„Toen de beklaagde de presidentsverkiezingen van 2020 verloor, nam hij zijn toevlucht tot misdaden om te proberen in functie te blijven”, schrijft Smith onder meer. De speciaal aanklager betoogt dat Trump als presidentskandidaat en dus als privépersoon op criminele wijze handelde en niet als (uittredend) president. Dat volgt op een uitspraak van het Hooggerechtshof in juli dat Trump niet vervolgd kan worden voor acties die binnen zijn grondwettelijke bevoegdheden als president vielen.

In het document staat onder andere dat Trump op 1 januari 2021 tegen zijn vicepresident Mike Pence zou hebben gezegd dat mensen „je zullen haten” en zullen „denken dat je dom bent” als hij de goedkeuring van de verkiezingsuitslag op 6 januari niet zou tegenhouden. Die dag vond de bestorming van het Capitool plaats door aanhangers van Trump. Ook zou Trump volgens een medewerker van het Witte Huis tegen familieleden hebben gezegd dat „het niet uitmaakt of je de verkiezingen hebt gewonnen of verloren. Je moet nog steeds keihard vechten”.

De meeste details waren wel al bekend. De zaak tegen Trump wordt onder meer door vertraging bij het Hooggerechtshof niet behandeld vóór de komende presidentsverkiezingen van 5 november. De oud-president heeft gezegd dat hij onschuldig is. Er lopen ook nog andere zaken tegen hem.