Dat meldde de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) vrijdag op basis van een onderzoek door Motivaction. Het onderzoeksbureau ondervroeg afgelopen zomer bijna 1400 mensen in de leeftijd van 18 tot 90 jaar. In 2017 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan. Toen was 64 procent voor zo’n wet. Dat percentage is gestegen naar 71 procent.

Ervaring hebben met voltooid leven heeft volgens de vereniging grote invloed op de mening over een Wet voltooid leven. Mensen die iemand kennen die zegt een voltooid leven te hebben, zijn vaker voorstander: 80 procent vindt dat zo’n wet er moet komen. Van de mensen die niet zo iemand in hun omgeving hebben, is 67 procent voor een nieuwe norm. Uit het onderzoek blijkt ook dat het aantal mensen dat zegt iemand te kennen die het leven als voltooid ervaart en niet verder wil leven, is gestegen: van 34 procent in 2017 naar 40 procent nu.

Volgens de huidige wettelijke regels is hulp bij zelfdoding of euthanasie enkel mogelijk bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden op grond van een medische (lichamelijke of psychische) aandoening. Alleen een arts mag stervenshulp bieden. Uit de peiling blijkt echter dat steeds meer mensen vinden dat stervenshulp ook door een andere levenseindebegeleider, die geen arts is, gegeven mag worden. In 2017 vond 28 procent dat dat moest kunnen; nu is dat 38 procent.

Onder de respondenten zaten ook mensen die tegen een vrijwillig levenseinde bij voltooid leven zijn. „Tegenstanders zijn bang dat zo’n beslissing te makkelijk genomen wordt, vinden dat het leven van ouderen moet worden verbeterd of wijzen het af om godsdienstige redenen”, schrijft de vereniging.