Kerk & religieMeditatie

Meditatie: De geringste dienst

H.F. Kohlbrugge
28 March 2025 06:40Leestijd 2 minuten

„Wien ik niet waardig ben nederbukkende de riem Zijner schoenen te ontbinden.”
Markus 1:7

David zong eens: „Moab is mijn waspot, op Edom zal ik mijn schoen werpen” (Psalm 60:10; Psalm 108:10). Daarom zei ook Johannes de Doper, toen hij aan de Farizeeën zijn onwaardigheid om de Heere te dienen te verstaan wilde geven: „Ik ben niet waardig, neerbukkende, de riem van Zijn schoenen te ontbinden” (Markus 1:7).

Tot het getuigenis van de dienst­vaardigheid van de medehelpsters van de gemeente behoorde in de apostolische tijden ook dit, dat zij de voeten van de heiligen moesten hebben gewassen. Zoals de apostel Paulus schrijft: „Dat een weduwe gekozen wordt niet minder dan van zestig jaren, die de vrouw van een man ge­weest is; getuigenis hebbende van goede werken: als zij kinderen opgevoed heeft, als zij graag heeft geherbergd, als zij de voeten van de heiligen heeft gewassen, als zij alle goed werk nagetracht heeft” (1 Timotheüs 5:10).

Toen Abigaïl na de dood van Nabal, haar man, door David ten huwelijk gevraagd, wilde te kennen geven dat zij bereid was hem zelfs de geringste diensten te bewijzen, stond zij op en neigde zich met het aangezicht ter aarde, en zei: „Ziet, uw dienstmaagd zij tot een dienares, om de voeten van de knechten van mijn heer te wassen” (1 Samuël 25:41).

Uit dit alles weten wij wat de Heere heeft ge­daan. Hij heeft aan Zijn discipelen de geringste dienst bewezen die bewezen kan worden.

_H.F. Kohlbrugge,
predikant te Elberfeld

(”Lijdensstoffen”, 1849)_

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer