak, moed en waarheidszin. En overigens –terwijl we weten dat er veel meer details bij de onderzoekers bekend moeten zijn– ook van zelfbeheersing en waardigheid.
Ontluisterend, maar herkenbaar is dat de reactie vanuit verantwoordelijken zo teleurstellend vaak bestaat uit wegkijken, negeren of bagatelliseren. De goede en doortastende reacties die geregeld voorkomen, laten daardoor temeer zien dat het wel degelijk anders kan. Onze hoop en bede is dat deze publicatie de baan breekt voor het broodnodige besef: het roer moet om en dat begint bij onszelf. Laat ook kerkenraden dit vierluik ter bespreking agenderen voor de eerstvolgende vergadering. En neem dan ook het navolgende mee, omdat dit ambtsdragers helpt om de juiste stappen te zetten. Het is in misbruiksituaties een complexe zoektocht, maar de erkenning dat het niet verstandig noch wenselijk is zelf dingen op te lossen, is een belangrijk besef. Dan worden ook, om maar een voorbeeld te noemen, situaties voorkomen waarin ambtsdragers zichzelf presenteren als vertrouwenspersoon binnen de gemeente, zoals met goede en oprechte intenties gebeurt.
Niet vrijblijvend
Een aangepast praktijkvoorbeeld, waarbij vermeende herkenbaarheid op toeval berust: Er komt een melding van een vrouw binnen. Zij is in haar jeugd seksueel misbruikt door een inmiddels bevestigde ambtsdrager. De gebeurtenissen zijn langer geleden, maar nooit geadresseerd. Het voorgaan in de dienst en deelnemen aan sacramenten door de dader leiden tot het besef bij mevrouw: ik kan niet langer zwijgen, er moet schuld worden beleden. Er is geen behoefte aan wraak, wel wordt gesnakt naar waarheid en gerechtigheid. Het Meldpunt SMRK wijst op de mogelijkheid een klacht voor te leggen aan de Klachtencommissie inzake seksueel misbruik in kerkelijke en/of pastorale gezagsrelaties. Die onderzoekt en bevindt de klacht gegrond. Het onderbouwde rapport heeft de status van een advies en wordt toegezonden aan de betrokken kerkenraad. Het moment is aangebroken voor schulderkenning, ruimte voor verzoening, zuivering voor Gods aangezicht, ter herstel van de relatie, maar ook van de heiligheid die in het geding is.
Maar nee. Er komt geen schuldbelijdenis. Het rapport gaat van tafel. „Het is maar een advies, wij zien het anders. En wat is die Klachtencommissie nu eigenlijk? Wij hebben onze broeder hoog staan, hij heeft een roeping en onze steun. Het is ook lang geleden allemaal, waarom moet dat nu nog zo hoog gespeeld worden?” Kortom: de gebruikelijke, monsterlijke mechanismen die ook het RD-onderzoek blootlegde, treden in werking. Vanuit eigen standpunt en belang ook niet onbegrijpelijk. En dat laten we ook niet makkelijk los, zo laten de citaten uit de artikelenserie zien. We kunnen niet geloven dat één van ons in staat is tot de zonde van seksueel misbruik. Daarom is het in ons belang om het kleiner te maken, te ontkennen of (nog erger) de pijlen te richten op het slachtoffer. Weliswaar belijden we geneigd te zijn tot alle kwaad, maar kennelijk vatten we dat vooral op in geestelijke zin en hebben we er moeite mee dat toe te passen op het dagelijkse leven.
Dit is een belangrijke reden om namens het Meldpunt SMRK de positie en rol van de Klachtencommissie te benadrukken. Want zij doet geen vrijblijvend werk, noch geeft zij vrijblijvende adviezen die een kerkenraad naar behoefte naast zich neer kan leggen.
