Vreemd blijft het, die hervatting van de rechtszaak tegen ds. Latzel
Begint de rechtszaak tegen ds. Olaf Latzel (56), die in 2022 was vrijgesproken, maar die woensdag wéér voor het hekje staat, soms trekken te krijgen van een politiek proces? Het hervatten van deze slepende zaak roept in elk geval veel vragen op.
Vrijdagmorgen, 20 mei 2022. Opluchting tekent zich af op het gezicht van de bekende Bremer predikant ds. Olaf Latzel, zijn vrouw, dochter en enkele aanwezige gemeenteleden. Vrijgesproken! Eindelijk verlost van de drukkende last een volksophitser te zijn.
Jawel, oordeelt rechter Hendrik Göhner, vanuit sociaal oogpunt zijn de uitspraken die ds. Latzel in oktober 2019 op een huwelijksseminar deed „meer dan onthutsend”. Dat ds. Latzel toen sprak over homoseksualiteit als een „degeneratieve samenlevingsvorm”, dat hij over een deel van de homolobby sprak als over „die criminelen van Christopher Street Day” en dat hij woorden gebruikte als „gendertroep” die „een aanval op Gods scheppingsordening” betekent en „ten diepste duivels en satanisch” is; dat alles droeg, aldus Göhner, bepaald niet bij aan een klimaat „waarin alle mensen goed met elkaar omgaan”.
Maar… dat het Amtsgericht Bremen (de kantonrechtbank) de predikant in november 2020 schuldig achtte aan het vergrijp van volksophitsing en hem veroordeelde tot een boete van 8100 euro, daarmee sloeg deze lagere rechtbank de plank toch echt mis. Nee, zegt Göhner in mei 2022 namens een hogere rechtbank, het Landgericht Bremen, dat ds. Latzel in 2019 homo’s opzettelijk wilde beledigen kan absoluut niet bewezen worden. Daarom: vrijspraak. En een streep door de eerdere veroordeling.
Korte duur
Helaas was de vreugde van ds. Latzel en de zijnen slechts van korte duur. Want zoals de predikant destijds in hoger beroep ging tegen de veroordeling door het Amtsgericht, zo ging het parket van Bremen in beroep tegen de vrijspraak door het Landgericht. Met als resultaat dat het Oberlandesgericht –dat de zaak inhoudelijk niet opnieuw deed, maar die alleen checkte op eventuele procedurele fouten of tekortkomingen– op 23 februari 2023, tot grote teleurstelling van de predikant van de Bremense Martinigemeente, deze vrijspraak vernietigde .
Argument: het Landgericht Bremen had het besluit tot vrijspraak onvolledig gemotiveerd. De vermeend ophitsende uitspraken van ds. Latzel waren immers afkomstig uit een lezing van drie kwartier. Het Landgericht had in zijn motivering slechts fragmenten daaruit geciteerd. Volgens de rechters van het Oberlandesgericht had het betoog van de predikant in zijn geheel in de motivering van het vonnis moeten worden opgenomen. Want wellicht hadden passages die het Landgericht had weggelaten nog een verwijzing kunnen bevatten naar het strafbaar aanzetten tot haat…
Excuses
Het onderuit schoffelen van de vrijspraak lokte anderhalf jaar geleden in Duitsland meteen pittige reacties uit. Zoals die van de voorzitter van de Christelijke Politiebond, de Hamburgse rechercheur Holger Clas. Volgens hem schudden veel politiemensen verbaasd het hoofd als zij van de rechtszaak tegen ds. Latzel horen. „Hier wordt al drie jaar lang een evangelische dominee strafrechtelijk vervolgd die meerdere malen zijn excuses heeft aangeboden voor zijn uitlatingen”, zei Clas onthutst tegen het Duitse persbureau IDEA.
De politievoorman wees erop dat in zijn land veel strafzaken worden geseponeerd en dat zware criminelen soms uit hun voorarrest worden vrijgelaten omdat strafzaken niet tijdig kunnen worden behandeld. „Bij een dergelijk gebruik van middelen door de rechterlijke macht (bedoeld wordt het Oberlandesgericht, AdJ) kan snel de indruk ontstaan dat externe politieke overwegingen op de achtergrond meespelen”, luidde zijn uitsmijter. „De rechterlijke macht bewijst zichzelf hiermee geen dienst.”
