AI toepassen op de Bijbel vraagt om duidelijke kaders
Een robot voor de klas, daar zit niemand op te wachten. Maar een slimme assistent van de huisarts, die nooit een ingesprektoon geeft? Of een kunstmatige psycholoog, met wie je midden in de nacht kunt chatten? Of een hulpje voor de dominee, in de vorm van een vraag-het-de-Bijbel-app?
Zinvolle antwoorden geven op vragen over de Bijbel, daar draait een robot zijn hand niet voor om. De Evangelische Omroep (EO) en het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) hebben hun eerste voorzichtige stappen gezet op het glibberige pad van kunstmatige intelligentie (AI). In een zogenaamd Bijbellab kunnen bezoekers vragen stellen aan een machine die ‘graaft’ in de tekst van de Bijbel en op basis daarvan antwoorden samenstelt. In de eenvoudige vorm, zoals het NBG die aanbiedt, lijkt dat op een veredelde concordantie, een slimme manier van zoeken in de Bijbel en in verwante documenten. De EO biedt daarnaast een speelsere variant aan. Bijbelse personen worden uitspraken in de mond gelegd die ze nooit gedaan hebben, of zij raken met elkaar in gesprek terwijl ze in werkelijkheid in heel verschillende perioden hebben geleefd.
Deze twee toepassingen van AI geven een goede indruk van zowel de mogelijkheden als de gevaren van kunstmatige intelligentie. Daarbij moet zwaar meewegen dat het hier niet alleen gaat om gebruik van AI voor een huiswerkopdracht of onderzoek naar bijvoorbeeld Bijbelse topografie. De chatbot geeft ook antwoord op heel persoonlijke vragen, zoals: „Wat moet ik doen om zalig te worden?” Het lijkt onverstandig om zo’n kwestie aan een apparaat voor te leggen, maar voor jongeren is die drempel een stuk lager dan de drempel van de pastorie.
Op deze existentiële vraag reageert de app keurig, met verwijzing naar het antwoord dat Paulus geeft aan de gevangenbewaarder van Filippi. Maar de fantasietoepassing van de EO, ”BijbelBabbels Live” , laat zien wat er óók kan gebeuren als je de deur naar AI openzet. Wat is bedoeld als poging om een brede groep gebruikers aan te spreken, ontaardt in luchtig en profaan cabaret waarin de essentie van de Bijbelse boodschap ten enenmale ontbreekt.
De EO kiest voor deze vorm omdat het snel wil inspelen op een nieuwe techniek die inderdaad grote mogelijkheden biedt. Maar de prijs daarvoor is hoog: „Let op: deze AI kan sporen van onjuistheid en fantasie bevatten”. Is dat een aanvaardbaar risico, als het gaat om de Bijbel en om de kwestie van eeuwig wel of eeuwig wee? In NRC betitelde een woordvoerder van de EO deze vragen rond het project als een „duivels dilemma”. Dat is een slecht vertrekpunt om het brede publiek kennis te laten maken met de Bijbel. AI is zonder meer een waardevol hulpmiddel, ook voor onderzoek van de Bijbel, maar het gebruik ervan vraagt om duidelijke kaders.