De Klachtencommissie is in 2015 op last van de synode van de Gereformeerde Gemeenten ontstaan. Van meet af aan hebben predikanten, juristen zoals een rechter en deskundige hulpverleners zoals psychologen en psychiaters er zitting in. De focus ligt op klachtonderzoek en advies aan de kerkenraad hoe te handelen. Door de oprichting van het Meldpunt vanuit de reformatorische kerken is de Klachtencommissie ook orgaan geworden voor de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en werkt zij nauw samen met de Klachtencommissie van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
De commissie is niet gericht op hulpverlening of voorlichting; daarvoor is het Meldpunt. In De Saambinder is het bestaansrecht als volgt omschreven: „Als een kerkenraad een klacht krijgt tegen een medebroeder of iemand aan wie een taak in de gemeente is toevertrouwd, dan slaat dat in als een bom. Geloof en ongeloof wisselen elkaar af. Een kerkenraad is in zo’n situatie nauwelijks in staat om evenwichtig te oordelen over de klacht.”
Vanuit de synode is benadrukt dat pogingen tot herstel van rust in de gemeente nimmer mogen leiden tot toedekking. „Dat mag niet vanwege de heiligheid van de Heere.” Het kerkverband wil eerlijk en duidelijk, Bijbels en zorgvuldig omgaan met beschuldigingen van seksueel misbruik.
Consequentie
De commissie start na een ontvankelijk verklaarde klacht een procedure. Na zorgvuldig onderzoek, waarin kwaliteit belangrijker is dan snelheid, hoor en wederhoor wordt toegepast en de feiten worden verzameld, wordt een verslag van bevindingen opgesteld. Het verslag van bevindingen bevat volgens het protocol van de commissie een weergave van klacht en verweer alsmede de uitspraak van de Klachtencommissie, waaruit blijkt wat in de relatie tussen klager en aangeklaagde heeft plaatsgevonden. Beide partijen mogen hierop nog reageren. Dit leidt tot een eindoordeel over de klacht en een gedegen advies aan de betrokken kerkenraad, waarbij het Meldpunt bericht ontvangt over de uitslag: gegrond of ongegrond. In het advies worden alle relevante aspecten betrokken, zoals aard en ernst van de klacht, lopende andere trajecten vanuit bijvoorbeeld justitie, de context waarin zaken zijn voorgevallen, de opstelling en schuldbewustheid van de aangeklaagde en het risico op herhaling.
De Klachtencommissie spreekt zich ook uit over wat een redelijke consequentie zou kunnen zijn ten aanzien van het functioneren van de aangeklaagde. De vraag of iemand in zijn ambt kan en mag blijven, is immers van groot belang. De commissie zendt vervolgens een persoonlijke afvaardiging, die het rapport aan de betrokken kerkenraad toelicht. Het is vervolgens de eigen ambtelijke verantwoordelijkheid van de kerkenraad om een ontvangen advies in behandeling te nemen.
Het Meldpunt SMRK is dus bedoeld voor opvang, voorlichting, bemiddeling en begeleiding; het voert geen onderzoek uit en doet niet aan waarheidsvinding. De Klachtencommissie is in feite het formele verlengstuk van het Meldpunt, met de status van een rechtsprekende kerkelijke commissie.
Het voorgaande betekent dat een adviesrapport van de Klachtencommissie, volgend op gegrondverklaring van een klacht, voor een kerkenraad formeel gezien dan wel niet bindend is, maar kerkelijk en kerkrechtelijk beschouwd dusdanig zwaarwegend is dat een kerkenraad dit dient over te nemen en daarnaar dient te handelen vanuit de verantwoordelijkheid tot toezicht en regering. Dit principe lijdt slechts uitzondering als bijvoorbeeld een kerkenraad op basis van eigen zorgvuldig onderzoek informatie heeft verkregen die bij de Klachtencommissie niet bekend was en er sprake is van feiten en omstandigheden die de kwestie naar eer en geweten alsnog in een ander perspectief plaatsen. In die situatie is het mogelijk om gemotiveerd af te wijken van het adviesrapport, waarbij uit de motivering dan duidelijk aan de betrokken klager en aangeklaagde moet blijken dat en waarom het advies in dit specifieke geval niet wordt opgevolgd.
Een kerkenraad die zonder overtuigende en deugdelijke onderbouwing afwijkt van een adviesrapport van de Klachtencommissie neemt daarmee een besluit waartegen eigenlijk slechts één advies (vanuit het Meldpunt bezien) mogelijk is: bezwaar aantekenen bij de classis. Zaken die door de Klachtencommissie worden behandeld, dienen een individueel en collectief belang en de juiste kerkelijke opvolging is daarom uiterst belangrijk. Als een kerkenraad die verantwoordelijkheid niet neemt, is het aan de classis om te toetsen en zo nodig te repareren.
Naar onze overtuiging blijkt uit het voorgaande dat kerkenraden van alle betrokken verbanden er goed aan doen om kennis te hebben van het bestaan en de werkwijze van de Klachtencommissie. Ook om zich rekenschap te geven van het gewicht en de kerkelijke aard van een uitspraak van de Klachtencommissie, nu daarmee een belangrijke ambtelijke verantwoordelijkheid op de kerkenraad wordt gelegd, en om daaraan naar recht en orde uitvoering te geven. Realiseer je ook de impact op slachtoffer en gemeente, als een dergelijk doorwrocht advies onterecht wordt genegeerd. Daarnaast verdient het aanbeveling vanuit de betrokken kerkverbanden te monitoren in hoeveel gevallen het advies wordt opgevolgd. Een optie kan immers zijn om op synodaal niveau te besluiten dat deze adviezen alsnog een kerkrechtelijk bindend karakter moeten krijgen, indien daarvoor aanleiding zou bestaan op grond van dergelijk onderzoek.
Niet alleen
Ten slotte roepen we ertoe op deskundige instellingen binnen het eigen kerkverband niet te zien als bedreiging of ongewenste bemoeienis, wat ertoe leidt dat gelederen gesloten blijven. Ja, het is ongemakkelijk als anderen kritisch toetsen. Maar het is vooral ondersteunend, helpend en goed om een onderzoek onafhankelijk en deskundig te laten uitvoeren. Dat voorkomt brokken die, in een toch al voor alle betrokkenen schadelijke situatie, de zaak en het lijden slechts verergeren. Of zoals Paul Eikelboom recent schreef: „Het is heilzaam voor een slachtoffer om te zien dat de kerkenraad één blijft, een eigen beleid heeft en zich niet laat aansturen door de dader. Dat geeft enig vertrouwen en enig gevoel van controle en zekerheid. Deze eenheid, in woorden en in daden, is hard nodig omdat er tegengestelde opvattingen in de gemeente zullen ontstaan. Partijschappen, met soms scherpe tegenstellingen voor en tegen een dader. Dan is het belangrijk dat de kerkenraad de koers bepaalt en vasthoudt.” Maar dat moet je niet alleen willen doen en dat hoeft ook niet.
Kortom: volg de bestaande en met reden ingerichte routes en procedures en respecteer die. In complexe zaken is het broodnodig dat we geholpen worden om te reflecteren op ons eigen handelen, juist wanneer we zelf belanghebbende zijn. Daarom is een externe instantie of persoon helpend. Professionalisering is geen bedenkelijk woord, het is in de gebrokenheid en complexiteit waarin heden ten dage de ambten moeten worden vervuld een Bijbelse opdracht, zoals onder andere Exodus 18 ons beeldend laat zien: „Want deze zaak is te zwaar voor u, gij alleen kunt het niet doen” (vers 18).
De auteur is bestuurslid van het Meldpunt SMRK. Dit artikel is geschreven namens bestuur en coördinator van het Meldpunt en zonder verdere betrokkenheid of inbreng vanuit de Klachtencommissie.