Deze zomer verschenen er diverse spraakmakende en interessante boeken over mediagebruik. Wat hebben ze te vertellen en wat kunnen ze bijdragen aan mediaopvoeding en mediawijsheid?
„Stel, je oudste dochter is tien geworden en een miljonair met visionaire ideeën (…) blijkt haar te hebben uitgekozen om deel te nemen aan de eerste permanente menselijke missie op Mars.” Sociaal psycholoog Jonathan Haidt laat er in de eerste alinea’s van ”Generatie angststoornis. Wat sociale media met onze kinderen doen” geen misverstand over bestaan: wat hem betreft zijn moderne media als de planeet Mars. Technologiebedrijven maakten hun eigen ‘planeet’ waarop ze zonder scrupules onervaren gebruikers uitnodigen. Ouders en opvoeders hebben het nakijken, terwijl hun kinderen –de nieuwe planeetbewoners– niet opgewassen zijn tegen alles wat ze in de onbekende wereld tegenkomen.
„Amerikaanse leerlingen maken steeds kortere nachten, jongeren zijn sinds de opkomst van moderne media minder tevreden over zichzelf”
Dat kan niet zonder gevolgen zijn, betoogt Haidt in zijn veelbesproken boek, dat inmiddels al meer dan twintig weken een van de meestverkochte boeken ter wereld is. Aan de hand van onderzoeken laat hij zien welke weerslag het gebruik van sociale media heeft op het sociale welbevinden van jongvolwassenen en hoe te veel schermtijd de jeugd beschadigt.
Korte nachten
De cijfers zijn onthutsend. Amerikaanse leerlingen maken steeds kortere nachten, jongeren zijn sinds de opkomst van moderne media minder tevreden over zichzelf en het aantal Zweedse jongens in de hoogste groepen van de basisschool (zo rond de 14 jaar) dat „zo ongeveer dagelijks” naar porno kijkt, is met bijna 10 procent gestegen. Hoe de cijfers zich vertalen naar de Nederlandse samenleving wordt niet duidelijk, maar vermoedelijk zullen de verschillen niet zo groot zijn.
Meisjes lijden meer schade dan jongens, constateert Haidt. Hij citeert de Amerikaanse influencer Jessica Torres, die haar persoonlijke waarde en de waarde van haar werk begon af te meten aan het aantal likes dat ze op haar posts kreeg. Ook kent hij meerdere meisjes die een einde aan hun leven wilden maken omdat ze maar niet aan het ideaalbeeld op sociale media konden voldoen.
„Laat kinderen weer ouderwets kind zijn, lijkt het devies van Jonathan Haidt”
Er is, concludeert de sociaal psycholoog, sprake van normloosheid. In de virtuele wereld ontbreken stabiele en breed gedeelde normen en regels, en daardoor ervaren jongeren het leven vaker als zinloos dan hun leeftijdsgenoten pakweg 25 jaar geleden.
Dat het zover is gekomen, heeft volgens Haidt niet alleen te maken met de inhoud van sociale media maar ook met de technologie achter sociale media. Websites en apps zijn er immers op gericht om de aandacht van gebruikers zo lang mogelijk vast te houden en bevatten bewust verslavende technieken om dat doel te bereiken.
Ouderwets kind zijn
Valt het tij nog te keren? En kun je jongeren beschermen tegen de vele negatieve invloeden die sociale media op hun geest hebben?
Wat Haidt betreft wel. Hij noemt een aantal concrete manieren waarop scholen en opvoeders in het geweer kunnen komen. Telefoonvrije scholen zouden kunnen helpen, evenals buitenactiviteiten, zomerkampen zonder smartphones en een duidelijke dagstructuur. Daarin spelen opvoeders een belangrijke rol. Zij moeten opnieuw leren om hun kinderen los te laten en de wereld te laten verkennen. Laat kinderen weer ouderwets kind zijn, lijkt zijn devies.
„Als ”Generatie angststoornis” iets leert, is het dat veel ouders en jongeren machteloos staan”
Overheden kunnen op hun beurt meer rekening houden met kinderen bij het inrichten van de openbare ruimte. Als zij de leeftijd van ”digitale volwassenheid” verhogen naar 16 jaar en meer beroepsonderwijs en stageplaatsen creëren, zouden jongeren hun leven als zinvoller ervaren.
Hoe praktisch de suggesties van Haidt ook zijn, meer dan eens komen ze over als een schot voor open doel. De tips voor ouders lijken grotendeels gebaseerd op het idee dat ouders hun kinderen klein proberen te houden en ongezonde controledrang uitoefenen. Neem de tip ”Probeer niet meer dan twee middagen per week te plannen met ”verrijkende activiteiten” onder toezicht van een volwassene”. Die suggereert dat ouders vaak educatieve en vormende uitstapjes met hun kinderen maken. De praktijk laat echter zien dat ouders hun kinderen juist aan hun lot overlaten in de virtuele wereld of de controle over hun schermgebruik zijn verloren. De nadruk op ”safetyisme” –de drang van ouders om hun kinderen tegen de boze buitenwereld te beschermen– zal dan ook niet voor iedereen herkenbaar zijn.
Verslavende technieken
Technologiebedrijven komen er bij Haidt gemakkelijk van af. Ze zouden betere mogelijkheden voor leeftijdsverificatie kunnen ontwikkelen of functies kunnen toevoegen waarmee ouders een minimumleeftijd kunnen instellen voor bepaalde sites. Toch zijn dat maar simpele –en weinig ingrijpende– aanbevelingen voor bedrijven die hun verdienmodel baseren op eindeloze stromen nieuwe content, en daarvoor verslavende technieken in hun apps hebben ingebouwd. Bovendien leert de praktijk dat concrete plannen nogal eens lang op zich laten wachten, te laat zijn of worden afgezwakt onder invloed van techlobbyisten. De adviezen richting deze aanjagers van generatie angststoornis zijn dan ook te vrijblijvend.
De suggesties van Haidt roepen daarom de vraag op wat er nu concreet gaat veranderen. Want als technologiebedrijven niet meebewegen, overheden vaak reactief zijn en opvoeders machteloos staan (of zelf in de fuik zijn gezwommen), is er meer nodig dan bewustwording om een nieuwe generatie te weerhouden van pornoverslavingen en zelfmoordpogingen. Als de bestseller iets leert, is het dat veel ouders en jongeren machteloos staan. Tijd dus voor gezamenlijke actie.
Generatie angststoornis. Wat sociale media met onze kinderen doen, Jonathan Haidt; uitg. Ten Have; 416 blz.; € 24,99