Ook partijen in de Tweede Kamer zien dat extra maatregelen nodig zijn om de klimaatdoelen te halen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) meldt donderdag dat het „heel erg onwaarschijnlijk” is dat het wettelijk vastgelegde klimaatdoel van 55 procent minder uitstoot in 2030 wordt gehaald. Minister Sophie Hermans (Klimaat) wil in het voorjaar extra stappen zetten.
„Slecht nieuws”, noemt Wytske Postma van regeringspartij NSC het rapport van het PBL. Volgens haar betekent het „dat we moeten komen met alternatief beleid en met voorstellen om de knelpunten in de uitvoering van de grote projecten weg te nemen”.
Ook coalitiegenoot VVD vindt dat het kabinet „aan de bak” moet. „Het kabinet moet de komende maanden ook gaan kijken wat voor extra alternatief beleid nog nodig is om de achterstand in te lopen en om zo ervoor te zorgen dat Nederland schoner en energieonafhankelijker wordt”. Verder vindt hij dat de gebrekkige uitvoering moet worden aangepakt en dat plannen die al klaarliggen, zoals de bijmengverplichting groen gas, sneller moeten worden gerealiseerd.
Coalitiepartner BBB heeft minder haast. Voor Henk Vermeer is het rapport van PBL „een signaal, een rood lampje op het dashboard. Het dwingt ons tot een pitstop om te evalueren en de strategie te herzien, in plaats van rücksichtslos door te rijden met beleid dat duidelijk hapert in de uitvoering”. Hij vindt het belangrijk dat maatregelen „haalbaar” zijn. Het huidige beleid is volgens hem te veel gericht op „snelle resultaten, terwijl structurele verandering een langere adem vraagt”.
De oppositie luidt daarentegen de alarmklok. „Terwijl de opwarming van onze planeet versnelt, breekt het kabinet het klimaatbeleid af”, meent Suzanne Kröger van GroenLinks-PvdA. Het kabinet „laat toe dat de belangen van de fossiele industrie, de intensieve veehouderij en de luchtvaart de toekomst van onze planeet in gevaar brengen”. Volgens D66’er Rob Jetten kiest het kabinet „niet voor groene groei, maar voor grijze krimp”. Hij vindt dat BBB „de kop in het zand” steekt.
