Geert Mak: Wereld van nu rijmt op die van de jaren 30
In zijn nieuwe boek ”Wisselwachter” beschrijft Geert Mak de jaren 1933-1945 vanuit Amerikaanse ogen. „Trump spoelt Roosevelts erfenis van tachtig jaar vrede en zekerheid door het toilet.”
Op een grauwe dag in maart ontvangt schrijver Geert Mark (78) in het pand van Uitgeverij Atlas Contact aan de Amsterdamse Prinsengracht een legertje journalisten. Na elkaar mogen ze de auteur een uur bevragen over zijn boek. Vanachter een tafel, waarop een schaaltje versnaperingen staat, vertelt Mak over het Witte Huis in Amerika in de periode 1933-1945. Franklin Delano Roosevelt was toen president en Harry Hopkins was zijn belangrijkste adviseur.
Wat inspireerde u tot het schrijven van dit boek?
„Het begon met een artikel over Martha Gellhorn. Deze beroemde journaliste trok in 1934 in opdracht van het Witte Huis door de VS om te kijken hoe de New Deal (een complex van maatregelen om de VS uit een grote economische crisis te helpen, BP) uitpakte. Ze rapporteerde aan een mysterieuze meneer, een zekere Harry Hopkins. Een interessante man, dacht ik toen, zeker geen stijve bureaucraat. Later schreef ik over Churchill en kwam ik hem opnieuw tegen.
Hopkins nam mij bij de hand. Hij bleek een fantastische gids en loodste mij door de crisisjaren in Amerika, de New Deal en de Tweede Wereldoorlog.”
Wat is een wisselwachter?
„Vroeger werden veel wissels op het spoor niet op afstand bediend. Er moest iemand op die zware wissels af om de trein de juiste richting in te sturen. Het was een nederige baan, maar heel belangrijk. Hopkins beschouw ik als een wisselwachter, omdat hij er mede voor zorgde dat de trein van de geschiedenis de goede kant op ging.”
Hoe voelt het om na vier jaar het boek af te hebben?
„Ik vond het prettig om in de wereld van het Witte Huis van de jaren 30 en 40 te vertoeven. Ik mocht die mensen over wie ik schreef wel. Roosevelt en Hopkins waren slimme en verstandige mannen, aan wie we veel te danken hebben. Maar op den duur begon ik me soms ook te ergeren. Ik kreeg er buikpijn van dat ze altijd maar werkten en daardoor hun geliefden verwaarloosden. Ook stoorde ik me aan het gemak waarmee de president over alles en iedereen heen hobbelde.
Ik schreef het grootste deel van het boek op een terp in het Friese Jorwerd. Wat me niet beviel, was dat de wereld steeds meer begon te lijken op toen. Wat de mensen destijds ongeveer schreven, hoor en lees je ook nu. Die herkenning vond ik steeds zorgelijker.”
De geschiedenis herhaalt zich?
„Historici gebruiken vaak de term ”rijmen”. In het publieke debat hoor je dezelfde woorden. „Wij zijn het arsenaal van de democratie”, zei Joe Biden vorig jaar in een toespraak. Net als Roosevelt in 1942.
Momenteel zijn er veel zorgen over de staat van de democratie, maar in 1939 was dat niet anders. Gellhorn schreef toen in een brief aan first lady Eleanor Roosevelt: „Ik geloof niet dat het fascisme de democratie kan verslaan, ik denk dat de democratie alleen zichzelf kan vernietigen. De democratie moet zichzelf zo hebben uitgehold, zichzelf zo goedkoop hebben gemaakt en verloochend, dat het niet langer een emotionele en inspirerende realiteit is; op zo’n moment kan het fascisme, die kolossale zwendelpartij, zich vermommen en een allesbepalende plaats in de geschiedenis innemen.”

Wat Gellhorn beschrijft, zie je gebeuren in Amerika en in mindere mate in Europa. Ook in Nederland, waar politici gerechtelijke uitspraken negeren en spreken over nepparlementen, wordt er geknaagd aan de wortels van de democratie. Dat de huidige regering er niets van bakt –wat we nooit eerder hebben gezien– werkt ook ondermijnend. Illustratief is het stikstofbeleid, waaraan jarenlang hard gewerkt is. De huidige minister veegde alles van tafel; zeldzaam demotiverend voor ambtenaren, en het schept uiteindelijk ook bittere boeren en burgers, want de onzekerheid blijft.”
