Kerk & religieKerkelijke statistieken

Coronatijd had heel nadelige gevolgen voor misbezoek

Heeswijk-Dinther, twee Brabantse dorpen tussen Den Bosch en Helmond, die in de loop der jaren aan elkaar vastgegroeid zijn. Een halve eeuw geleden, bij de volkstelling van 1971, was nog 95,5 procent van de bevolking rooms-katholiek. Slechts een half procent gaf zich op als onkerkelijk.

Dr. C.S.L. Janse
17 September 2024 16:08Gewijzigd op 18 September 2024 21:45
De norbertijner priester Joost Jansen (77) is eindverantwoordelijk voor de rooms-katholieke parochie Heeswijk-Dinther. beeld Joost Jansen
De norbertijner priester Joost Jansen (77) is eindverantwoordelijk voor de rooms-katholieke parochie Heeswijk-Dinther. beeld Joost Jansen

De norbertijner priester Joost Jansen (77), eindverantwoordelijk voor de rooms-katholieke parochie, schat dat nu zo’n twee derde van de bevolking zich als katholiek beschouwt: 12.000 van de 18.000 inwoners. Maar in het weekeinde bezoeken in Dinther niet meer dan zeventig mensen de mis. Verder nog eens tachtig in Middelrode en vijftig of zestig in Loosbroek, die ook onderdeel vormen van de parochie.

De gedwongen sluiting van de kerken in coronatijd heeft het kerkbezoek veel schade toegebracht, vertelt hij. Voordien waren er in Dinther wel 200 misbezoekers. Nogal wat mensen is het kennelijk goed bevallen om niet meer naar de kerk te gaan. Dat gaf immers meer gelegenheid voor familiebezoek of andere vormen van vrijetijdsbesteding.

De kerk in Dinther is recent voor 1,8 miljoen euro gerestaureerd en ziet er vanbinnen en vanbuiten dan ook puntgaaf uit. Een forse kerk met een kolossale toren. Een rijksmonument. De kerk in Heeswijk, ook geen kleintje, is inmiddels aan de eredienst onttrokken. De parochie is in gesprek met een projectontwikkelaar.

Kerksluiting

Meer nog dan het gebrek aan priesters noodzaken het teruglopend kerkbezoek en de teruglopende inkomsten tot het sluiten van kerken en het fuseren van parochies. Maar dat betekent bijna altijd verlies. Nu de kerk in Heeswijk dicht is, gaan er nauwelijks mensen uit Heeswijk naar Dinther, hoewel de afstand tussen beide kerken maar iets meer dan een kilometer is.

Wezenlijk voor een rooms-katholieke eredienst is de eucharistie. Maar daar is wel een priester voor nodig. In het bisdom Den Bosch is het, zegt Jansen, geen probleem wanneer een pastoraal werker de van tevoren door een priester geconsacreerde hosties uitdeelt, zodat er toch een viering kan plaatsvinden. Bisschop De Korte doet daar niet moeilijk over.

De kerk is duidelijk vergrijsd. Het aantal kerkelijke uitvaarten gaat het aantal doopsels verre te boven. In heel de parochie worden per jaar hooguit tien kinderen gedoopt. Vroeger waren dat er wel vijftig. Ouders zeggen nogal eens dat ze het niet zo nodig vinden, aldus Jansen. Ze willen de keuze of ze tot de kerk gaan behoren of niet aan hun kinderen laten. Naast de beide rooms-katholieke basisscholen, waarvan de signatuur erg verwaterd is, is er tegenwoordig in Heeswijk-Dinther ook een openbare school.

Onverschilligheid

Waarom haken veel mensen af? Is dat vanwege de kerkleer of vanwege de rooms-katholieke moraal, die op allerlei punten botst met wat tegenwoordig gangbaar is? Jansen ziet vooral een algehele groei van onverschilligheid. De kerk zegt de mensen niets meer. Ze vormen geen gemeenschap meer en zijn minder op elkaar betrokken. Zo kwamen vroeger veel meer buurtbewoners naar een uitvaartdienst.

„De kerk zegt de mensen niets meer; mensen zijn ook niet meer op elkaar betrokken” - Joost Jansen, priester in Heeswijk-Dinther

Opmerkelijk vindt Jansen ook dat uitvaarten van rooms-katholieken tegenwoordig ook wel vanuit een rouwcentrum plaatsvinden. Je kunt dan nog wel een woordje spreken, maar er vindt geen eucharistieviering plaats. Dat was vroeger ondenkbaar. Velen hebben weinig meer met de traditionele liturgische formuleringen. Jansen vlecht er dan ook vaak wat eigen opmerkingen tussendoor.

In Heeswijk-Dinther is ook een kleine, maar rijke protestantse gemeente. De straat waar het uit 1843 daterende kerkgebouw staat, heet zelfs de Kerkstraat. De verhouding met de protestanten is tegenwoordig goed. Dat is wel anders geweest, zo weet Jansen te vertellen.

„De taak van de kerk is vooral om te bouwen aan een gezamenlijk verhaal”, zo beklemtoont hij. „Ik wil daar zijn waar de mensen zijn. Zo had ik altijd een act in de carnavalsoptocht. We houden ook een carnavalsmis in de kerk. Natuurlijk hebben de onthullingen over seksueel misbruik door geestelijken de kerk veel kwaad gedaan. Maar men weet inmiddels toch ook dat het in de wereld van de sport en de kunst niet veel anders is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer