De wegenbouw is een sector waarin werknemers vaak worden geconfronteerd met zondagswerk. Projecten moeten snel worden afgerond, om zo min mogelijk overlast voor het verkeer te veroorzaken. Hoe ga je daar als christen mee om? Jan Talen uit Staphorst: „We moeten een lichtend licht zijn.”
Talen (42) werkt vanaf zijn jeugd in de bedrijfstak. „Direct vanaf school ben ik bij wegenbouwer KWS terechtgekomen.”
Hij is lang bij dat bedrijf gebleven. Het bood hem veel kansen en die greep hij met beide handen aan. Door middel van bijscholing en werkervaring vergrootte hij zijn kennis en hij maakte promotie. In 2021 kreeg Talen een aanbod van aannemingsmaatschappij Van Gelder en hij besloot over te stappen.
Frisse start
Een frisse start leek hem goed, al veranderde er qua werkzaamheden niet heel veel. Zijn functie als projectleider bevalt hem prima. „Dit is wat ik leuk vind en waarvoor ik talenten heb gekregen. Ik hoef niet nog hogerop te komen; ik groei liever in de breedte.”
Daarmee bedoelt Talen dat hij geniet van taken als het leidinggeven aan jonge mensen, klantcontact en het verbeteren van de sociale veiligheid binnen de organisatie. „Het gaat me steeds meer om de mens achter het werk.”
Die mens staat voor hem ook centraal als het gaat om zondagsarbeid. In veel sectoren, zoals de detailhandel, wordt steeds vaker op de eerste dag van de week gewerkt. In de wegenbouw gebeurt dat al heel lang, maar Talen heeft het gevoel dat er in de sector tegenwoordig juist een tendens is om minder te werken op de rustdag.
Veiligheid
„Dat heeft meerdere oorzaken. Bedrijven in de wegenbouw hebben een grotere invloed op de werktijden dan vroeger. Een kwestie van vraag en aanbod: de opdrachtgever heeft ons hard nodig. Daarnaast is er tegenwoordig meer aandacht voor veiligheid. Daardoor wordt sneller besloten om een bepaalde weg af te sluiten, waardoor we werkzaamheden vaker door de week kunnen uitvoeren.”
„Christenen in Nederland maken zich nogal eens zondig aan ”the Dutch sin”” - Jan Talen, projectleider aannemingsmaatschappij Van Gelder
Talen werkt uit principe niet op zondag. „Daar is altijd wel begrip voor geweest.” De wegenbouw is volgens hem een tamelijk conservatieve wereld. „Er werken relatief veel reformatorische mensen. Daar wordt rekening mee gehouden. Bij KWS was er bijvoorbeeld een asfaltploeg die niet op de rustdag werd ingepland.”
Soms ziet Talen zich wel voor dilemma’s geplaatst. „Stel dat er tijdens een klus problemen met een riool ontstaan. In zo’n situatie geloof ik dat ingrijpen op zondag verantwoord kan zijn.”
Spanningsveld
Lastiger vindt hij het dat hij anderen moet inroosteren voor werkzaamheden op de eerste dag van de week. „Bij KWS kwam dat regelmatig voor, bij Van Gelder gelukkig veel minder. Ik probeer het werken op zondag voor mijn mensen zo veel mogelijk te beperken, maar het blijft een spanningsveld. Ik kom wel mooie dingen tegen. Zo zijn er gemeenten die contractueel laten vastleggen dat projecten niet op de rustdag mogen worden uitgevoerd, al kost dat meer geld.”
Doordat Talen in contact met de klanten staat, kan hij af en toe een positieve invloed uitoefenen als het om zondagsarbeid gaat. „Soms mag ik een rem zijn. Zo kreeg ik het bij een project voor elkaar om de klus niet in het weekend maar op doordeweekse avonden uit te voeren. Dat is niet iets om trots op te zijn; ik ben dankbaar voor zulke kansen.”
Trouw
Jongeren die in de wegenbouw aan de slag willen, krijgen van Talen het advies om vanaf het begin duidelijk te maken dat ze de zondag willen eerbiedigen. „Als je wacht tot het op je pad komt, is het veel lastiger om nee te zeggen.” Hij raadt jonge mensen ook aan om trouw hun werk te doen. „Ik heb eens in een gesprek gezegd: ik ben 24/6 beschikbaar. Dat werd begrepen én gewaardeerd.”
Trouw zijn, maar niet doordraven. Talen: „Christenen in Nederland maken zich nogal eens zondig aan ”the Dutch sin”. Zo noemde een predikant het als mensen zo hard werken dat ze zondags in de kerk te moe zijn om te kunnen luisteren. We moeten een lichtend licht zijn. Dat houdt veel meer in dan niet werken op de rustdag.”