Wat kunnen we leren van de New Deal?
„Toen Roosevelt aan de macht kwam, had een op de vier Amerikanen geen baan. In zo’n honderd dagen wist de nieuwe president met een reeks maatregelen het land weer te kalmeren. Heel bijzonder, want ook een type als de Italiaanse fascistische dictator Mussolini hadden veel Amerikanen fantastisch gevonden en dan zouden wij nu door een nazaat van Goebbels zijn geregeerd. Roosevelt zette met de New Deal in op economisch herstel, maar koos ook heel bewust voor democratie. Het ging hem erom dat burgers weer vertrouwen kregen in de overheid.
Europa heeft zo’n New Deal nodig, maar de EU moet dan wel verder worden gedemocratiseerd en de bestuursstructuur moet op de schop. In crisistijd kun je een schip niet laten besturen door 27 stuurlieden, zeker niet als figuren als de Hongaarse premier Orbán telkens dwarsliggen.”
Uw boek beschrijft meerdere momenten waarop de geschiedenis een heel andere wending had kunnen nemen. Was dit voor u een nieuwe ontdekking?
„Roosevelt en Hopkins hadden de moed om zich tijdens de Tweede Wereldoorlog resoluut te verbinden aan het lot van Engeland en Europa; de president vanuit moreel oogpunt, zijn adviseur meer om strategische redenen.
Al schrijvende werd ik me er nog meer van bewust dat er op allerlei momenten belangrijke wissels zijn gepasseerd. Zo had het heel goed gekund dat de Amerikanen bijvoorbeeld Europa links hadden laten liggen en zich alleen hadden gericht op de Pacific. Maar dat veranderde nadat Hitler in 1941, kort na de Japanse aanval op de Amerikanen in Pearl Harbor, de VS de oorlog verklaarde.
Nog zo’n moment is D-day. Churchill wilde dat de geallieerden Duitsland zouden aanvallen via de Middellandse Zee, terwijl de Amerikanen het via Normandië wilden doen. De Amerikaanse legerstaf was het gezeur van Churchill zo zat dat er een bevel van Roosevelt aan te pas moest komen om de focus op Europa te houden.
De geallieerden waren doodsbang dat Stalin een deal zou sluiten met Hitler. In werkelijkheid –en dat lijken we in Europa helemaal vergeten– is een groot deel van de oorlog door de sovjets gevoerd. De Amerikanen erkenden dat. Maar in onze geschiedschrijving zijn grote veldslagen bij Stalingrad en Koersk overwoekerd door andere gebeurtenissen.”
Ruim tachtig jaar na de Slag om Koersk wordt hier opnieuw gevochten. Hoe kijkt u hiernaar?
„In juli en augustus 1943 vond in Koersk de grootste veldslag ooit plaats. Zo’n 800.000 Russen en 200.000 Duitsers sneuvelden, belandden in gevangenschap of verdwenen. Daarna trok Duitsland zich terug en gaven Duitse officieren aan het oostfront toe dat na deze slag Duitsland de oorlog simpelweg niet meer kon winnen. Het was minstens zo’n keerpunt als later de invasie in Normandië.
Elke Rus weet wat in Koersk is gebeurd, dus je kunt begrijpen dat de Oekraïense inval in die regio een enorme provocatie was. Gek genoeg heb ik dit Russische perspectief in geen enkele krant gelezen. Hieruit blijkt dat onze geschiedschrijving nog altijd heel erg op het Westen is gericht.”
Churchill, Roosevelt en Stalin sloten richting het einde van de oorlog een deal. Binnen twee jaar bleek dat de Sovjet-Unie niet te vertrouwen was. Is dat een les voor de huidige Amerikaanse president, die met zijn evenknie Poetin afspraken wil maken?
„Roosevelt speelde Churchill uit tegen Stalin. Hij wilde af van het Britse kolonialisme en gaf Stalin de vrije hand in Oost-Europa. Hopkins pareerde de kritiek van zijn zoon om met Stalin te dealen door erop te wijzen dat de sovjets 200 divisies Duitsers hadden tegengehouden. De meeste historici zijn het er tegenwoordig wel over eens dat Roosevelt en Hopkins het maximale haalden uit de onderhandelingen.

De onderhandelingen van toen zijn niet met 2025 te vergelijken. De sovjets hadden in 1945 een sterke positie, maar het hedendaagse Rusland staat er zwak voor. Een normale Amerikaanse president zou heel anders opereren dan Trump doet en niet vijfderangsonderhandelaars met Rusland om tafel laten gaan. Met een grote mond bereik je weinig tegen de bekwame Russische delegatie. Maar Trump zit niet zo in elkaar dat hij iets wil leren. Hij leest bijna niets, is extreem narcistisch en beschouwt zichzelf als een halve god.”
Over welk deel van uw boek bent u het meest tevreden?
„Het gedeelte over de Jodenvervolging vind ik belangrijk. Honderdduizenden Joden hadden naar Amerika kunnen ontsnappen, maar een man hield ze tegen: Breckinridge Long. De „Amerikaanse Eichmann” was belast met het verstrekken van visa aan vluchtelingen. Otto Frank was een van de vele Joden die naar Amerika wilden emigreren, maar zijn pogingen strandden keer op keer op de door Long opgetuigde bureaucratie. Roosevelt hield de antisemiet uit de wind; de VS hebben echt weggekeken van de Holocaust.
Relevant zijn ook de passages over de manier van oorlog voeren. De atoombom op Hiroshima bespoedigde het einde van de oorlog, maar dat gold niet voor de vele terreurbombardementen op Duitse steden als Dresden en Hamburg. Dit in Londen uitgedachte en door Roosevelt en Hopkins omarmde plan om het Duitse moreel te breken en zo de oorlog te bekorten, heeft tot waanzinnig veel burgerslachtoffers geleid. We mogen de geallieerden zeldzaam dankbaar zijn, maar dit zijn en blijven oorlogsmisdaden, ze zijn niet goed te praten. Ook hadden de bombardementen een averechts effect, want Duitse burgers werden alleen maar resoluter.”
Wat is uw boodschap voor Europese politici, nu Amerika zich meer en meer terugtrekt achter zijn oceanen?
„Onder Trump veert Amerika terug naar het klassieke isolationisme. Tegelijk koppelt hij dat ook aan expansionisme: de president wil het hele continent hebben door Groenland min of meer te annexeren en eigenlijk ook Canada. Trump vliegt als een voetzoeker door alles heen en zorgt voor extra instabiliteit in de internationale verhoudingen. Eigenlijk spoelt hij Roosevelts erfenis van tachtig jaar vrede en zekerheid door de wc.
Het zijn historische tijden, maar we zijn geen willoze slachtoffers. Voor wie nog slaapwandelt –zoals de Nederlandse regering lijkt te doen– is het tijd om wakker te worden. De kerken zwijgen nog altijd – en dat is zo langzamerhand opvallend. Maar ook op politici rust een grote verantwoordelijk, want de veiligheid en de democratie staan op het spel. We zullen ons moeten mobiliseren en over onze schaduw van puur nationale belangen heen moeten springen, bijvoorbeeld door op te houden met zeuren over eurobonds.
Laten we trots zijn op Europa. Op dit altijd zo verdeelde continent is het al tachtig jaar vrede, terwijl het voor 1945 elke generatie oorlog was tussen Duitsland en Frankrijk. De EU heeft ontzettend veel capaciteiten en is internationaal een heel interessante speler. Bij de aanpak van klimaatverandering –de enorme olifant in de kamer die niet meer weggaat– is de EU een voorbeeld van een bovennationale organisatie die in de toekomst bij uitstek nodig gaat zijn. Dit zijn historische maanden. Laat politici elkaar de hand reiken en de grote problemen onder ogen zien en aanpakken. Voor het gewone politieke spel is er even geen tijd. Het gaat nu om onze democratie zelf.”