Moeilijke periode kan even nuttig zijn als bladval in de herfst
„Herfst, herfst, wat heb je te koop? Duizend kilo bladeren op een hoop. Zakken vol met wind, ja, mijn kind. Ik weet niet of jij dat aardig vindt.” Ja, de herfst is weer begonnen. De dagen worden korter, de kleuren aan de bomen veranderen, spinnenwebben in de tuin, pompoenen, paddenstoelen, storm en regen. Een heel mooie periode om van het bos te genieten. De verkleurende bladeren spelen hierbij natuurlijk een grote rol, maar misschien ook wel die typische herfstgeur. De combinatie van vocht en verterende plantenresten zorgt voor die weeïge, aangename geur.
De bomen laten hun bladeren vallen om uitdroging te voorkomen. Bij lagere temperaturen kunnen hun wortels minder gemakkelijk water opnemen en bij vorst al helemaal slecht. Bladeren hebben huidmondjes, die vocht verdampen. Als de boom zijn bladeren niet laat vallen, blijven de huidmondjes verdampen, maar komt er via de wortels nauwelijks vocht de boom in. Het gevolg: uitdroging. Dan kan de boom beter die bladeren laten vallen, niet uitdrogen en nieuwe bladeren maken als de wortels weer water kunnen opnemen.
Ook ik merk die herfst in mijn tuin, wonend naast grote bomen. En dat betekent veel blad ruimen de komende weken. Of toch niet? Voor velen is het geluid van de bladblazers en versnipperaars een verschrikking.
Regen en gevallen bladeren zetten het verteringsproces in de herfst in volle gang. Door de vochtigheid zetten veel verschillende soorten bacteriën en schimmels de herfstbladeren om in voedingsstoffen. Een gevarieerd en talrijk bodemleven (met bijvoorbeeld wormen, pissebedden, miljoenpoten, schimmels enzovoorts) zorgt voor een betere structuur van de bodem en voor voedsel voor de planten. Ook bomen nemen deze voedingscompost in het voorjaar en in de zomer weer uit de bodem op om te groeien. En zo is de kringloop rond.
Voor mij staan bomen in de winter symbool voor mensen, die ook in moeilijke tijden moeten ‘overwinteren’. De neiging is om je dan terug te trekken in jezelf. De energie die je hebt, is hard nodig om voor jezelf te zorgen. En je weet ook niet hoe lang zo’n periode duurt. In mijn vorige column schreef ik over liminaliteit . Die ‘ondertussen-periode’, een tussenruimte tussen een oude en een nieuwe situatie, waarnaar we onderweg zijn.
Daarbij moeten we zorgen dat we niet vereenzamen als mens. We hebben die ander nodig, zoals bomen geworteld zijn in een ecologisch netwerk, waardoor ze voedingsstoffen krijgen als de lente weer aanbreekt. Mensen hebben eveneens een netwerk van familie en vrienden nodig.
Wat is nu het nut van al die neerdwarrelende bladeren in de natuur? Je zou het als verspilling kunnen zien. Wie echter zo oppervlakkig naar deze bladerendeken op de grond kijkt, valt waarschijnlijk ten prooi aan een zeer aanwezige soort van optimalisatiedenken in onze maatschappij. Alles moet nut hebben en wel op korte termijn. Echter, in moeilijke tijden leer je dat niet alles (direct) nut heeft. Achteraf terugkijkend zie je allerlei nuttige lessen die je geleerd hebt in een moeizame levensperiode, die doelloos leek. Die verrijkte en verdiepte je persoon echter naar geest en lichaam. Dat heet ervaring. Ik wens u toe dat u deze herfsttijd doelloos door het bos zwerft en naar die bladeren kijkt, denkend aan wat er in het leven kan neerdwarrelen om nieuwe levenservaringen, die je rijper maken, op te doen. Als je in het leven moeilijke periodes doormaakt, zie je veel dingen als tijdverspilling. Waar dient het allemaal toe? Je komt niet bij het direct realiseren van de verlangens, wat je als doel stelt. Het vertragen in zo’n tussenperiode –zo je wilt ‘tijdverspilling’– is aanleiding voor nieuwe waardevolle ideeën, al lijkt dit een grote tegenstelling. Laat wie zo dezer dagen door het bos struint, zich openstellen voor het ongewisse, voor niet geplande uitkomsten. Dit is niet verspilling als doel op zich, maar verspilling als gevolg van ondoelmatigheid. Hopelijk geeft dit voeding aan een nieuwe ‘biodiversiteit aan ervaringen’, waarmee je betekenisvol kunt bijdragen in een volgende levensfase. Deo volente!
De auteur werkt bij de CHE en Nyenrode Business Universiteit.