Binnenland
Vogelkenners zien steeds meer koereigers en voorzien ‘explosie’

Koereigers veroveren Nederland in rap tempo. De vogels komen oorspronkelijk voor in Afrika en Azië, maar onder invloed van klimaatverandering en een toename van graslanden in de landbouw zijn ze de afgelopen decennia steeds verder naar het noorden verschoven. In Nederland is de soort de afgelopen jaren opgeklommen van dwaalgast tot „blijvertje”, signaleert Sovon Vogelonderzoek. Het kenniscentrum verwacht zelfs een „grote aantalsexplosie”.

ANP

In 2021 en 2022 broedden drie paren voor het eerst succesvol in Nederland. Dit jaar is het aantal broedparen al toegenomen tot ongeveer dertig, verdeeld over zes kolonies. De kleine reigers zijn onder meer waargenomen in Zeeuws-Vlaanderen, de Biesbosch en Flevoland. Los van deze broedende exemplaren worden vooral in de nazomer steeds grotere groepen koereigers gezien. Door hun grote mobiliteit is het volgens Sovon wel lastig om het aantal goed in te schatten.

„Opwarming van de aarde blijkt gunstig te zijn voor met name de noordwaartse uitbreiding van het verspreidingsgebied”, legt Sovon uit. Die opwarming kan echter ook een keerzijde hebben: door de toegenomen droogte in Spanje en Portugal is de populatie daar de laatste tijd juist in aantal afgenomen.

Koereigers staan bekend om hun grote expansiedrift. Ze staken bijna een eeuw geleden al zelfstandig de Atlantische Oceaan over, om zich vervolgens te verspreiden over een gebied van Canada tot Vuurland. De vogels danken hun naam aan hun jachttactiek: ze volgen vaak grazend vee en zitten ook regelmatig op de rug van grazende dieren. Koeien en andere grazers helpen de reigers bij hun jacht op bijvoorbeeld insecten en kikkers, doordat die wegspringen of opvliegen wanneer een zware poot neerdaalt op het gras.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer