Korpschef Janny Knol vindt dat de recente grote politiehack duidelijk maakt hoe belangrijk het is om alert en weerbaar te zijn. Knol reageerde woensdagavond in Nieuwsuur op het nieuws dat de AIVD en MIVD vermoeden dat een ander land achter de cyberaanval zit. „Het is heel kwetsbaar dat het in je eigen organisatie gebeurt”, aldus Knol.
Vorige week werd bekend dat bij een computerinbraak bij de politie contactgegevens van alle tienduizenden politiemedewerkers zijn gestolen. Justitieminister David van Weel meldde eerder woensdagavond dat het lijkt te gaan om de zogeheten global address list, met daarin visitekaartjes met namen, e-mailadressen en telefoonnummers. Soms staan er ook privégegevens in.
De korpschef herhaalde dat ze „enorm geschrokken” is van de cyberaanval. Ze heeft haar collega’s woensdag ingelicht over de bevindingen van de diensten. Daarbij heeft ze naar eigen zeggen nogmaals benadrukt dat alle politiemedewerkers bedacht moeten zijn op phishingmails of verdachte telefoontjes of whatsappjes. „Men moet de alertheid hebben om dat te melden en te laten uitzoeken.”
Op de vraag of Knol zichzelf iets kwalijk neemt als het gaat om beveiliging, stelt de korpschef dat ze dat op dit moment nog „een moeilijke beoordeling” vindt. „We zijn nu vol aan de slag om deze hack dicht te zetten, om te zorgen dat de security op orde is en nader onderzoek te doen naar hoe het is gekomen.”
Volgens Knol zijn hackers bovendien lastig bij te benen en ontstaan „heel snel andere typen hacks”. Daardoor zou het „heel moeilijk” zijn om „alles dicht te zetten en te houden” en een hack helemaal te voorkomen. „Dat geldt ook voor andere overheidsdiensten waar dit ook zou kunnen gebeuren.”