OpinieSpotlight
Afscheid van SGP-voorlichter Menno de Bruyne: een ware theocraat

Met het aanstaande vertrek van Menno de Bruyne en na het overlijden van Gerrit Holdijk in 2015 dreigt een bepaald type SGP’er uit te sterven: dat van de ware theocraat, die vrolijk langs de zijlijn staat.

beeld RD
beeld RD

Ach Menno, daar gaat-ie. Na veertig jaar Binnenhof is zelfs voor hem het uur van vertrek aangebroken. Op 7 november, Deo volente, gaan we hem in de Haagse Kloosterkerk de hand schudden, toespreken en uitzwaaien. Mijn oude hart zal met weemoed vervuld zijn.

Als het Binnenhof, dat zoals bekend momenteel wordt gerestaureerd, ooit weer opengaat, dan zou ik dit graag zien: dat Menno, inmiddels in de zeventig, misschien wel met een stok, het lint mag komen doorknippen en dat hij dan een speech ten beste mag geven, in een tweedjasje, met de pet in de hand. Hij zal spreken over de rijke historie van die vierkante kilometer aan de Hofvijver, politieke anekdotes debiteren, in een mengeling van ernst en humor, waardig, geleerd en relativerend. Nog één keer typisch Menno de Bruyne: Engels en toch zo Hollands, een Zeeuw die Hagenaar werd, een politicoloog die uitgroeide tot de vraagbaak van het parlement.

Voorlichter Menno de Bruyne (rechts) te midden van prominente SGP’ers bij de uitslagenavond van de Provinciale Statenverkiezingen in 2023. beeld Cees van der Wal.

Ik leerde Menno kennen toen ik in 1995 toetrad tot de politieke redactie van deze krant. Menno was een beetje anders, zag ik toen meteen al. Lang haar, kleurrijk gekleed, goedlachs, erudiet. Dat hij ooit op zijn post, op de afdeling voorlichting van de SGP, was aangenomen, bewees dat zelfs de strengste procedures geen enkele garantie voor een goede uitkomst bieden, naar hij mij later schaterlachend toevertrouwde.

Hij was niet alleen een alom erkend expert op het gebied van het staatrecht en de parlementaire geschiedenis, maar las ook gedichten, vooral van Ida Gerhardt en Geerten Gossaert. Hij kopieerde voor mij de stukjes die Koos van Zomeren over boer C. van den Dikkenberg uit Lunteren schreef , en die ik nog altijd koester.

Ik denk dat ik mag zeggen dat het wel klikte. Vele herinneringen komen boven, met als hoogtepunt toch wel de nacht van 6 op 7 maart 2002, toen we samen naar het debat tussen Pim Fortuyn en Ad Melkert keken. We waren beduusd, verbijsterd, maar ook zelden zo vrolijk.

Waarin zat het hem nu precies, dat onderscheidende van Menno? Ik denk dat we in de buurt van een antwoord op die vraag komen wanneer we bedenken dat er eigenlijk twee soorten SGP’ers zijn, en dat Menno een gezicht gaf aan een bepaalde groep binnen de SGP.  Sommige SGP’ers zijn vaak wat zwaar op de hand, wat strakker en preciezer, wat sneller in paniek. Ze geloven in programma’s en acties, in strategische en tactische overwegingen, en bewaken de eenheid met ijzeren hand.

Zo niet de groep van SGP’ers waartoe Menno behoort. Die leven meer bij de dag, zijn wat rekkelijker en laconieker, hebben geen benul van strategie en tactiek, en leggen hun zaak in Gods goede Vaderhand. Zij zijn de ware theocraten. De marge is hun natuurlijke domein, maar ze staan daar met opgeheven hoofd.

Wie zich zo gauw niet iets kan voorstellen bij de mentaliteit van die hervormde minderheid binnen de SGP, moet het boekje eens doorbladeren dat in 2015 verscheen bij het afscheid van senator Gerrit Holdijk (1944-2015). Het bevat goudgerande uitspraken uit speeches, toespraken en interviews. Iedere vorm van profileringsdrang ontbrak volledig bij deze individualist in de coulissen. „Ik kan geen leiding geven en kan geen leiding hebben”: dat vat het mooi samen.

Mr. G. Holdijk (1944-2015), voormalig Eerste Kamerlid voor de SGP, bij het standbeeld van koningin Wilhelmina in Apeldoorn. beeld RD, Henk Visscher

Ik mocht Holdijk eens interviewen, en reed op een zaterdagmiddag van Gouda naar Apeldoorn. Hij ontving mij met de opmerking dat hij eigenlijk geen trek had in een interview, maar wel interesse had in een goed gesprek. Als ik daar per se verslag van wilde doen, nou ja, dan moest dat maar. En als de journalist dacht dat de politicus zich vergiste, moest hij hem maar onderbreken.

Deze houding trad al aan het licht bij het christelijk-historische verzet tegen Abraham Kuyper. Kuyper was de partijman, de organisator, de leider, de man van afgedwongen eenheid en discipline. A.F. de Savornin Lohman was de man die er was voor heel het volk, de individualist, de man die zonder last of ruggenspraak zijn werk wenste te kunnen doen, onafhankelijk. Menno is de erfgenaam van Holdijk en Lohman.

In een zeer persoonlijke lezing in de Goudse Sint-Jan heeft Menno zich eens subtiel en indirect gepresenteerd als zoon van ds. Doornenbal. Het ging onder andere over de spreekbeurt die Doornenbal eens voor de SGP in Deventer zou houden. Hij wist niks van politiek, naar eigen zeggen, en de paar aanwezigen in een halfduistere huiskamer waren ook meer in andere dingen dan in politiek geïnteresseerd. En over die dingen hebben ze die avond zitten praten.

En nu gaat Menno de Zeeuw Den Haag verlaten, niet alleen het Binnenhof maar ook zijn appartement in het buurtje Marlot. De zandweg voor zijn nieuwe huis vormt de grens tussen Drenthe en Friesland. Er zullen wel veel schapen en koeien lopen.

Ik neem mijn hoed af, maak een diepe buiging en dank voor alle vriendschap.

De auteur is historicus en publicist, en doceert kerkgeschiedenis aan het Hersteld Hervormd Seminarium.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Spotlight

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer