OpinieMilieu en technologie
Door onze omgang met huis-, tuin- en keukendieren verdwijnt het natuurlijk gejubel

Het aantal dieren op aarde daalt dramatisch snel. De gemiddelde Nederlander ontgaat dat. Die komt in het dagelijks leven slechts drie soorten tegen: huis-, tuin- en keukendieren.

beeld RD
beeld RD

De tamme huisdieren leven luxueus all-inclusive mee in onze woningen. Naast eten en drinken krijgen ze persoonlijke aandacht, vertroetelende massages en zelfs hoogwaardige medische zorg. De wilde tuindieren moeten zelf voor hun eten en onderdak zorgen. Afgezien van enkele soorten die wat voedselhulp kunnen krijgen en waarvoor soms een simpele cascowoning beschikbaar staat. De keukendieren komen gewoonlijk postuum in onderdelen tot ons, keurig verpakt, soms ook bevroren, vaak onherkenbaar verwerkt in eetbare substanties.

Buiten deze drie categorieën zijn er toevallige observaties tijdens uitstapjes en vakanties, bij bezoeken aan (pluim)veebedrijven, en vooral virtueel bij het bekijken van natuurdocumentaires. Maar dat zijn doorgaans weinig plakkende ver-van-mijn-bedshows. Tenzij er als souvenir bedwantsen meegenomen kunnen worden. Dan geeft dat een heftige herinnering aan een piek in het huisdieraantal.

In zo’n 40 procent van de Nederlandse huishoudens leven in totaal ongeveer 3 miljoen katten en 1,8 miljoen honden. Mensen voelen zich blijkbaar prettig met een vleesetend roofdier als knuffel. In de overige 5 procent huishoudens met niet-menselijke huisgenoten zijn vooral prooidieren als vissen, vogels en knaagdieren populair. Al zijn er ook liefhebbers van reptielen, amfibieën en insecten.

Omdat voor veel mensen geld, tijd en woonruimte steeds schaarser worden, zal het aantal huisdieren gestaag dalen. Meestal door natuurlijk verloop, want een huisgenoot zomaar dumpen geeft een schuldgevoel. Bij de niet-zoogdiersoorten gaat dat gemakkelijker: er is minder emotionele binding dankzij minder tastbare contactmomenten, doordat ze meestal geen bewegingsvrijheid in huis krijgen maar achter glas of tralies zitten. Honden en katten daarentegen zijn vaak tot echte gezinsleden gepromoveerd, soms zelfs tot een status vergelijkbaar met die van een kind.

Dat bleek onlangs in Amerika toen Haïtiaanse immigranten valselijk werden beschuldigd van het opeten van andermans huisdieren. Dat leidde tot angst voor en woede tegen die gemeenschap, net als vroeger gebeurde richting Joden door verzonnen verhalen over kindermoord. Deze geniepige nieuwe variant lokt een zelfde pogromgedrag uit als bij de eerdere antisemitische leugens, maar lijkt onschuldiger ”omdat het maar om dieren gaat”. Sluw bedacht dus door die cynische verdeeldheid zaaiende volksmenners. Wees niet naïef: wie hen steunt kiest voor onrecht en tirannie.

Tegelijkertijd ook voor minder tuindieren. Corrupte populisten offeren natuur gemakkelijk op voor gewin op korte termijn. Houtkap, gas- en oliewinning, mijnbouw, en vooral ook bouwprojecten leveren snel veel geld en dus ook macht op. Maar daardoor nemen de leefgebieden van in het wild levende dieren af, en dus ook hun aantallen en de kans dat ze in de tuin te zien zijn.

In fijn verkaveld Nederland zijn de natuurterreinen omtuind, en bij gebrek aan een ecologische hoofdstructuur kunnen dieren lastig rondtrekken. Net als een kikker vanuit een boerensloot nog nauwelijks levend een geschikte zomerplek in een woonwijk kan bereiken vanwege wegen, schuttingen, en onderhoudsvrije tuinen zonder dekking tegen de vele jagende katten. Door overbemesting en monoculturen voor veevoedsel zijn de levensomstandigheden op het platteland evenzo verslechterd. Zowel de huisdieren als de keukendieren concurreren de tuindieren weg.

Die ontwikkeling moet worden omgebogen: het wereldwijde ecosysteem raakt instabiel als de populaties wilde dieren instorten. We zullen het zelfzuchtig exploiteren van huis- en keukendieren moeten terugdringen ten gunste van de tuindieren. Terug naar de Bijbelse lijn van sabbatsjaar en jubeljaar: regelmatig even economisch een stapje terugdoen om de dieren van het veld ruimte en tijd te geven voor herstel en gejubel.

Alles wat adem heeft love de Heere, zingen we dierbaar. Maar ondertussen smoren we de natuurlijke lofzang tot God. Naarmate dieren meer verdwijnen met hun refreinen dooft hun geluid. De nagalm van de tuin van Eden sterft in het heden steeds sneller uit.

De auteur is adviserend ingenieur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer