Kloosterleven in de min
Chris Fictoor, kerkmusicus, pedagoog en lekenkarmeliet, houdt maandag in het Stadsklooster in Groningen een lezing over het kloosterleven in Nederland en wereldwijd. Hoe gaat het met het klooster? Vijf vragen aan Fictoor.
Nederland heeft honderden kloosters gekend. Hoe staat het er in 2023 voor met het kloosterleven in Nederland?
„In mijn lezing vertel ik uitgebreid over de historische en recente ontwikkelingen in de aantallen kloosters en kloosterordes. Wat de kloosterlingen in Nederland betreft, is het aantal volgens de Konferentie Nederlandse Religieuzen teruggelopen van 6000 in 2012 naar 2563 in 2023. Er zijn nog 170 ordes en congregaties actief. Historisch gezien waren er vóór de Reformatie in Nederland 700 kloosters. Rond het jaar 1600 waren dat er nog 70.”
Er lijkt nog maar een enkel klooster in Nederland bewoond, en dan met hooguit vijf bewoners, vaak monniken uit Uganda, of zo.
„Het aantal kloosterlingen per orde verschilt nogal en loopt uiteen van ongeveer 5 tot zo’n 100. De gemiddelde leeftijd van de kloosterlingen ligt hoog: 85 procent is boven de 70, slechts 5 procent is jonger dan 50 jaar. Van de 175 monumentale kloostergebouwen hebben er 142 inmiddels een nieuwe bestemming gekregen. Er zijn ordes die buitenlandse leden als medebewoners hebben gekregen. Dat verschilt per orde, afhankelijk van de eigen wereldwijde structuur. Als zo’n orde bijvoorbeeld een missieopdracht heeft, verschillen de structuur en ledenopbouw wereldwijd van slotkloosterordes zoals de benedictijnen. Als de orde van oudsher een ”bedelorde” was, of een congregatie gericht op onderwijs en zorg, is ook de opbouw daarvan afgeleid. Dan is hun wereldwijde actualiteit meer of minder passend in de context ter plaatse.”
Is de situatie in Nederland dezelfde als die van wereldwijd? Wellicht is er in andere landen meer sprake van een bloeiend kloosterleven?
„Er zijn geen betrouwbare recente cijfers bekend van de wereldwijde situatie. In 2006 maakte het Vaticaan melding van bijna een miljoen kloosterlingen. Van hen waren er zo’n 75 procent vrouwen. Er zijn cijfers die wijzen op 5000 christelijke kloosters in Europa en het Midden-Oosten. Buiten Europa kennen we verschillende kloosterordes die nog groeien. Die groei is mede afhankelijk van de aantrekkingskracht die de ”missie” van zo’n orde heeft op jongeren, en ook van de religieuze situatie in het betreffende land.”
Mensen zijn weer meer dan decennia geleden op zoek naar spiritualiteit en verinnerlijking, naar rust en stilte, enzovoort. We kennen nu nieuwe stadskloosters. Ligt deze ontwikkeling in het verlengde van het traditionele kloosterleven?
„Er is in dit opzicht zeker sprake van een revival, van hernieuwde aandacht voor spiritualiteit. Maar zo’n beweging zoekt wel naar nieuwe vormen. We kennen diverse nieuwe ontwikkelingen, ook oecumenische kloosters en bloeiende lekenbewegingen binnen en rond kloosterordes. In de Nederlandse Karmelorde hebben zich bijvoorbeeld 100 leken aan de orde verbonden, naast de 50 paters, broeders en zusters. In Noord-Nederland zijn recent drie nieuwe kloosters gesticht, waaronder een klooster met een oecumenische identiteit. In vergelijking met de meer gesloten kloostertraditie kennen deze nieuwe vormen meer openheid. Daar ziet men het belang van de rol van leken voor het overdragen van spiritueel en materieel erfgoed.”
Reformatorische mensen zijn om uiteenlopende redenen vaak wat beducht voor het kloosterleven. Kunt u dat begrijpen? Of is er op dit punt bij reformatorische mensen toch iets aan het veranderen?
„Ik ken de terughoudendheid. Maar in ons eigen Convent Karmel Noord zijn toch zowel rooms-katholieke als protestantse leden actief. Predikanten, pastores en leken blijken buiten hun eigen gemeente of eigen parochie behoefte te hebben zichzelf opnieuw te laten inspireren. Die spirituele zoektocht reikt dus over de grenzen van kerkgenootschappen heen. Ook in onze Karmeltraditie staat het Woord centraal in de lees- en leefmethode ”Lectio Divina”, die wij elke bijeenkomst oecumenisch beoefenen. Ik zie daarnaast ook belangrijke veranderingen in de protestantse kerken door herbronning van het beoefenen van stilte, meditatie, getijdevieringen en symbolieken in rituelen. Vanuit eigen ervaring zeg ik dat de samenleving het kloosterleven nodig heeft. Dan wel op een nieuwe manier, geïnspireerd vanuit zijn oorsprong, met nieuwe open vormen die passen bij onze samenleving.”
Chris Fictoor, die maandag in Groningen een lezing houdt over de geschiedenis van kloosterordes in Nederland.