**„Een lied Hammaäloth, van David.”

Psalm 122:1**

Vorig jaar lazen we in de zomerperiode Psalm 121. Dit jaar lezen we gedurende negen weken het volgende pelgrimslied: Psalm 122. Het is het derde lied van een serie van veertien (Psalm 120 tot en met Psalm 134) die de liederen van de opgang worden genoemd. Ze werden door de Israëlieten gezongen als ze voor de grote feesten opgingen naar de tempel in Jeruzalem. De stad waar de aardse koning zetelde, maar belangrijker, waar ook de hemelse Koning Zijn woning had en waar ark en altaar stonden. Wat koning David betreft: hij staat als de dichter van deze psalm genoemd.