Je kiest altijd maar in heel beperkte zin voor je identiteit
Is het wel zo positief als jongeren helemaal zelf hun identiteit en leven kunnen vormen?
„Het is belangrijk dat álle jongeren geaccepteerd worden en zichtbaar zichzelf kunnen zijn. We kunnen het niet toestaan dat daarop wordt ingeboet, daarom vind ik het ontzettend belangrijk om op een positieve manier aandacht te besteden aan diversiteit, waaronder seksuele en genderdiversiteit. Zo laten we namelijk zien dat iedereen erbij hoort. En dat is ontzettend belangrijk.”
En zo gaat het nog een pagina door, in de antwoorden op 1 augustus van staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) op Kamervragen van de VVD. Wat was er aan de hand? Aanleiding was een nieuwsbericht met als kop ”Steeds meer Twentse scholen vinden Paarse Vrijdag maar gedoe”. VVD-Kamerleden maakten zich daar grote zorgen over en de staatssecretaris niet minder.
„De lhbti-lobby slaat alarm over teruglopende acceptatiecijfers”
Als ik Kamerlid was, zou ik geneigd zijn om over deze antwoorden Kamervragen te stellen. Alle jongeren geaccepteerd op school – ja, natuurlijk willen we dat! Maar betekent „zichtbaar zichzelf zijn” dat ze alle innerlijke gevoelens ook publiekelijk moeten kunnen uitstralen? En moeten de jongeren dan helemaal zelf bepalen wie ze zijn op het spectrum van seksuele en genderdiversiteit?
Kunnen we niet beter erkennen dat iedereen onlosmakelijk bij een groter geheel hoort? Wie kan uitleggen wie hij of zij is zonder familie, vrienden, school of een andere groep te noemen? Maar dat betekent ook dat niemand in volledige vrijheid kiest en bepaalt wat voor iemand hij of zij is. Ook menige uitgesproken lhbti’er zal zijn of haar identiteit grotendeels ontlenen aan de ”peergroup” (groep van gelijkgezinden).
Dan is er ook niets mis mee als de christelijke opvoeders aan kinderen identiteitskaders aanbieden en het door God gegeven lichaam laten bepalen of ze jongen of meisje zijn. Daarbij horen schoolregels waarin jongens ook als zodanig naar school komen en meisjes eveneens.
„Laten we geen signaal van onvriendelijkheid afgeven aan lhbti-mensen”
Maar wat als je daarvoor niet wilt kiezen? Dat is het nu juist met identiteit: mensen zijn gemeenschapswezens. Je kiest altijd maar in heel beperkte zin voor je identiteit; de gemeenschap is telkens grotendeels bepalend en dat is helemaal niet zo verkeerd. Onze ‘keuzes’ bij identiteit hebben immers altijd ook belangrijke consequenties voor onze omgeving. Want is het wel zo positief als jongeren helemaal zelf hun identiteit en leven kunnen vormen? Zou de psychische en eenzaamheidsproblematiek onder jongeren niet ook een beetje te maken hebben met die onmogelijke verwachting die de cultuur van hen heeft?
Ondertussen hoop ik vooral dat een christelijke identiteit in onze gezindte niet tegengesteld raakt aan het hebben van een homoseksuele geaardheid of genderdysforie, maar dat ook deze jongeren zich thuis voelen als onderdeel van de christelijke gemeenschap. Laat het een gemeenschap zijn van mensen en jongeren die God bidden om een kruisiging van eigen neigingen en om Zijn kracht in onze zwakheid.
De lhbti-lobby slaat alarm over teruglopende acceptatiecijfers. Begin augustus stelde de VVD ook daarover Kamervragen. Daarbij wordt ook een kwalijke rol van streng christelijke gemeenschappen verondersteld. Het valt te hopen dat die christelijke gemeenschappen geen signaal van onvriendelijkheid afgeven aan lhbti-mensen binnen en buiten de kring. En dat we niet aarzelen om ook naar buiten toe die traditionele opvattingen nog maar eens uit te leggen. Omdat dit in het geheel van de christelijke levensvisie past. Hoorbaar onszelf zijn dus. Omdat we juist niet onszelf mogen toebehoren.
Voor zover de lhbti-lobby strijdbaar verdedigt dat eenieder ook diens genderexpressie (uiting) vrijelijk moet kunnen bepalen, roept dat bij mij associaties met religie op. Net als bij een religie moet je, volgens de lhbti-lobby, gender vrijelijk kunnen kiezen, omdat het voortkomt uit je diepste morele overtuiging.
Als gender echter geen keuze is, maar je geslacht biologisch bepaald is en genderdysforie enkelen tegen wil en dank overkomt, dan is een heel andere benadering nodig. Niet het aanmoedigen van diversiteit, maar het in liefde en zorg om elkaar heen staan. Alert zijn op eenzaamheid en psychische problematiek. En het zoeken van een ander vaderland dan deze wereld.
De auteur is advocaat bij BVD advocaten.