Dat het begrotingstekort met 2,8 procent volgend jaar dicht bij de maximumgrens van 3 procent komt, is volgens premier Dick Schoof „niet onverantwoord”. Het kabinet zet volgens hem een „eerste stap” richting structurele bezuinigingen, en het kabinet heeft afgesproken snel in te grijpen als het tekort toch boven de 3 procent van het bruto binnenlandse product dreigt uit te komen.
„Het is niet goed genoeg”, hield CDA-leider Henri Bontenbal de premier voor. Hij wijst op de afspraak om juist de financiën op orde te brengen in jaren dat het economisch goed gaat. Dat voorkomt dat pijnlijke bezuinigingen in economisch magere jaren noodzakelijk zijn. Als het kabinet te dicht bij de 3 procent blijft, „kukelen we er zo overheen”, vreest de christendemocraat. Ook zet het Centraal Planbureau flinke vraagtekens bij bepaalde ingeboekte bezuinigingen, zoals lagere afdrachten aan de Europese Unie en snijden in het ambtenarenapparaat.
Schoof erkende dat „de economen van deze wereld liever hebben dat je op 2,5 procent begrotingstekort zit”. Maar de lijn van het kabinet „is een bewuste keuze om te zorgen dat we de doorbraken kunnen realiseren, de inkomens van het land overeind kunnen houden en ook de dingen kunnen doen waar een deel van de Kamer heel nadrukkelijk om vraagt”. Ook de miljarden aan lastenverlichting zijn volgens de premier „verdedigbaar”. Hij wees daarbij ook op de staatsschuld die relatief laag is, waardoor Nederland ook nog klappen kan opvangen als er onvoorziene tegenslagen zijn.
