Deze Amerikaanse presidentskandidaten werden beschoten tijdens een campagne
Donald Trump ontsnapte tot twee keer toe aan een moordaanslag. Het is niet voor het eerst dat in de VS in campagnetijd geweervuur op kandidaten wordt geopend. Twee overleefden een aanslag, één niet.
Theodore Roosevelt
Een presidentskandidaat die er zonder veel (blijvende) kleerscheuren vanaf kwam, was Theodore Roosevelt. Hij was tussen 1901 en 1908 al twee termijnen president van de VS geweest. Desondanks ging hij in 1912 op voor een derde termijn (dat toen nog mogelijk was). Omdat hij binnen zijn partij −de Republikeinse− geen steun meer kreeg voor zijn politieke ambities, richtte hij een nieuwe op. Die kreeg al snel de bijnaam Bull Moose Party (elandstierpartij), vanwege de kracht waarop Roosevelt zichzelf graag beroemde.
Roosevelt zou op 14 oktober 1912 in Milwaukee (Wisconsin) een toespraak houden. Onderweg naar de zaal waar hij zou spreken, werd hij neergeschoten door John Schrank, een geestelijk verwarde barkeeper die beweerde dat de geest van de vermoorde president William McKinley hem in een droom had verteld dat Roosevelt niet opnieuw president mocht worden.
Zoals de kranten in die tijd schreven verliep de aanslag „miraculeus”. De kogel trof Roosevelt vol in de borst, maar had geen dodelijke uitwerking. De kogel had namelijk zijn borstzak getroffen, waar Roosevelt zijn attributen voor de toespraak bewaarde. Behalve zijn metalen brillenhoes, zat daarin ook de tekst van de toespraak voor die avond. Roosevelt had een uitgebreide redevoering voorbereid, waardoor de tekst vijftig pagina’s besloeg. Deze massa aan dubbelgevouwen papier samen met de brillenkoker vertraagden de kogel enorm. Daardoor was het projectiel niet diep in Roosevelts lichaam binnengedrongen.
De getroffen presidentskandidaat hoestte een paar keer om te controleren of er bloed in zijn longen zat. Omdat dit niet zo bleek te zijn ging hij gewoon zijn toespraak houden.
Bij binnenkomst verontschuldigde Roosevelt zich tegenover het publiek: de redevoering zou wat ingekort worden omdat hij zojuist was neergeschoten. De aanwezigen reageerden wat sceptisch. Daarop opende Roosevelt zijn jas om zijn bebloede hemd met het kogelgat te laten zien. Vervolgens sprak hij 84 minuten lang de zaal toe. Daarbij zei hij de beroemde woorden: „Er is meer nodig om een eland neer te schieten.”
„Er is meer nodig om een eland neer te schieten.” - Theodore Roosevelt
Na de toespraak werd Roosevelt naar het ziekenhuis gebracht. De artsen wilden de kogel echter niet verwijderden omdat ze bang waren dat zo’n ingreep zijn toestand zou verergeren. Hij herstelde volledig van de aanslag en bleef campagne voeren, maar verloor uiteindelijk de verkiezingen van 1912 aan Woodrow Wilson.
Het publiek wilde de dader direct na de aanslag lynchen. Maar Roosevelt maande zijn aanhangers tot kalmte. Schrank werd door de rechtbank krankzinnig verklaard en sleet de rest van zijn dagen in een gesticht. Hij stierf in 1943. Roosevelt zelf zou tot aan zijn dood in 1919 met een kogel tussen zijn ribben blijven rondlopen.
Deze aanslag bracht een golf van sympathie teweeg voor Roosevelt, wat zijn populariteit verder deed stijgen. Dat alles bleek echter onvoldoende om een derde ambtstermijn binnen te slepen. Hoewel Roosevelt 27 procent van de stemmen kreeg, hetgeen veel is voor een kandidaat van een derde partij, won de Democraat Woodrow Wilson de verkiezingen.
George Wallace
George Wallace, die in 1972 een gooi deed naar de Democratische kandidatuur, raakte deels verlamd door de moordpoging die Arthur Bremer op 15 mei van dat jaar deed. De politicus moest dientengevolge zijn hele verdere leven in een rolstoel zitten.
Wallace was op dat moment gouverneur van de staat Alabama. In eerste instantie werd gedachte dat de aanslag het gevolg was van zijn uitgesproken politieke standpunten. Hij was fervent voorstander van rassenscheiding en tegenstander van de burgerrechtenbeweging. Later, na zijn bekering tot het christelijk geloof, is hij van die standpunten teruggekomen.
De aanslag vond plaats tijdens een campagnebijeenkomst in Laurel, Maryland. Terwijl Wallace zich onder het publiek mengde, werd hij vier keer van dichtbij beschoten. De dader werd later gearresteerd en veroordeeld. Uit het juridisch onderzoek bleek dat deze geen duidelijke politieke motivatie had. Bremer was ‘alleen maar’ op zoek naar roem en aandacht door een publieke figuur aan te vallen.
Bremer werd veroordeeld tot 63 jaar gevangenisstraf, zijn straf werd later verminderd. Hij werd in 2007 vervroegd vrijgelaten.
Robert Kennedy
De man die stierf door moordenaarshanden was de Democraat Robert Kennedy. Algemeen werd in er in 1968 mee gerekend dat hij de nominatie van zijn partij zou binnenslepen. Mede omdat hij deelde in de populariteit van zijn in 1963 vermoorde broer John F. stond hij in het late voorjaar van 1968 hoog in de peilingen. Hij leek ook de onrust die er in dat jaar binnen de Democratische partij was te kunnen bezweren.
Aan die hooggespannen verwachtingen kwam op 5 juni abrupt een einde door de aanslag die de Palestijnse immigrant Sirhan Sirhan kort na middernacht pleegde in het Ambassador Hotel in Los Angeles.
Kennedy had net een overwinningsspeech gehouden in de balzaal van het hotel omdat hij de cruciale voorverkiezingen in Californië had gewonnen. Na zijn toespraak liep hij via de keuken door een nauwe gang om zijn supporters te ontmoeten. Terwijl hij zich een weg baande door de menigte, werd hij plotseling neergeschoten. Kennedy werd onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht en onderging een operatie, maar stierf de volgende dag, op 6 juni 1968, op 42-jarige leeftijd.
Sirhan Sirhan werd vrijwel direct gearresteerd. Zijn motief was dat hij boos was over Kennedy’s pro-Israëlische standpunten en steun aan Israël tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967. Sirhan werd voor de moord veroordeeld tot de doodstraf. Die werd omgezet in levenslange gevangenisstraf als gevolg van het feit dat Californië in de jaren zeventig de doodstraf tijdelijk afschafte.