Perenteler Joris Wisse: De prijs is goed, maar ik mis de kilo’s
Door het grillige weer in het voorjaar hangen er minder peren in de Nederlandse boomgaarden dan vorig jaar. Dat is ook de ervaring van fruitteler Joris Wisse uit het Zeeuwse Anna Jacobapolder. „De prijs is goed, maar ik mis de kilo’s.”
Sinds donderdag is Wisse met een ploeg van 28 Poolse seizoenswerkers volop aan het plukken. Ze begonnen met het ras conference, de meest geteelde peer in Nederland. In de loop van deze week komen daar de elstar-appels bij, gevolgd door peren van het ras doyenné du comice.
„De hoofdpluk duurt bij ons ongeveer drieënhalve week”, zegt Wisse. In die tijd oogst hij 11 hectare peren en 2 hectare elstar, de peren in één keer, de appels in drie rondes. Bij appels is namelijk belangrijk dat ze goed op kleur zijn: vruchten die op dat punt nog wat achterblijven, laat de teler wat langer hangen.
„Het beste is om het steeltje van de peer met twee vingers te pakken” - Joris Wisse, fruitteler
Dat plukken is een precies werkje, legt Wisse tijdens een rondgang door zijn boomgaard uit. „Het beste is om het steeltje van de peer met twee vingers te pakken en hem dan af te breken. Sommige plukkers draaien de vrucht, dat kan ook. Als er maar een steeltje aan blijft zitten, want anders gaat de peer rotten.”
Dat steeltje mag bovendien niet splijten, want dan is het „zo scherp als een mes” en kan het de schil van andere peren beschadigen.
Pluktrein
De plukkers leggen de vruchten op elkaar in grote kisten, op karretjes achter een kleine trekker. Zo’n ”pluktrein” rijdt stukje voor stukje met hen mee tussen de rijen bomen. Zitten alle kisten vol, dan worden ze naar het erf gebracht.
Wisse teelt in totaal 18 hectare hardfruit. Na de hoofdpluk volgt begin oktober nog 5 hectare sprank, een appelsoort die in Nederland exclusief voor de Albert Heijn wordt geteeld. „Een hele lekkere appel, die jaarrond in koelcellen bewaard kan worden”, zegt de fruitteler.
Dat bewaren doet hij zelf niet. Wisse verkoopt vrijwel al zijn fruit ”op het hout”: de oogst gaat meteen per vrachtwagen –deze weken twee per dag– naar zijn vaste afnemer in het Zuid-Hollandse Ameide. Daar worden de peren en appels gesorteerd en in speciale bewaarcellen opgeslagen.
Ook elders in het land komt de appel- en perenpluk deze dagen op gang. Dat is wat vroeger dan in een gemiddeld jaar, maar de oogst zal kleiner zijn dan in 2023. De brancheorganisaties GroentenFruit Huis en NFO verwachten 9 procent minder peren en 1 procent minder appels.
„In een normaal jaar plukken we honderd peren van een boom, nu verwacht ik er 80 tot 85” - Joris Wisse
Op het eerste gezicht hangen Wisses conferencebomen vol mooie, dikke peren, maar de teler kijkt met kennersoog. „Ik mis er veel”, zegt hij. Hij wijst naar plekken waar volop blad aan de takken zit, maar waar nauwelijks vruchten hangen. „In een normaal jaar plukken we honderd peren van een boom, nu verwacht ik er 80 tot 85”, zegt hij. De ”comicen” laten het helemaal afweten: daar rekent hij op een halvering van de oogst.
Hagel
Belangrijkste oorzaak is volgens de fruitteler hagelschade begin april, net na de bloei van de peren, toen de vruchtjes werden gevormd. „Daar hebben telers in heel het land mee te kampen gehad”, stelt hij. Hij kan het weten, want naast zijn eigen bedrijf werkt hij parttime bij de Centrale Adviesdienst Fruitteelt. Als adviseur van deze organisatie bezoekt hij fruittelers in alle regio’s.
„Hagel veroorzaakt stress bij de bomen. Dan laten ze bij de junirui extra vruchtjes vallen”, zegt Wisse. Doyenne du Comice is daar volgens hem heel gevoelig voor. „Conference kan er beter tegen.”
De appels, die wat later bloeien dan de peren, hebben minder hagelschade maar kregen toch een tikje. Telers van sprank beschermen hun appelbomen met hagelnetten. „Maar die had op dat moment nog niemand dichtgetrokken. We laten hagelnetten tijdens de bloei open, omdat dat beter is voor de vruchtzetting.”
Ook de vele regen van dit jaar eist zijn tol. Schimmels gedijen bij nat weer, wat telers noopt tot vaker een chemische bestrijder te spuiten. De sprankappels zijn zo hard gegroeid dat een deel van de vruchten groeischeurtjes vertoont. Die zijn onverkoopbaar.
Een bijkomende zorg van de Zeeuwse teler is dat door de regen de paden tussen zijn bomen kapotgereden zijn. „Dat gebeurde al bij de appelpluk in oktober vorig jaar, en daarna is het lange tijd niet meer droog geweest”, zegt hij. Hij laat een paar foto’s zien waarop in de paden water staat en een trekker is blijven steken in de modder. „Ik heb intussen wel nieuw gras ingezaaid, maar dat heeft nog nauwelijks de tijd gehad om te groeien.”
Oorwormen
Wisse blijft optimistisch over zijn vak. Hij ziet hoopgevende ontwikkelingen, zoals de komst van schurftresistente appels, betere technieken om de bomen langer vitaal te houden en de toenemende inzet van biologische bestrijders. „Kijk, daar zitten mijn grote vrienden”, wijst hij op zakjes gevuld met stro die tussen de bomen hangen: schuilplaatsen voor oorwormen, die de schadelijke perenbladvlo opeten.
De Zeeuw geeft vaak rondleidingen op zijn bedrijf, aan collega’s maar ook aan consumenten. Zijn vrouw Miranda runt een boerderijwinkeltje en een kleine kinderboerderij. „We vinden het belangrijk mensen te vertellen over ons werk. Vaak hebben ze vooroordelen, bijvoorbeeld over bestrijdingsmiddelen. Maar met één keer koffie drinken krijg je daar meer resten van binnen dan met een jaar lang fruit eten.”