Aasgieren winnen het steeds weer van vredesduiven
Storm op komst, stond er enkele dagen geleden boven het weerbericht in het RD. Enkele pagina’s eerder werden er al stormballen gehesen. Niet voor de bulderende Conall, die met woeste uitvallen van 120 km per uur ons land bestormde, maar voor Russische dreiging en Koreaanse agressie. Poetin en Kim grossieren in spierballentaal, dreigen graag met dood en verderf en trekken driftig rode lijnen, die overigens tamelijk flexibel zijn.
Niettemin naderen de spanningen het kookpunt. De Koreaanse levering van troepen, wapens en munitie aan de Rus werd beantwoord met cadeaus. Onder andere beren en leeuwen. Een geschenk met een boodschap…?
Duitsland inventariseerde gezwind het aantal schuilplaatsen, mocht de Russische beer losbreken. Aan Hilversumse kletstafels speelde op 26 november dezelfde vraag: waar zijn wij veilig tegen neerploffende bommen en inslaande raketten?
In ”De Stad van God” schrijft Augustinus (354-430) dat heerszucht en hebzucht bloedige, gewetenloze oorlogen uitlokken. Die stoppen pas als beide partijen uitgeput zijn of als een van beide zich overgeeft. Dan is het vrede, betoogt hij. Maar wel een vrede met de kiem voor een volgende oorlog in zich.
Donald Trump beweert dat hij de strijd om Oekraïne –dat hoort volgens Poetin gewoon bij Rusland– binnen 24 uur kan beslechten. Met behoud van veroverd gebied als oorlogsbuit? Dan loont agressie.
Oorlogen en dreiging daarmee nemen een forse hap uit staatsbudgetten, geld dat beter besteed kan worden. Bovendien lieten alleen al in de slag om Oekraïne vermoedelijk ruim 1 miljoen mannen en vaders het leven.
Poetin en Kim hebben vast gelachen om die roeptoeterende jongens en meisjes met wapperende Palestijnse sjaals bij de Rotterdamse Ahoyhallen. Ernstig protesteerden ze tegen de wapenbeurs daarbinnen. Maar agressors zijn geen polderaars. Ze spreken met gebalde vuisten.
Augustinus waarschuwt dat hun heerszucht het meest henzelf schaadt. „Ze storten hun zielen in het verderf door macht te misbruiken voor misdaden.” Sterke staten noemt hij roversbenden wanneer ze rechtvaardigheid terzijde schuiven. Oorlogszuchtigen willen slechts winnen en streven een vrede na die hún past, waarbij zij de wetten van hún vrede de ander opleggen. Zij gaan over lijken en zetten hele bevolkingen letterlijk in de winterkou.
Haviken en aasgieren winnen het steeds weer van de vredesduiven. Totdat… alle oorlogszuchtigen voor eeuwig in het verderf belanden, dat zij voor zichzelf verkozen hebben, aldus Augustinus. Jezus spreekt geen agressors zalig, wel vredestichters.