Synode GGiN bezorgd over opmars HSV ten koste van Statenvertaling
De opmars van de Herziene Statenvertaling (HSV) op reformatorische scholen baart de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) grote zorgen. Dat bleek op de synode van het kerkverband, die dinsdag in een tweede zittingsdag samenkwam in Barneveld.
In een toelichting op de notitie ”Problematiek SV-HSV” refereert ouderling G.G.M. Jansen (’s-Gravendeel) aan de toelating van de HSV op Scholengroep Driestar-Wartburg. Ook signaleert hij dat de HSV steeds meer in gebruik komt binnen de GGiN. De vraag is of er een commissie moet komen die moet onderzoeken hoe om te gaan met deze kwestie.
Ouderling A.C. Thomson (Dordrecht) vindt dat er maar één instantie is die met kennis over de vertaalprincipes van de Statenvertaling (zo brontekstgetrouw mogelijk) de discussie kan aangaan met schoolbesturen in de achterban over de HSV: de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS). „In gesprekken met schoolbesturen loop je anders steeds aan tegen hetzelfde argument: ja maar, de verstaanbaarheid.” Hij noemt dat een drogreden.
Dezelfde redenering blijkt ook uit een gezamenlijke brief van scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs, gericht aan de synode van de GGiN, waarin de taalafstand van de Statenvertaling tot de jongeren aan de orde kwam. „Verstaanbaarheid is echter een gelegenheidsargument”, betoogt Thomson. „Volgens synodebesluiten uit de zestiende en zeventiende eeuw behoren ouders en onderwijzers hun kinderen vertrouwd te maken met het lezen, de zinsbouw en de grammatica van de Statenvertaling. Daar ligt onze opdracht.”
Ouderling W. Verboom (Vriezenveen) noemt het strijden voor het behoud van de Statenvertaling een achterhoedegevecht. „De steun voor de Statenvertaling kalft af.” Hij bepleit een krachtige brief waarin de synode de scholen oproept vast te houden aan de Statenvertaling. De synode stuurt ook een brief aan de GBS waarin ze schrijft dat ze het revisieprogramma van de Statenvertaling van harte steunt. Ouderling A. van Maren (Alblasserdam) wijst ook op het te ruime toelatingsbeleid van de scholen ten aanzien van personeel en leerlingen, waardoor de HSV aan aanhang wint. „Er is principieel een leerverschil in het geding, en de kloof groeit.”
„Er is principieel een leerverschil in het geding, en de kloof groeit” - A. van Maren, ouderling ggiN Alblasserdam
Nabij Jou
De scribenten van de bladen Nabij (voor opvoeders) en Nabij Jou (voor jongeren) roepen bij sommige afgevaardigden vragen op, blijkt tijdens de synode. Er schrijven niet alleen ambtsdragers uit de GGiN, maar ook uit de Gereformeerde Gemeenten (GG) en uit de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN). Ds. D.E. van de Kieft (Urk), voorzitter van het deputaatschap opvoeding, onderwijs en catechese (DOOC), verklaart dat de bladen worden uitgegeven door de scholenbond VBSO en het Kerstencentrum voor onderwijs en opvoeding (KOC). „Dat is net als voorheen met het blad Criterium. Het zijn dus geen kerkelijke bladen. De scribenten uit de beide andere kerkverbanden hebben een bepaalde expertise en staan van harte achter de identiteit en grondslag van de bladen.”
Ds. J. Roos (Barneveld) merkt op dat Nabij en Nabij Jou worden meegestuurd met De Wachter Sions, het weekblad van de GGiN. „De bladen liggen samen op tafel; ze worden gezien als kerkelijke bladen. Hoe verhoudt zich dat met ons kerkelijk besef? Stel je iemand voor die verkering krijgt met iemand uit een gemeente van een scribent uit een van de beide andere kerkverbanden; hoe kan ik dan ons kerkelijk besef nog uitleggen aan mijn kinderen? Het wordt een chaos in die kinderhoofden. Kerkelijke grenzen gaan hierdoor vervagen.” Hij vraagt zich af of de gewenste expertise niet bij de eigen ambtsdragers te vinden is. De predikant stelt voor om het blad alleen te sturen naar mensen die er een abonnement op nemen, en het niet meer mee te sturen met De Wachter Sions.
Ouderling L. van der Tang (Rhenen) ziet Nabij Jou als het GGiN-equivalent van het blad Daniël in de GG. „Dan moet je dus terughoudend zijn met scribenten uit andere kerkverbanden.” Ouderling C. Dubbeld (Gouda-Gerbrandyweg) vraagt zich af of DOOC zich niet uit beide magazines zou moeten terugtrekken. „Daar zit hem de angel.”
Ds. J.A. Weststrate (Gouda-Stationsplein) stelt voor dat eigen ambtsdragers in de magazines schrijven over theologische en leerstellige zaken, en dat voor andere onderwerpen bij hoge uitzondering scribenten van buiten het eigen kerkverband die instemmen met de grondslag van de bladen, kunnen worden gevraagd. De synode besluit beide magazines voortaan te beschouwen als kerkelijke organen en dat alleen eigen scribenten erin mogen schrijven.
Bijzondere noden
Het deputaatschap Hulp bij Bijzondere Noden heeft het afgelopen jaar een recordbedrag van ruim 1,5 miljoen euro ontvangen van particulieren en kerkelijke gemeenten. In samenwerking met het deputaatschap Bijzondere Noden van de GG en de algemene kas Bijzondere Noden van de OGGiN wordt het geld besteed waar dat het meest nodig is.
De secretaris, ouderling J.W. van Berkum (Gouda-Gerbrandyweg), geeft aan dat het vooral om noodhulp en structurele hulp gaat en waar mogelijk ook om het ondersteunen van Woordverkondiging en het verspreiden van geestelijke lectuur. Een predikant uit Jordanië liet het deputaatschap weten dat mensen die hulp ontvingen, ook blijvend onder de Woordverkondiging komen. „Maar het is voor ons niet mogelijk om hiervan de geestelijke vrucht te bepalen”, besluit Van Berkum.
„ Het doordringen van een wereldse levensgeest en de ontlezing in onze gezinnen zijn het gevolg van falende kerkenraden” - A.C. Thomson , ouderling ggiN Dordrecht
Netflix
De notitie ”Bezinning digitale media” gaat in op de gevaren van sociale media, games en streamingdiensten zoals Netflix. „Het veroorzaakt vanwege het belevingskarakter verdere vervreemding van Gods Woord, de prediking en andere genademiddelen”, meldt de notitie. Ds. Weststrate signaleert dat ook het geweten minder spreekt. Ouderling Van der Tang (Rhenen) laat weten dat zijn gemeente een richtlijn heeft die jaarlijks wordt aangepast en die op belijdeniscatechisatie en op huisbezoeken aan de orde wordt gesteld. Daarin waarschuwt de kerkenraad onder meer tegen streamingdiensten. De synode besluit de aanbevelingen uit de notitie aan te nemen en de richtlijn van de gemeente Rhenen onder alle kerkenraden te verspreiden.
Ouderling Thomson noemt het doordringen van een wereldse levensgeest en de ontlezing in de gezinnen het gevolg van „falende kerkenraden”. Hij wijst op 1 Timotheüs 4:13: „Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kom.” Thomson refereert aan de Schotse traditie dat de ouders en oudere ouderlingen moeilijk lezende kinderen helpen bij het vlot leren lezen uit de Bijbel. „De artikelen van de synode van Wezel uit 1568 laten ons geen excuus.”
Examen
Kandidaat G.M. van Putten heeft op 28 augustus het beslissende (peremptoir) examen afgelegd in de classis oost. Hij wordt op 10 september bevestigd in de gemeente van Opheusden.
Ds. M. Krijgsman (De Beek-Uddel) was bij toerbeurt voorzitter van de synode. Moderamenleden waren: ds. J.A. Weststrate (Gouda-Stationsplein), ds. A. van Voorden (Leerdam), ouderling L. van der Tang (Rhenen) en ouderling H.M. Guiljam (Goes). Ouderling C. Dubbeld (Gouda-Gerbrandyweg) was scriba-quaestor, ouderling W. Verboom (Vriezenveen) tweede scriba. De synode komt volgend jaar samen op 18 juni en 2 september.