Pijnlijk. Zo kan de mededeling die Pieter Omtzigt woensdag deed over zijn gezondheid rustig worden genoemd. De voorman van NSC is opnieuw geveld door zware vermoeidheidsklachten. Wanneer hij weer terugkeert aan het front, is ongewis.
Voor publicist Chris Aalberts was Omtzigts inzinking aanleiding om de tussenbalans op te maken van hetgeen de politicus tot dusver met zijn NSC heeft bereikt. „Opheffen maar, die club”, is de opmerkelijke aansporing waarin zijn beschouwing uitmondt. Kort samengevat voert Aalberts ter onderbouwing aan dat het met NSC eigenlijk net zo gaat als met Trots op Nederland (ToN), de beweging van de uit de VVD gestapte Rita Verdonk die snel na de oprichting in 2007 alweer ter ziele ging.
Bij geen van beide partijen viel volgens hem bij de start een onderscheidend beginselprogramma „of enige ideologische inbedding” te ontwaren. En net als ToN blijkt ook NSC het uitsluitend te moeten hebben van de populariteit van een ongrijpbare lijsttrekker die uit rancune besloot te breken met de partij waarin hij groot werd, zo stelt Aalberts vast. Vandaar zijn advies: stop er maar mee.
„NSC heeft de potentie om vanuit het politieke midden een dam op te werpen tegen populisme”
Wie zo naar de materie kijkt, doet Omtzigt echter tekort. Er zijn wel degelijk verschillen tussen beide politici en tussen beide partijen. Verdonk was als VVD’er van de school die uitdroeg dat de overheid nu eenmaal geen geluksmachine is. Ze liet zich leiden door de kortzichtige reflex van ”ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg”.
Wie vanuit die ideologie het land (mee)bestuurt, zal er niet om malen dat politieagenten en verpleegsters van hun salaris geen woning meer kunnen kopen. En dat de middenklassers van drie decennia terug de werkende armen van de toekomst dreigen te worden. En dat, zoals CDA-prominent en oud-minister Piet Hein Donner onlangs becijferde , de verhouding tussen het uit kapitaal versus het uit arbeid verkregen inkomen inmiddels danig uit het lood geslagen is – met, bij ongewijzigd beleid, een nieuwe kiezersrevolte als mogelijk gevolg.
Donners beklemmende appel aan het adres van de politiek luidt terecht: trek ten strijde tegen de dreigende verpaupering en dan niet met woorden, maar met daden. Dat roept de vraag op welke van de huidige bestuurderspartijen zich het meest aan die indringende boodschap gelegen laat liggen. Alles overziend lijkt dat toch NSC te zijn.
Wat je verder ook van Omtzigts emotionele uitbarstingen vindt, anders dan Verdonk lijkt hij een gideonsbende van hoogopgeleiden om zich heen te hebben verzameld, die in alles uitstraalt het redelijke alternatief voor het populisme te willen zijn. Zo’n club moet zeker leren zich met vallen en opstaan staande te houden in de Haagse arena, maar ze verdient een kans.
Hopelijk weer snel onder leiding van oprichter en boegbeeld Pieter Omtzigt. En anders zonder hem.