Ook met klimaatmaatregelen zal de wereld eens vergaan
De opwarming van de aarde is een ‘hot’ onderwerp. De IPCC, het klimaatpanel van de VN, heeft in 2023 een rapport uitgebracht over de klimaatveranderingen die ons te wachten staan. Wet- en regelgeving moet het tij keren en een leefbare toekomst voor iedereen veiligstellen.
Klimaatrampen die ons te wachten staan als er geen aanpassingen worden doorgevoerd, zijn: hittegolven, extreme neerslag en droogte. Zo’n 3,5 miljard mensen leven volgens het rapport in omstandigheden die hen kwetsbaar maken voor klimaatveranderingen. Het gaat dan over voedselonzekerheid en het verdwijnen van planten- en diersoorten als gevolg van de opwarming van de aarde en de daaraan verbonden zeespiegelstijging.
Kleine ijstijd
In het verleden was het net andersom. Er was toen een periode waarin de aarde afkoelde. Het schilderij ”Jagers in de sneeuw” van Pieter Bruegel de Oude uit 1565 geeft een ander beeld dan de overstroomde gebieden en bosbranden die we tegenwoordig vaak zien. Uit het dagboek van abt Wouter Jacobsz. weten we dat het in de zestiende eeuw in onze gewesten door strenge vorst „bitterkoud” kon zijn: „Het hagelde, sneeuwde en waaide ruw en dat duurde van Allerzielen (2 november) tot april het jaar daarop.” Hij schrijft dit toe aan „een vertoornde Heer, Die wil tonen hoezeer we zijn afgedwaald”.
Dominee David Schaller (1551-1630) ziet in koude tijden een aankondiging van de ondergang van de wereld. De bomen groeien langzamer en de wijngaarden verpieteren. Schaller vreest muiterij, opstand en oproer onder het volk en noteert dat er sinds 1510 in Pruisen niet minder dan twaalf aardbevingen zijn geweest. Volgens Schaller zijn dit duidelijke „voorboden van de jongste dag en de laatste aardbeving, waarin alle doden zullen ontwaken en uit hun graven zullen komen om te verschijnen voor de rechterstoel van Christus”.
Dat de Spaanse Armada in 1588 door Gods adem verging, wordt heden ten dage door velen niet meer geloofd. Temperatuurverschillen tussen warme luchtmassa’s en het zich uitbreidende pakijs vanuit Groenland zouden destijds de grote vernietigende storm hebben veroorzaakt. Deze poolstorm in september redde Engeland van een Spaanse invasie, is hun verklaring.
Het werd koeler en de weersomstandigheden werden extremer. In twaalf winters tussen 1565 en 1695 vroor de Britse rivier de Theems dicht en werden er ”frost fairs” op het ijs gehouden: wintermarkten met duizenden bezoekers. Deze periode gaat de geschiedenis in als de kleine ijstijd.
Wijnoogsten waren in Europa de graadmeters. In koele jaren schoof de oogstdatum op omdat de druiven langzamer rijpten. Wijnen uit koude jaren waren amper te drinken. De opeenvolgende slechte oogsten tussen 1587 en 1594, met lage opbrengsten en zure wijnen, brachten wijnboeren aan de rand van een faillissement. Gletsjers in Zwitserland en Frankrijk breidden zich uit en slokten bergweiden en berghutten op. Totaal anders dan de smeltende gletsjers en de steeds hogere sneeuwgrens in de Zwitserse Alpen waarover wintersporters nu klagen.
Duiding
Het zal duidelijk zijn dat de duiding van de weersveranderingen in onze geseculariseerde wereld heel anders is dan toen. In de natuurverschijnselen werd vroeger ”Gods hand” gezien en dat zette aan tot boetedoening, berouw en bekering. Nu zijn wetenschappelijke verklaringen leidend. De coronapandemie werd eerst en vooral met vaccins bestreden.
Echter, ook vroeger werden evengoed andere oorzaken voor misoogsten gezocht en gevonden. Bekend zijn de heksenverbrandingen uit die tijd. Heksen (”booswichten”) werden vaak aangewezen als de veroorzakers van onheil. Nu worden de boeren, vissers en vliegmaatschappijen door klimaatdeskundigen en politici als veroorzakers van de problemen gezien. Zij moeten hun bedrijfsvoering aanpassen of verplaatsen of worden uitgekocht.
Echt duurzaam
Natuurverschijnselen hebben in onze wereld niet langer een geestelijke betekenis. Met man en macht wordt gestreefd naar het ‘in harmonie brengen’ van de natuurwetten. Bij velen leeft de idee dat de samenleving maakbaar is als op tijd de juiste maatregelen worden genomen. Klimaatwetenschappers leveren daarvoor modellen aan. Daarop baseren nationale en Europese overheden hun beleid om te komen tot een ‘duurzame samenleving’.
Christenen weten dat zij de schepping niet mogen exploiteren, maar rentmeesters moeten zijn. Dat mede door hun toedoen en materialistische levensstijl „de hele schepping zucht” (Romeinen 8:18-22). Ze weten echter ook dat de aarde „als een kleed zal verouden” (Psalm 102). Dat het verouderingsproces niet te keren is met wetten, akkoorden en maatregelen die bedoeld zijn om onze toekomst voor de komende eeuwen veilig te stellen en te verbeteren. Bovendien, onbeheersbare aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen, bosbranden, tornado’s en orkanen zijn volgens de Bijbel (Lukas 21:25-33) „tekenen van de tijden” die aan de wederkomst van de Zoon des mensen voorafgaan.
Een echt duurzame aarde is voor christenen deel van het heil dat wacht: de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont (2 Petrus 3:13). Deze zal veel meer omvatten dan de ‘klimaatrechtvaardigheid’ waar seculiere wereldverbeteraars zich voor inzetten.
De auteur is econoom en historicus.