Binnenland
Hasna A. ontkent dat ze jezidi-vrouwen in Syrië als slaaf had

Op de eerste dag van de strafzaak tegen de 33-jarige Hasna A. uit Hengelo heeft ze ontkend dat ze tijdens haar verblijf in Syrië twee jezidi-vrouwen als slaaf heeft gebruikt. Het is voor het eerst dat in Nederland iemand terechtstaat voor een misdrijf gepleegd tegen jezidi’s.

ANP

Het Openbaar Ministerie verdenkt A. ervan dat ze in 2015 naar Syrië afreisde om zich aan te sluiten bij de terroristische organisatie IS, waarmee ze bovendien haar 4-jarige autistische en zwakbegaafde zoontje in een hulpeloze toestand bracht. Hij kon er niet naar school. „Ik wilde in het kalifaat een nieuw leven opbouwen”, verklaarde de vrouw maandag in de rechtszaal van Schiphol. „Ik wilde weg uit Nederland en zocht rust.” Ze radicaliseerde volgens haar psycholoog en psychiater razendsnel, met weinig kennis van de islam. In Syrië belandde ze in een vrouwenhuis. Ze trouwde er een IS-strijder en kreeg nog drie kinderen, tot ze van hem scheidde.

De afgelopen jaren zijn meerdere IS-vrouwen veroordeeld voor hun steun aan de jihadistische strijd. Maar de zaak van A. onderscheidt zich van eerdere processen, omdat ze daarnaast terechtstaat voor slavernij. Ze zou in de periode mei 2015 tot december 2015 en van april tot augustus 2016 twee jezidi-vrouwen als slaaf hebben gebruikt in de Syrische IS-hoofdstad Raqqa. A. zou de vrouwen volgens justitie vele uren per dag schoonmaakwerk hebben laten verrichten en zou hen ook hebben laten zorgen voor haar zoon.

De slachtoffers worden door de rechtbank aangeduid met de namen Z. en S. De eerste woont de strafzaak bij vanachter een scherm, zodat ze alleen zichtbaar is voor de rechters. De rechtbank wil zo haar anonimiteit waarborgen, omdat ze behalve slachtoffer een belangrijke getuige is.

Z. heeft verklaard dat ze voor de verdachte moest koken en wassen. A. ontkent dat ze opdrachten uitdeelde en haar aan het werk zette. Na haar huwelijk zou haar echtgenoot A. in een huis hebben geplaatst van een vriend, waar de jezidi-vrouw al huishoudelijk werk verrichtte. A. wist naar eigen zeggen wel dat Z. daar tegen haar wil werd vastgehouden. „Maar ik leefde mijn eigen leven, teruggetrokken op mijn eigen kamer. Ik maakte mijn eigen bed op en maakte mijn eigen kamer schoon.”

A. werd in november 2022 opgehaald uit een gevangenenkamp uit Syrië. Woensdag gaat het strafproces verder met slachtofferverklaringen van Z. en S. In de middag geven de officieren van justitie hun visie op de zaak en volgt de strafeis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer