Ruim een op de drie kantoren die minimaal energielabel C zouden moet hebben, voldoet daar naar schatting niet aan. Dat staat in een brief die minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) naar de Kamer heeft gestuurd. Van de kantoren die onder de plicht zouden vallen, heeft 9 procent energielabel D of lager, en 27 procent helemaal geen label.
Begin vorig jaar ging de verplichting in. Een deel van de gebouwen, zoals rijksmonumenten en kantoren van minder dan 100 vierkante meter, hoeft er niet aan te voldoen. Wie zich niet aan de regel houdt, kan met een dwangsom of andere sanctie te maken krijgen.
Na de invoering van de regel is het percentage kantoren met een ‘groen’ label naar schatting gestegen van 56 naar 64 procent. Maar nog steeds voldoet een flink deel dus niet. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) denkt dat het gaat om 22 procent van het totale kantooroppervlak. Cijfers van gemeenten zijn optimistischer: daar voldoet zo’n één op de vijf kantoorgebouwen niet.
Overheidsgebouwen scoren gemiddeld slechter. Van de 1144 overheidskantoren heeft 12 procent een ‘rood’ label en 46 procent geen label. Dat komt grotendeels doordat de meeste gebouwen van Defensie en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) geen energielabel hebben, en doordat 44 procent van de kantoren van Rijkswaterstaat energielabel C of lager heeft. Als het om oppervlakte gaat, doet de overheid het wel beter dan het landelijk gemiddelde.
Gemeenten hebben tot nu toe duizenden waarschuwingen gegeven voor gebouwen die niet aan de labeleis voldoen. Voor zover de RVO weet, legden de gemeenten voor 24 kantoorgebouwen een last onder dwangsom op.
