Vorige week werd bekend dat contactgegevens van alle tienduizenden politiemedewerkers zijn buitgemaakt bij een computerinbraak bij de politie. Van Weel schrijft dat het lijkt te gaan om de zogeheten global address list, met daarin visitekaartjes met namen, e-mailadressen en telefoonnummers. Soms staan er ook privégegevens in.

Eerder woensdag zei de minister tijdens een Kamerdebat al dat er ook e-mailadressen van een aantal partners van de politie zijn buitgemaakt. Het kan gaan om advocaten en officieren van justitie. De betrokken partners zijn ook ingelicht, schrijft hij. Dit wordt nog verder onderzocht.

De diensten waarschuwen in hun jaarverslagen al langer voor de toename van cyberaanvallen waarvoor een ander land (statelijke actor) verantwoordelijk is. Gedacht wordt dan aan landen als Rusland, Iran of China. Van Weel noemt in zijn brief geen land.

De minister zegt dat hij en de politie de hack uiterst serieus nemen. De politie is volgens hem bezig om in samenwerking met nationale (veiligheids)partners alles te doen om de medewerkers „te beschermen en verdere schade te voorkomen”. De korpschef heeft woensdag alle medewerkers op de hoogte gesteld en opgeroepen tot waakzaamheid, aldus Van Weel. Betrokkenen kunnen met hun zorgen en vragen terecht bij een speciaal opgezet meldpunt of bij hun leidinggevende.

„Ik heb de afgelopen dagen veel collega’s gesproken die met vragen zaten en zich zorgen maakten”, meldt korpschef Janny Knol. Over de beveiligingsmaatregelen die zijn genomen naar aanleiding van de aanval, kan de politie niets loslaten „om de daders niet wijzer te maken en verder onderzoek niet te schaden”.

Bij de politie zijn ongeveer 64.000 voltijdsbanen. Het gaat hierbij niet alleen om agenten maar ook alle andere medewerkers.