Imago van gezin Kennedy bleek facade
Zolang ze aan de arm van president John F. Kennedy liep, was Jacqueline Bouvier een idool van miljoenen jongeren en –vooral– van modebewuste jonge vrouwen. Toen ze met haar twee kinderen bij het geopende graf van haar man vanachter een zware zwarte sluier staarde naar de kist van ”haar Jack” werd ze een icoon van de moderne Amerikaanse geschiedenis; alsof in haar het verdriet van een hele generatie samenbalde.
Smaak had Jackie Kennedy zeker. Daar waren haar vrienden en bewonderaars van overtuigd. Zelfs haar vijanden, of meer specifiek die van de VS, lieten zich door haar stijl en gratie betoveren. Het modebewustzijn van de jonge presidentsvrouw was haar wapen. Door haar „oogverblindende en gedurfde smaak”, gepaard aan haar innemende, soms licht spottende glimlach, kreeg ze volgens verschillende historici wereldleiders op de knieën.
Voorbeelden? De Russische leider Chroesjtsjov wist tijdens de topontmoeting in 1961 in Wenen president Kennedy helemaal in te pakken („Hij is te slap en te intellectueel”), maar raakte zelf in de ban van de bekoorlijke verschijning van Jackie. De Franse president De Gaulle vergat bij zijn eerste ontmoeting met de first lady even zijn anti-Amerikaanse gezindheid door haar goede smaak en haar perfecte beheersing van de Franse taal. Toen de verhouding tussen Amerika en India erg gespannen werd, kreeg Jackie Kennedy het dringende verzoek om zonder haar man naar New Delhi te reizen en daar met haar charmes de Indiase leider Nehru tot bedaren te brengen. Mode, smaak en gracieus optreden waren voor de presidentsvrouw geen doel op zich, maar wezenlijke bestanddelen van haar bijdrage aan het politiek succes van haar man.
Miljoenen bewonderaars
Weloverwogen maakte Jackie Kennedy haar keuzes. Ze wist goed dat ze daarmee breed de aandacht trok. De mantelpakjes van Chanel, de gewaagde jurken zonder rug, de lange leren handschoenen en vooral haar dophoedjes zetten een trend. Dat Jackie de ”dopjes” wat achter op haar hoofd zette om te voorkomen dat ze groter leek dan haar man, hinderde haar miljoenen bewonderaarsters niet om dit voorbeeld te volgen. Jackie Kennedy was het bewijs dat ook een Amerikaanse jonge vrouw stijl en gratie kon hebben – iets wat Europese mode-experts tot dan toe altijd hadden ontkend.
Jackie Kennedy schaamde zich er absoluut niet voor dat haar garderobe geldverslindend was. „Als ik niets zou uitgeven, zou ik er net zo saai uitzien als Pat Nixon”, zei ze in 1960 in een interview. Impliciet was dat een steek richting de vrouw van de rivaal van haar man, Richard Nixon, die in 1960 namens de Republikeinen presidentskandidaat was.
John F. Kennedy deed echter minder luchtig over het bestedingspatroon van zijn vrouw. Hij nam een accountant in dienst om de uitgaven van zijn echtgenote te beteugelen. In het eerste kwartaal dat ze met haar man in het Witte Huis woonde, gaf Jackie Kennedy volgens haar secretaresse 35.000 dollar aan kleding uit. Dat bedrag daalde heel scherp toen de accountant eenmaal in dienst was getreden. Ook de boekhoudpost ”warenhuizen” werd door hem afgeschaft. In het eerste jaar dat John F. president was, bedroeg deze 40.000.
Jackie probeerde veel van dit soort uitgaven af te wentelen op de belastingbetaler. De rekeningen voor de kleding die ze droeg als ze samen met haar man naar een receptie ging stuurde ze zonder gêne naar de minister van Financiën. Of die maar even wilde betalen. De bewindsman noemde de gedeclareerde bedragen meer dan eens exorbitant. Doordat er een streep werd gezet door de post ”warenhuizen” waren deze ook af van het probleem dat Jackie kledingstukken bestelde, die één keer droeg, en dan weer terugstuurde. Niemand had het lef gehad daarover te klagen. Maar elke ‘hofleverancier’ was blij dat er aan deze vorm van klaploperij een einde kwam.
Graag geziene gasten
Veel geld gaf de first lady ook uit aan de renovatie van het Witte Huis. Zowel vanbuiten als vanbinnen werd dat grondig opgeknapt. De presidentiële woning werd vol gehangen met moderne kunstwerken. En dat was niet het enige wat bijdroeg aan een culturele revival in de ambtswoning. Moderne kunstenaars waren graag geziene gasten.
Jacqueline Kennedy heeft nooit de ambitie gehad om zich met de politiek te bemoeien. Volgens medewerkers van het Witte Huis bezocht ze de Oval Office, de werkkamer van haar man, in totaal maar vier keer. In twee gevallen was dat omdat de kinderen op een onbewaakt ogenblik kans hadden gezien om hun vader in zijn werkvertrek op te zoeken. Jackie wilde zich, zoals de meeste vrouwen in die tijd, wijden aan haar gezin; zorgen dat daar een ontspannen sfeer heerste en de kinderen goed gehumeurd waren als hun vader thuiskwam. Op die manier droeg ze bij aan het imago van het presidentsgezin: jong, harmonieus en energiek.
Na de dood van John F. Kennedy werd stukje bij beetje duidelijk dat dit mooie, bijna vertederende beeld van een jong gelukkig gezin een façade was geweest. Inderdaad, Jacqueline Bouvier, was jong toen ze haar intrek nam in het Witte Huis; nog maar 31 jaar. En ja, ze was gelukkig met de twee kinderen die ze had: Caroline (geboren in 1957) en John F. jr. (geboren in 1960). Maar naast de vreugde over dit tweetal schrijnde het verdriet over Arabella, het eerste kindje van de Kennedy’s dat al voor de geboorte stierf. En in september 1963, enkele maanden voor de moord op JFK, kwam Patrick ter wereld. Het jongetje overleed al na twee dagen. Desondanks slaagde Jackie Kennedy erin om voor de buitenwereld de vriendelijk glimlachende first lady te blijven. „Het verdriet is privé, voor thuis”, zei ze jaren later tegen haar dochter.
Ontembaar
Misschien wel het ingrijpendst voor haar moet de haast ontembare honger van haar man naar mooie, jonge vrouwen geweest zijn. Vooral na zijn dood kwam openbaar dat John F. Kennedy tal van buitenechtelijke relaties heeft gehad. Zijn vrouw Jackie heeft dat geweten. Toen ze met een bevriende verslaggeefster door het Witte Huis liep, zag ze op een bankje een jongedame zitten van wie werd gezegd dat die een verhouding met de president had. Hoorbaar voor anderen zei de first lady tegen haar kennis: „Dit is een van de meisjes die het bed delen met mijn man.” Ook de pers wist dat de president Jackie bijna dagelijks ontrouw was, maar deed er het zwijgen toe.
Biografen hebben zich vaak de vraag gesteld waarom Jackie Kennedy deze escapades van haar man pikte. Volgens de meesten is een deel van de verklaring dat de first lady zelf opgroeide in een sfeer waarin weinig liefde was. Haar vader ruïneerde zijn leven door drank en vrouwen, haar moeder ging haar eigen weg zonder zich veel om haar dochter te bekommeren en haar schoonvader stond bekend als een van de grootste rokkenjagers en gokkers van New York. Dat Jackie het lievelingetje van Kennedy sr. was, had er vooral mee te maken dat ze in zijn ogen „een mooie meid was die het aanzien van de familie kon opkrikken.”
