OpinieOpinie
Niet stilzitten maar ootmoedig banjeren door Gods schepping

„Wet- en regelgeving moet voor de wereldbevolking de toekomst veiligstellen, maar het verouderingsproces van de aarde is niet te keren”, aldus Kees Polderman (RD 5-7). Is het niet veelmeer zo dat wij onze taak voor de schepping bar slecht verstaan?

Kees Verrips
„Een stuk reflectie op mijn eigen handelen heeft niets met maakbaarheid te maken. Het is erover nadenken of we niet te veel door dat grote werk van God banjeren en daar een puinhoop van maken.” Foto: plasticvervuiling op de bodem van de Middellandse Zee. beeld iStock
„Een stuk reflectie op mijn eigen handelen heeft niets met maakbaarheid te maken. Het is erover nadenken of we niet te veel door dat grote werk van God banjeren en daar een puinhoop van maken.” Foto: plasticvervuiling op de bodem van de Middellandse Zee. beeld iStock

Polderman start zijn artikel met de winterse landschappen van Pieter Bruegel de Oude en de kleine ijstijd. Maar Bruegel schilderde niet om een exacte weergave van de werkelijkheid te geven. Of om als een wetenschapper zo eerlijk mogelijk een historisch feitelijke situatie te schetsen. De rauwheid van het leven, de hardheid van het bestaan, de ”struggle for life” (hij zal ’t wel anders gezegd hebben) bracht hij in beeld.  Winterse taferelen zijn dan bij uitstek geschikt om als basis voor een compositie te dienen.

„God zegt niet: Maakt niet uit wat je doet, Ik maak alles nieuw. Carpe diem!”

Polderman schrijft vervolgens over de Spaanse Armada. Hij benoemt dan deze historische opmerking (of is het een geloofsopmerking?): „Gods adem die ze verstrooide.” Maar zou deze opmerking representatief zijn voor de samenleving van toen, alsof men destijds in alles rekening hield met Gods hand? Deze suggestie komt een beetje goedkoop over. Immers, ook de Spanjaarden smeekten God om Zijn aanwezigheid bij hun operatie. De geschiedenis van de Spaanse Armada toont ons eerder dat heerszucht en hebzucht tot onberekenbare daden leiden. Afijn: allemaal geen wetenschap om de waarheid aan je kant te krijgen.

Balk en splinter

Ook in deze tijd horen we dergelijke oneliners als duiding van wat er in de wereld gebeurt. Zij het dat het wel wat zuur is dat wij in de westerse kerken, waar weldoorvoede, prachtig geklede mensen de kerkbanken bezetten, zo spreken over hongersnoden in Afrika, waar we vrijwel zeker door ons consumptiegedrag zelf aan bijgedragen hebben. Op zijn minst rechtvaardigen we onszelf weer of vergeten we de balk in eigen oog.

In de Heidelbergse Catechismus belijdt de gelovige dat alles wat er gebeurt, bedoeld is om God meer lief te hebben, Hem echt te vertrouwen en als Vader te (er)kennen. God schiep de wereld, gaf ons een plaats in Zijn werk en Hij was en is er ook Zelf in aanwezig. Dát is de levensgemeenschap zoals Hij die heeft bedoeld. De schepping, de mens en Hijzelf alomtegenwoordig. Na de zondeval hebben wij –hoe wonderlijk en onverwacht– een plekje behouden in die levensgemeenschap. We hebben nog steeds die betekenisvolle opdracht om de aarde te bouwen en te bewaren. En God bleef ook aanwezig, onverwacht genadig. Door Zijn zegenrijke aanwezigheid mogen we leven uit Zijn hand, door Zijn kracht en tot Zijn eer.

Maar hoe dan? Dat is de zoektocht naar een oneindig geheim waarvan we maar een klein stukje ontdekken, wanneer we spreken over de voorzienigheid van God. Daarin komen de zaken ons niet toevallig, maar uit Zijn hand toe.

„Niet alle rampen die wij waarnemen zijn als Gods handelen te duiden”

Puinhoop

Er wordt wel eens gezegd: „We zijn rentmeester.” Een rentmeester mag de rente van het kapitaal inzetten en moet zorgen dat het kapitaal in stand blijft. Als ik dan zie waar ik wel eens mee bezig ben, dan denk ik: o help, dát is niet wat ík doe! Hoe ga ik nu om met die opdracht van God? Een stuk reflectie op mijn eigen handelen, een stuk bezinning en ootmoed, een stapje terug doen.

Zo kijken naar wat je wel of niet doet, heeft niets met maakbaarheid te maken. Het is erover nadenken of we niet te veel door dat grote werk van God banjeren en daar een puinhoop van maken. Want God zegt niet: Maak niet uit wat je doet, Ik maak alles nieuw. Carpe diem!

Omkeren

Laten we ons eens bezinnen op het woord gerechtigheid. En na dit ten overstaan van God gedaan te hebben dit ook doen richting onze medemens en alle creaturen. En laten we dan gewoon eerlijk zijn: ons verstand is verduisterd en we verstaan onze taak bar slecht (en dat komt ons heel best uit). Als er dan iemand komt en daar de vinger bij legt (bijvoorbeeld in een klimaatrapport ), dan hebben we daar een vreselijke hekel aan. Want dan moet ik mij omkeren, mij van dat verkeerde gedrag afkeren en nieuw gedrag gaan vertonen. „Wie ben jij wel dat je me dat zeggen wilt? Ben jij wel van het goede beginsel?” vragen we dan. Nou, ’t kan zomaar zijn dat iemand van een totaal ander beginsel jou de weg wijst en je op je verkeerde handelswijze wijst. Dat is vervelend. Maar de Geest werkt op een wonderlijke en ongedachte wijze.

Het scheppingsprincipe gaat ervan uit dat God Schepper en Onderhouder is. Wij zijn slechts onderdeel van Zijn schepping. Wij moeten leren lankmoedig en ootmoedig te zijn, want God laat ons nog steeds in de schepping werken. Terwijl wij er niets van gemaakt hebben! God raapt ons op en zet ons weer aan het werk: „Kom maar achter die struiken vandaan!” Hoe wonderlijk is dat?! Ga ik dan stilzitten met de gedachte dat alles toch ouder wordt en op den duur zal vergaan? Nee, want we zien die wonderdoende God, Die zo lankmoedig over ons is dat we nog leven mogen. Hij heeft niet gezegd: Nu neem Ik die levenstaak van je af en zal Ik Zelf wel zorg dragen voor Mijn schepping, want jullie willen het niet doen zoals Ik het bedoeld heb. Jullie kunnen het niet, ik zet jullie aan de kant. Ik gebruik jullie gaven niet!

Gods bedoeling

Geen rekening houden met Gods beïnvloeding is een regelrechte ontkenning van Zijn bestaan en almacht. Anderzijds kunnen we niet alle rampen die wij waarnemen als Gods handelen duiden. Want in onze samenleving zijn ook duivelse machten aanwezig die hun invloed laten geleden. Die hebben liever dat de mens de eer krijgt in plaats van God.

Onderken daarom allereerst Gods heerlijke bedoeling met onze opdracht en de grote verantwoordelijkheid die we daarmee ontvangen. Zie Zijn zorg hierin en erken de duistere machten die eropuit zijn om de relatie tussen God en mens te beïnvloeden en ons af te trekken van het geloof, waarvan we belijdenis doen met hart en mond. Binnen NatuurGetrouw proberen we in liefde het gesprek rond deze thema’s te openen.

De auteur is imker, spreker en adviseur en medeoprichter van het netwerk NatuurGetrouw.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer