Stressexperts: Burn-out is primair lichamelijke aandoening
Een burn-out is in de eerste plaats een lichamelijke aandoening, betogen stressexperts Carolien Hamming en Rebecca Vandenabeele. Dit inzicht heeft volgens hen gevolgen voor de behandeling van een patiënt.
Carolien Hamming (64) is psychosociaal therapeut en eigenaar van het CSR Centrum, een landelijk expertisecentrum in Meerkerk voor mensen met stress- en burn-outklachten. Rebecca Vandenabeele (49) is psycholoog, promovenda aan de Universiteit van Tilburg en ervaringsdeskundige: in 2019 had ze zelf een burn-out. Samen publiceerden ze onlangs het boek ”De burn-out reset. Herstel je ontregelde stresssysteem” (uitgeverij Lucht).
In het boek beschrijven de twee stressexperts de zogeheten chronic stress reversal (CSR)-methode, die is gebaseerd op de hypothese dat een burn-out hoofdzakelijk een lichamelijk probleem is.
Een burn-out wordt meestal gezien als een psychische aandoening. Waarom is het volgens jullie primair een lichamelijk probleem?
Hamming: „Een burn-out heeft psychische aspecten, maar is primair een lichamelijke aandoening. Dat zit zo. Als je vaak gestrest bent –dat kun je merken aan je hartslag, je ademhaling en of je zweet– raakt je stresssysteem verstoord. Dat heeft weer effecten op andere lichaamssystemen en organen. Je herstelt bijvoorbeeld niet goed meer na een inspanning. Sommige mensen met een burn-out zijn als ze boodschappen hebben gedaan zo vermoeid dat ze meteen naar bed gaan.
Een verstoord slaap-waakritme komt ook vaak voor. Dat zit in je hersenen. Verder kunnen mensen last hebben van hartkloppingen, darmproblemen of eczeem.”
„Ik heb patiënten gehad die niet meer konden lopen” - Rebecca Vandenabeele, psycholoog en promovenda in Tilburg
Vandenabeele: „Mensen kunnen heftige klachten hebben. Ik heb patiënten gehad die niet meer konden lopen of tijdelijk gezichtsverlies hadden. Soms kunnen angstgevoelens zo erg zijn dat mensen een paniekaanval krijgen en denken dat ze een hartaanval hebben. Bij zulke patiënten sluit de huisarts of specialist eerst andere aandoeningen uit.”
Vandenabeele, u kampte zelf met een burn-out. Had u ook lichamelijke klachten?
„Ja. In de aanloop naar m’n burn-out had ik veel last van mijn spijsvertering. Verder kampte ik met hartkloppingen, slaapproblemen en oorsuizen. Ik had niet door dat die problemen door stress kwamen en ging ervoor naar de huisarts. Die maakte een echo en prikte bloed, maar daar kwam niets uit. Dan denk je: het zal wel overgaan. Tot ik een burn-out kreeg.
Ik was paniekerig en kon niet meer tot rust komen. Slapen lukte niet meer, me ontspannen evenmin. Als je dat een week achtereen hebt, val je zo ongeveer uit elkaar. Bij mij duurde die periode twee maanden.
Mijn klanten liet ik weten dat ik wegens persoonlijke omstandigheden even niet kon werken. Dan zou je denken: de druk is van de ketel, dus dan kun je wel ontspannen en lekker slapen. Nou, niet dus. Omdat ik niet eens meer het huishouden kon doen, hielpen mijn man en m’n moeder me daarbij.
Ik had niet gelijk door dat ik een burn-out had. Mijn huisarts trok die conclusie.”
„Ik was paniekerig en kon niet meer tot rust komen” - Rebecca Vandenabeele, psycholoog en promovenda in Tilburg
Inmiddels bent u alweer enkele jaren op de been. Zijn de lichamelijke klachten helemaal verdwenen?
„Nee. Als de stress oploopt, komen de klachten terug. Dus van mijn lichaam krijg ik signalen als m’n stresssysteem niet goed meer uitgaat. Die signalen leer ik steeds beter herkennen. Daardoor kan ik eerder ingrijpen om te voorkomen dat ik weer uitval.
Het is een leerproces om je eigen grenzen te leren kennen. En om je bewust te zijn van je blijvende gevoeligheid voor een terugval. Zeker in de eerste jaren heb ik veel terugvallen gehad, waardoor ik soms ook m’n werk niet kon doen.
Ik ga ook preventief te werk. Afspraken zeg ik af als ik een volle agenda heb, zodat ik genoeg rustmomenten overhoud. Het maakt overigens niet uit of die afspraken voor werk of privé zijn.”
Maakt het uit of je burn-out als een psychische of als een lichamelijke aandoening beschouwt?
Vandenabeele: „Zeker. Sowieso vanuit maatschappelijk oogpunt. Doorgaans is er veel meer begrip voor lichamelijke aandoeningen dan voor mentale. Mentale klachten individualiseren we heel erg. Zo van: jij kunt blijkbaar niet goed met stress omgaan. Of: jij gaat over je grenzen heen. Terwijl mensen een lichamelijke aandoening, zoals griep, vaak als een kwestie van pech zien, waar je niets aan kunt doen.
Daarnaast maakt het veel uit voor de manier waarop je de behandeling insteekt. Want voor een psychisch probleem ga je naar de psycholoog. En dan ga je praten over je problemen en dan is het de bedoeling dat je je probleemoplossend vermogen versterkt. Daar zit veel actiegerichtheid en daadkracht in verpakt. Want jij moet anders met dingen leren omgaan.
Maar op het moment dat je burn-out meer als een lichamelijke aandoening ziet, ga je de behandeling in eerste instantie richten op het lichaam. Dus waar mijn psycholoog me vroeg een lijstje te maken van alle dingen die me stress geven plus mogelijke oplossingen, zei mijn slaapoefentherapeut dat ik elke dag minstens drie keer twintig minuten moest rusten. En dat als ik iets deed, zoals een korte wandeling of de boodschappen, ik daarna rust moest nemen.
Je hoort het al, dat is een wereld van verschil. Bij de psycholoog raakte ik alleen nog maar meer gestrest, omdat ik over mijn problemen moest nadenken. Voor je het weet denk je dat je een andere baan moet of dat het aan je huwelijk ligt. Als je een burn-out hebt, heb je helemaal niet de capaciteit om daarmee aan de slag te gaan. Maar mijn slaapoefentherapeut, die meer de lichaamsgerichte benadering hanteerde, zei dat het belangrijkste is dat ik genoeg sliep, zodat ik kon herstellen. Pas later kwam de vraag waar de stress vandaan kwam en wat ik eraan kon doen.”
Hamming, is de CSR-methode ook meer gericht op het lichamelijke aspect?
„Ja, maar onze methodiek is ook op de mentale aspecten gericht. In eerste instantie richt de behandeling zich vooral op het herstel van je ontspoorde stresssysteem, op het lichamelijke dus. Gaandeweg, als het beter gaat met de cliënt en de vitaliteit toeneemt, focust de therapie zich ook op het verbeteren van je zelfmanagement. Dan kijk je waarom je over je grenzen bent gegaan, en hoe je herhaling kunt voorkomen. Dus de vragen waar de psycholoog mee begint, komen bij ons pas aan bod als je meer energie hebt en je je lichamelijk beter voelt.”
Vandenabeele: „De CSR-methode is een zogeheten stepped care-aanpak. Elke stap heeft weer een andere invalshoek. En je gaat pas naar de volgende stap als je de eerste hebt doorlopen. Daarbij staat het lichamelijke herstel voorop.
Helaas wordt het lichamelijke aspect bij een burn-out doorgaans over het hoofd gezien. Het gevolg is dat mensen onvoldoende toekomen aan hun lichamelijk herstel. Naar ons idee duurt het daardoor langer voordat mensen duurzaam herstellen en krijgen ze vaker een terugval.”
Psychologen zullen patiënten aanraden stressfactoren te vermijden. Is dat niet voldoende voor mentaal en fysiek herstel?
Vandenabeele: „Nou, het gaat niet alleen om het vermijden van dingen die stress geven, maar ook om het vinden van de juiste balans tussen inspanning en herstel. Daar ontbreekt het bij psychologen vaak aan. Hoe zorg je ervoor dat je lichaam weer ontspant? Hoeveel rustmomenten bouw je in op een dag? En hoe vul je die momenten in? Ga je dan op je telefoon zitten of spreek je af met een vriendin? Of, een veelgehoord advies aan mensen die thuiszitten met een burn-out: Ga even koffiedrinken op je werk. Of ga leuke dingen doen.
Nee, je hoeft niks. Mensen worden onbewust tot veel meer actie aangezet dan goed voor ze is. En men vergeet dat er na een activiteit ook ontspanning en rust nodig zijn.
Trouwens, wat is stress? Dat is best een lastige vraag. Misschien vinden we het brengen van de kinderen naar school gewoon iets wat moet gebeuren en labelen we dat niet als stress. Maar wij zeggen: Alles wat jouw sympathische zenuwstelsel activeert, noemen we stress. Dat kan zijn: een mailtje van je werk, een gesprek met de bedrijfsarts, het doen van boodschappen of het vieren van je verjaardag. Die stressmomenten wil je inderdaad minimaliseren.”
In hoeverre is de CSR-methode wetenschappelijk onderbouwd?
Hamming: „Wij hebben sinds 2006 ervaring met deze methode en houden data over patiënten bij. Daaruit weten we dat de aanpak heel effectief is. De meeste patiënten herstellen grotendeels of helemaal. Dat betekent dat ze weer aan het werk kunnen en geen coaching meer nodig hebben. Maar we willen dat graag onafhankelijk laten verifiëren. Dat is een van de redenen waarom Rebecca er onderzoek naar doet.”
Vandenabeele: „We focussen ons nu eerst op de definitie van chronische stress. We willen ook weten wat de impact van langdurige stress is en waarom mensen daarvan uitgeput raken. In vervolgonderzoek hopen we te kijken naar de effectiviteit van de CSR-methode.”
„Onze aanpak is heel effectief, de meeste patiënten herstellen” - Carolien Hamming, directeur CSR Centrum in Meerkerk