Echtscheiding geen optie
Tegen die achtergrond zou volgens diverse biografen voor Jackie het vreemdgaan van haar man dus redelijk normaal zijn. Daar lijkt het ook op. Ze betoogde tegenover vrienden dat John echt van haar hield. Ze nam daarbij op de koop toe dat hij „af en toe een slippertje” maakte. Tegen huisvriend Adlai Stevenson II zei ze: „Het kan me niet schelen hoeveel meisjes Jack heeft gehad, zolang ik weet dat hij beseft dat het verkeerd is. En ik denk dat hij dat doet.”
Toch lijkt het buitenissige gedrag van JFK Jackie wel geraakt te hebben. Aan een echtscheiding dacht ze niet. Als overtuigd rooms-katholiek wist ze dat dit geen optie was. De kerk verbood het. Maar ze zocht wel hulp. Ze ging geregeld naar een arts om te spreken over haar depressieve neigingen die het gevolg zouden zijn van de uitspattingen van haar man. En ze zocht troost bij Robert Kennedy, de broer van John. Wat overigens leidde tot sterke geruchten dat Robert en Jackie ook een verhouding zouden hebben.
Ondanks zijn ontrouw bleek op cruciale momenten dat Jack niet zonder zijn Jackie kon. Toen in 1962 tijdens de Cubacrisis de spanningen tussen Amerika en Rusland naar een kookpunt liepen, belde de president naar de first lady die op een landgoed in Virginia verbleef. Hij vroeg haar dringend naar Washington te komen, want hij wilde zijn vrouw bij zich hebben. Achteraf vertelde Jackie dat ze juist aan deze dagen warme herinneringen bewaarde. „Toen de wereld balanceerde op de rand van een oorlog, stonden we het dichtst bij elkaar. Ik verliet het huis niet en zag de kinderen niet. Als hij even thuiskwam om te slapen, was ik bij hem.”
Steunde JFK op Jacqueline, omgekeerd bleek zij in deze politiek geladen dagen ook volledig op hem te vertrouwen. „Ik dacht altijd bij Jack dat hij alles aankon – als hij eenmaal de leiding had genomen, zou alles goedkomen. Op een kinderlijke manier dacht ik: ik hoef niet bang te zijn als ik ’s avonds ga slapen of ’s ochtends wakker word.” Veelzeggend was dat de president zijn vrouw als herinnering aan de crisis hetzelfde zilveren cadeau gaf dat hij de leden van zijn strategische adviescommissie als aandenken schonk.
Begin van het einde
Aan Kennedy’s presidentschap kwam een abrupt einde op 22 november 1963, toen hij in Dallas werd vermoord. De hele wereld zag de beelden van de president die in elkaar zakte; van zijn vrouw die naar achteren klom om een veiligheidsagent naar binnen te trekken en van zijn vrouw die probeerde het bloeden uit de gapende hoofdwond te stoppen. Het was het begin van het einde. In haar met bloed besmeurde roze mantelpakje stond ze enkele uren later in het vliegtuig naast Lyndon B. Johnson die de eed aflegde om de inmiddels overleden Kennedy als president van de VS op te volgen. Toen het vliegtuig in Washington landde, stapte niet Jackie als first lady het eerste uit het toestel. Dat waren Johnson en zijn vrouw Lady Bird.
De laatste brief die Jackie Kennedy vanuit het Witte Huis schreef was aan de Sovjetleider Chroesjtsjov: „U en hij [JKF] waren elkaars tegenstanders, maar u was met elkaar verbonden in een overtuiging dat de wereld niet mocht worden opgeblazen. U had respect voor elkaar en kon met elkaar onderhandelen. Grote mannen weten wanneer ze zich moeten inhouden – kleine mannen worden soms meer door angst en trots geleid. Laten we hopen dat in de toekomst de grote mannen de kleine zover weten te krijgen dat ze aan tafel gaan zitten en met elkaar praten voordat ze beginnen te vechten. W.g. Jackie Kennedy.”