Popartkunstenaar Andy Warhol keek de dood in de ogen
De Amerikaanse popartkunstenaar Andy Warhol (1928-1987) was thuis in de wereld van geld, glitter en glamour. Als geen ander worstelde hij ook met de keerzijde van roem, met de vluchtigheid van schoonheid en de leegheid van het bestaan.
Warhol is bekend van zijn felgekleurde zeefdrukken van beroemdheden als Marilyn Monroe, Jacqueline Kennedy, Lady Diana en de Nederlandse kroonprinses Beatrix. Schunck Museum in Heerlen heeft nu samen met The Andy Warhol Museum in Pittsburgh een tentoonstelling samengesteld over de donkere kant van de kunstenaar, over zijn fascinatie voor vergankelijkheid, het verstrijken van de tijd, de naderende dood. Gezellig is het allemaal niet, schedels en sinistere zelfportretten spelen een hoofdrol. Maar dat maakt de expositie niet minder relevant.
De tentoonstelling ”Andy Warhol: Vanitas” bouwt voort op de expositie ”Andy Warhol: Revelation”, die in 2019 in Pittsburgh was te zien en gaat dieper in op de thema’s vergankelijkheid en eindigheid in het leven en het werk van de kunstenaar.
Warhol was een toegewijde Byzantijnse katholiek. Zijn ouders waren Slowaakse immigranten. Tot de dood van zijn moeder in 1974 ging Andy bijna elke zondag samen met haar naar de kerk en ook de jaren daarna ging hij regelmatig.
Warhol was zich sterk bewust van de eindigheid van het leven, zeker na de mislukte aanslag op zijn leven
Warhol was zich sterk bewust van de eindigheid van het leven, zeker na de mislukte aanslag op zijn leven in 1968 door de feministe Valérie Solanas. Maar ook de aidsepidemie, die in de jaren tachtig zijn hoogtepunt bereikte, confronteerde hem met zijn sterfelijkheid.
Gecrashte Boeing 707
In 1962 maakte Warhol 1962 zijn eerste kunstwerk over het thema ”dood” met als titel: ”129 Die in Jet (Plane Crash)”. In de jaren daarna borduurde Warhol voort op deze thematiek, ernstig, maar ook met ironie. Voor zijn ”Death and Disaster-serie” (1962-1964) maakte hij zeefdrukken die tragische en gewelddadige beelden uit kranten, tijdschriften en films weergeven, zoals auto-ongelukken, zelfmoorden, elektrische stoelen en rampen.
In Heerlen is ”White Burning Car III” uit 1963 te zien, gebaseerd op een foto uit het tijdschrift Newsweek. Er is een auto te zien die over de kop is geslagen en in brand staat. Links loopt een voorbijganger die zich kennelijk niet bewust is van het ongeluk. Pas dan ziet de kijker de telefoonpaal waaraan de bestuurder hangt die uit de auto is geslingerd.
Warhol plaatste vijf zeefdrukken van dit schokkende beeld bij elkaar om de sensatiezucht van de media te bekritiseren. Als heftige beelden constant worden herhaald, raken ze ons steeds minder en hebben ze uiteindelijk geen effect meer. Slechts leegte blijft over. In een tijd waarin ongefilterde ellende via smartphone en computer onze levens dag na dag binnendringt, is Warhols kritiek meer dan ooit op zijn plaats.
Marilyn Monroe
Eenzelfde herhaling paste Warhol toe bij het portretteren van de beroemde actrice en Hollywoodster Marilyn Monroe, die in 1962 zelfmoord pleegde omdat ze worstelde met ernstige persoonlijke problemen en de druk van de roem niet aankon. Warhol maakte kort na haar dood onder meer een zeefdruk met vijftig portretten van de filmster. Voor de portretten links gebruikte hij felle, vrolijke kleuren; de rechter voerde hij uit in zwartwit, waarbij sommige niet meer zijn dan een zwarte vlek en andere zijn vervaagd.
Nog sterker benadrukte Warhol de vergankelijkheid van de roem in 1978, toen hij een serie werken maakte met de titel ”Marilyn Monroe: Reversal series”. Het gaat om portretten die als fotonegatieven in houtskooltinten zijn weergegeven. Van het kleurrijke beeld van vroeger is slechts een schim overgebleven.
Schedel
In de jaren zeventig van de vorige eeuw kocht Warhol op een vlooienmarkt in Parijs een schedel. Beelden ervan gebruikte hij in een serie foto’s, tekeningen, prenten en schilderijen. Hij was vooral gefascineerd door het schaduwspel van en op de schedel en hij probeerde met een lichtbron dramatische effecten te creëren.
Met deze werken voegde Warhol zich in de traditie van de Hollandse en Vlaamse meesters die in de zeventiende eeuw de ijdelheid en de vergankelijkheid van het leven in stillevens met verwelkende bloemen, uitdovende kaarsen, schedels, zeepbellen en uurwerken onder de aandacht brachten. Memento mori! Een paar vanitas stillevens uit het Rijksmuseum zijn ter illustratie in Heerlen te zien, onder meer van Jacques de Claeuw.
Warhol portretteerde ook zichzelf met schedels, bijvoorbeeld in ”Self-Portrait with a Skull” uit 1978. Terwijl de kunstenaar de kijker aanstaart, balanceert de schedel als een kroon op zijn hoofd. Of is het een dodenmasker, dat zomaar opeens voor zijn gezicht kan worden getrokken?
Het wordt in de tentoonstelling niet goed duidelijk hoe Warhol dacht over het leven na de dood. Hij was een complexe figuur, in wie geloof en bijgeloof met elkaar waren verstrikt. Zeker is dat hij ook geïnteresseerd was in occulte onderwerpen, zoals astrologie en mediums. Het lijkt er sterk op dat Warhol de dood tartte door hem recht in de ogen te kijken, terwijl hij uit alle macht het leven dat uit zijn vingers glipte probeerde vast te houden. Een typerende uitspraak is op de muren van het museum aangebracht: „Ik geloof niet in de dood, want ik denk altijd dat als iemand sterft, hij of zij eigenlijk naar de binnenstad gaat… naar Bloomingdales (een Amerikaanse keten van luxe warenhuizen, RL) en dat het dan alleen wat langer duurt voordat ze weer terugkomen.”
Warhol erkende dat de dood onvermijdelijk was, maar bekeek die met een afstandelijke blik om hem zo van zijn emotionele lading te ontdoen
Warhol erkende dat de dood onvermijdelijk was, maar bekeek die met een afstandelijke blik om hem zo van zijn emotionele lading te ontdoen. Alsof ook de dood iets was wat kon worden gereproduceerd – en dus onschadelijk gemaakt. Positiever geformuleerd: voor Warhol gaf juist de eindigheid het leven zijn schoonheid.
In zijn laatste zelfportretten leek Warhol alsnog te zwichten voor ”de laatste vijand”. Zijn gezicht verschijnt als een masker, bijna verstopt in schaduwen. Hij draagt zijn iconische grijze pruik, waarvan het haar omhoogstaat alsof het onder stroom staat. Hij lijkt de dood met afgrijzen te zien. Een indringend beeld met een diepe lading: memento mori. Tegelijk een iconisch beeld, dat Warhol, ironisch genoeg, onsterfelijk maakte.
De tentoonstelling ”Andy Warhol: vanitas” is tot en met 16 maart te zien in Schunck Museum in Heerlen.
www.schunck.nl