In eenzelfde geest liet de advocaat van ds. Latzel, dr. Sacha Böttner, zich direct na de uitspraak ten overstaan van journalisten in de rechtszaal uit. „Wij hebben de indruk dat dit een politiek proces is”, verklaarde Böttner. „Laten we het zo zeggen: juridische redenen kunnen niet meer verklaren waarom een dominee drie jaar later voor de vierde keer voor de rechter wordt gesleept voor enkele uitspraken waarvoor hij zich steeds weer heeft verontschuldigd. En de redenering van de rechters van het Oberlandesgericht Bremen maakt het moeilijk om in hun onpartijdigheid te geloven.”
Schijnproces
Stevige taal. Rechters die partijdig zijn? Een politiek proces? Met zulke termen moet je altijd voorzichtig zijn. Ze roepen, in hun meest extreme vorm, herinneringen op aan het schijnproces tegen Kamenev en Zinovjev, vooraanstaande communisten die in 1936 door toedoen van ‘kameraad’ Stalin in de toenmalige Sovjet-Unie ter dood werden veroordeeld. Of aan ongure showprocessen in nazi-Duitsland.
En zelfs als iemand beweert dat hij dáár natuurlijk niet op doelt, maar slechts het oog heeft op een situatie waarin een rechter zijn eigen levensbeschouwing en politieke visie of de publieke opinie mee laat wegen in zijn vonnis, moet hij op zijn tellen passen. Zo iemand ondergraaft, voor hij het weet, elk vertrouwen van burgers in de rechterlijke macht als geheel.
Op dat gevaar wees ook Ybo Buruma, hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht in Nijmegen en raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden, toen hij zich in 2016 in het Nederlands Juristenblad uitliet over de steeds vaker in het publieke debat gebruikte term ”politiek proces”. Pas ervoor op, schreef hij met zo veel woorden, om –ook in de beeldvorming– de termen ”politiek” en ”rechtspraak” zomaar met elkaar te verknopen.
Die twee levensterreinen verschillen van elkaar als dag en nacht, stelde de bekende jurist. Politici zijn afhankelijk van het oordeel van het publiek. Rechters vertolken in hun vonnissen nooit zomaar individuele of politieke meningen, maar zij passen op een ambachtelijke wijze wetsbepalingen toe op concrete situaties, betoogde Buruma. Is in de wiskunde een plus een altijd twee? En is die uitkomst niet afhankelijk van de publieke opinie? Nou, zo is het ook bij een rechterlijk vonnis.
Suggesties
Toch valt best te begrijpen dat het vonnis van het Oberlandesgericht tot eerdergenoemde suggesties en speculaties leidt. De uitspraak van mei 2023 is er immers een die op zijn zachtst gezegd vragen oproept. Jazeker, in de schriftelijke motivering van de vrijspraak citeert het Landgericht ‘slechts’ vier uitspraken die ds. Latzel in het gewraakte huwelijksseminar deed en die mogelijk strafwaardig zouden zijn. Maar dat betekent toch niet dat deze rechtbank geen kennis genomen zou hebben van de rest van het (drie kwartier durende) seminar?
Wie in mei 2022 de vier zittingsdagen volgde, weet dat het tegenovergestelde het geval is. Al op de eerste dag, maandag 9 mei, besteedde de rechtbank maar liefst 105 minuten aan het volledig afluisteren van de geluidsopname van het complete seminar. Maar net als het Amtsgericht dat ds. Latzel eerder tot zijn geldboete veroordeelde, vond ook het Landgericht in de lange lezing van de Bremer predikant dus niet meer dan vier zinnen die als mogelijk opruiend beschouwd konden worden.
Het argument van het Oberlandesgericht dat de vrijspraak van ds. Latzel ongeldig is omdat in de motivéring ervan niet de tekst van het hele seminar is opgenomen, noemde de juridisch geschoolde IDEA-journalist David Wengenroth vorig jaar daarom „een bizarre redenering. De beslissing van de rechters van het Oberlandesgericht Bremen zet het beginsel ”in geval van twijfel kiezen voor de verdachte” vrijwel op zijn kop. Volgens deze logica kan elke vrijspraak ongedaan worden gemaakt als er ook maar een vaag vermoeden bestaat dat in een lagere rechtbank iets belastends over het hoofd is gezien.”
Absurditeit
In het commentaar dat Wengenroth vorig jaar voor IDEA schreef, wees hij op nog een andere absurditeit. Want heeft jurisprudentie van het Bundesgerichtshof, het hoogste gerechtshof in Duitsland, niet juist bepaald dat rechtbanken vonnissen níét uitgebreid mogen motiveren? Die bepaling wordt door het Oberlandesgericht blijkbaar geheel genegeerd. Als het Landgericht in mei 2022 het hele huwelijksseminar had uitgetypt, zou het vonnis vermoedelijk negentig bladzijden dik zijn geweest. Wengenroth: „En dat zonder inhoudelijke toegevoegde waarde.”
Dat ds. Latzel woensdag weer voor het gerecht moet verschijnen, is voor Marius Timmermans, bestuurslid van Stichting Vrienden van Heidelberg en Dordrecht, een zaak van gebed. „Ja, ik bid beslist voor hem. Of de Heere geven wil dat de komende rechtszaak weer mag eindigen in vrijspraak. Die jongen voert in zijn land en in zijn kerk een eenzame strijd. Wij Nederlandse protestanten hebben, vind ik, de plicht hem te steunen. Ook omdat wij, door Gods goedheid, eeuwen geleden vanuit Duitsland de drie sola’s van de Reformatie overgedragen hebben gekregen.”
Ds. Latzel heeft „iets van de moed van Luther”, stelt Timmermans, „om tegen de meerderheid en tegen kerkelijke of politiek gezaghebbers in op te komen voor Bijbelse waarden”. De inwoner van Veen, lid van de gereformeerde gemeente aldaar, geeft toe dat de predikant uit Bremen soms boude taal bezigt. „Maar daar heeft hij ook echt wel wat van geleerd. Voor zijn wijze van uitdrukken heeft hij excuses aangeboden.”
Timmermans, die de Martinikerk en ds. Latzel in het verleden regelmatig bezocht, ook wel met groepen Nederlanders, bidt dat de predikant de vrijmoedigheid mag blijven krijgen om publiekelijk voor zijn opvattingen uit te komen. „Want let wel: wat daar in Duitsland gebeurt, is voor Bijbelgetrouwe Nederlandse christenen een oranje knipperlicht.”
Als dr. M. (Marten) Visser de gang van zaken rond ds. Latzel op zich laat inwerken, verbaast hij zich erover „dat op de een of andere manier de Bijbelse visie dat homoseksuele relaties niet naar Gods wil zijn, voor seculier Europa hét grote probleem vormt van het christendom.” De predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland en missionair directeur van GlobalRize vindt dat raar. „De meeste mensen zouden zich veel meer aangesproken mogen voelen door wat de kerk leert over ongehuwd samenwonen, overspel en echtscheiding.”
Maar goed, als dit dan het front is waar de strijd gevoerd moet worden, dan moet dat maar, zegt de theoloog die zelf ook weleens onder vuur ligt vanwege opvattingen die afwijken van de mainstream. „We zijn gezegend met mensen die zich duidelijk blijven uitspreken en zich niet laten intimideren, zoals ds. Latzel en ook de Finse politica Rasanen.”
Nederlandse christenen moeten achter hen blijven staan „door gebed en door hetzelfde te durven blijven zeggen”, vindt ds. Visser. „Want vergis je niet, als onze eigen leiders niet meer een duidelijk geluid durven te laten horen, wordt onze jeugd volkomen meegezogen met de wereldse opvattingen over seksualiteit. Een gezonde Bijbelse kijk ontstaat niet zomaar. Die moet onderwezen en verdedigd worden.”