In het Gelderse Putten wordt woensdag de razzia van Putten van tachtig jaar geleden herdacht. Ook koning Willem-Alexander is daarbij aanwezig. Hij spreekt met nabestaanden en woont een herdenkingsbijeenkomst bij.
Op 1 en 2 oktober 1944 voerden de Duitse bezetters in Putten een razzia uit. 659 mannen tussen de 15 en 50 jaar oud werden weggevoerd uit het Gelderse dorp, als vergelding voor een beschieting op een auto van de Duitse Wehrmacht door leden van het Puttense verzet. In totaal stierven 552 mensen, 48 mannen keerden na de bevrijding terug in Putten.
De beschieting in de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 richtte zich op een groep Duitse officieren. Doel van de actie was het bemachtigen van documenten, maar de overval mislukte. Een Duitse korporaal sloeg alarm en de Duitse legertop reageerde woedend. Putten werd afgesloten van de buitenwereld. Op 1 oktober moesten alle Puttenaren op een plein in het dorp verschijnen, onder het mom van een controle op het persoonsbewijs. De vrouwen en kinderen werden naar een kerk gedreven, mannen naar een school achter de kerk. De volgende dag werden de mannen weggevoerd. Eerst naar kamp Amersfoort, daarna naar Duitsland. De vrouwen en kinderen waren al eerder vrijgelaten, maar de Duitsers staken nog wel ruim honderd huizen in brand.
In Amersfoort werden 58 mannen nog vrijgelaten om gezondheidsredenen, en uit de trein onderweg sprongen nog eens 13 mannen. 588 mannen arriveerden uiteindelijk in concentratiekamp Neuengamme. De meeste mannen overleefden de razzia niet. Ook werden tijdens de razzia 7 mensen doodgeschoten.
De herdenkingsbijeenkomst wordt jaarlijks drukbezocht. Ook dit jaar is er veel belangstelling. Voor de herdenkingsbijeenkomst in de Oude Kerk zijn alle toegangsbewijzen vergeven. Verder zijn er besloten bijeenkomsten voor nabestaanden en genodigden en is er een stille tocht. De herdenking wordt afgesloten met een plechtigheid bij ‘De treurende weduwe’, het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers dat in 1949 door koningin Juliana werd onthuld.