Een hamer is geen nijptang; over hoe je langdurige uitval voorkomt
Pieter Omtzigt stapt om gezondheidsredenen de komende tijd uit de spotlights. De politicus moet niet voor het eerst gas terugnemen. Hoe voorkom je terugkerende langdurige uitval? „Je gaat niet met een nijptang een spijker in de muur slaan.”
„Ik voel me helemaal topfit”, zei Pieter Omtzigt tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. Hij had geleerd op tijd wat rust te nemen sinds zijn burn-out in 2021, waardoor hij vier maanden uit de running was en Henri Bontenbal hem verving als Kamerlid voor het CDA. Hij wist nu dat het soms ook één tandje minder kan. En hij nam tijd om een paar keer per week naar de sportschool te gaan en af en toe als vrijwillige scheidsrechter een potje voetbal te fluiten.
Ondanks zijn geruststellende woorden bleek daarna meermalen dat de NSC-voorman het niet makkelijk had tijdens de campagne en tijdens onderhandelingen over het nieuw te vormen kabinet. Zo stapte hij in februari uit de gesprekken. Woensdag maakte hij bekend om gezondheidsredenen een stap terug te doen, amper twee weken na het zomerreces.
Wat zijn risicofactoren om uit te vallen op het werk, en hoe kun je voorkomen dat zoiets opnieuw gebeurt?
Nijptang
Over de specifieke situatie van NSC-voorman Pieter Omtzigt kan Cora van Rossum, eigenaar van coachingpraktijk Loopbaanparadox en één dag per week schaapherder, niets zeggen. Wel kan ze verschillende lessen doorgeven uit haar ervaring als coach van mensen die uitvallen met een burn-out.
„Ik zeg weleens voor de grap: Je gaat niet met een nijptang een spijker in de muur slaan. Dan heb je kans op schade aan de muur, de spijker én de nijptang.” Soms zitten mensen simpelweg niet op de goede plek, wil Van Rossum er maar mee zeggen.
Dat hoeft zeker niet aan hun kwaliteiten te liggen, haast ze zich erbij te vermelden. „Het kan zijn dat mensen met een gedreven persoonlijkheid allerlei dingen willen doen, en die het liefst heel goed willen doen, maar dat de organisatie niet de mogelijkheden biedt om die idealen ook te verwezenlijken.” Mensen kunnen daardoor in een „innerlijke klem” terechtkomen, zegt Van Rossum.
„Neem bijvoorbeeld een verpleegkundige die graag de beste zorg wil geven, maar daar niet genoeg uren voor heeft. Of een financieel controleur die heel goed is in zijn werk, maar uit sommige delen van het bedrijf niet op tijd de cijfers krijgt die hij nodig heeft. Zo’n situatie, waarbij iemand de regie verliest, kan tot een burn-out leiden.”
Doordenderen
Ook een perfectionistische persoonlijkheid kan extra risico op een burn-out met zich meebrengen, stelt Barbara Kok, emotietherapeut en eigenaar van de Burn Out Poli. „Ik kan me voorstellen dat Pieter Omtzigt voor zichzelf de lat heel hoog legt. Bovendien drukt ook nog eens de verantwoordelijkheid voor een jonge partij die helemaal op hem leunt, op zijn schouders. Juist dit soort mensen, die een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben en alles perfect willen doen, loopt kans in een burn-out terecht te komen.”
„Ik kan me voorstellen dat Pieter Omtzigt voor zichzelf de lat heel hoog legt” - Barbara Kok, emotietherapeut
Het is aan iemands omgeving om signalen die wijzen op een burn-out tijdig op te pikken, zegt Kok. „Iemand die met oogkleppen op doordendert, ziet zelf niet wat er aan de hand is. Collega’s, familieleden of vrienden moeten daarom tijdig aan de bel trekken als iemand er bijvoorbeeld moe uitziet, zich meermaals een dag ziek meldt of zich terugtrekt. Dan is een burn-out soms te voorkomen.”
„Een burn-out is geen mooie periode, maar ik zie er soms wel mooie verhalen uit komen” - Cora van Rossum, coach en schaapherder
Iemand die eenmaal een burn-out heeft gehad, loopt niet per se meer risico om terug te vallen, zegt zowel Kok als Van Rossum. „Een burn-out is geen mooie periode, maar ik zie er soms wel mooie verhalen uitkomen”, aldus Van Rossum. „Juist als mensen gas terug moeten nemen, leren ze zichzelf soms beter kennen. Zo begeleidde ik een P&O-adviseur van rond de veertig met een forse burn-out. Zij kwam erachter dat ze eigenlijk veel liever in de zorg wilde werken. Ze liet zich omscholen en deed het geweldig in haar nieuwe functie. Ze kwam erachter dat ze een nijptang was, en geen hamer.”