Hier werden giften voor Israël aan besteed
Nederlanders trokken na 7 oktober 2023 massaal hun portemonnee voor Israël. Alleen al bij drie christelijke hulporganisaties kwam samen meer dan 8 miljoen euro binnen. Hoe is dit geld, een jaar later, ingezet?
De vreselijke beelden sijpelden in Nederland langzaam binnen op zaterdagmorgen 7 oktober vorig jaar. In luttele uren werd duidelijk dat Hamas op grote schaal dood en verderf zaaide in kibboetsen rond de grens met Gaza en op het Novafestival. Al snel kwamen hulpacties op gang.
Die acties sloegen aan, blijkt uit navraag bij Christenen voor Israël (CvI), het deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten en Stichting Steun Messiasbelijdende Joden (SSMJ). Zo werd er door CvI in 2023 zo’n 3,6 miljoen euro opgehaald voor noodhulp. Inmiddels is dat bedrag bijna verdubbeld. Bij het deputaatschap ging het tot op heden om ongeveer 1,2 miljoen euro en bij SSMJ om zo’n 2,5 ton. De inkomsten van SSMJ stegen in 2023 met bijna 45 procent.
De bereidheid om te geven was en is dus groot. Wat gebeurde er met het opgehaalde geld?
Al op maandag 9 oktober boog het deputaatschap zich over de vraag hoe zij kunnen voorzien in de nood na het bloedbad, vertelt Johan de Jong, algemeen secretaris. Het deputaatschap sloeg de handen ineen met onder meer Stichting Steunfonds Israël/Isaac da Costa.
Winterkleding
In die eerste weken ging het opgehaalde geld, via Messiaanse contacten, vooral naar praktische zaken om acute nood te verlichten, zegt De Jong. „We gaven winterkleding aan mensen die hun huizen ontvlucht waren in zomerkleren. En we deelden voedselpakketten uit aan ontheemden.”
Het oproepen van 300.000 reservisten direct na 7 oktober trok een wissel op de hele maatschappij. „Kostwinners lieten alles uit hun handen vallen en renden naar hun basis. Ineens staat een moeder er dan, soms maandenlang, alleen voor. De overheid compenseert, maar toch zijn er schrijnende situaties waar mensen inkomsten mislopen.”
„Kostwinners lieten alles uit hun handen vallen en renden naar hun basis” - Johan de Jong, algemeen secretaris deputaatschap voor Israël
Hoewel de gezondheidszorg in Israël op orde is, kon die de enorme vraag op 7 oktober en daarna niet aan, zegt De Jong. „Er waren zo’n 14.000 gewonden. Ziekenhuizen moesten acuut hun capaciteit uitbreiden. Wij hebben onder meer bijgedragen aan een mobiel röntgenapparaat.”
Ook in 2024 bleven de giften binnenkomen. Inmiddels is de focus van de steun verlegd, zegt De Jong. „We geven nu aan projecten rond traumahulpverlening.” Zo draagt het deputaatschap bij aan een huis in Poria, bij het meer van Galilea, dat Messiaanse Joden hebben gekocht en opgeknapt. Op termijn moeten soldaten die worstelen met een trauma daar worden opgevangen en een luisterend oor krijgen.
Slaapzakken
SSMJ heeft het opgehaalde bedrag voor noodhulp, in totaal zo’n 2,5 ton, in zijn geheel bestemd voor het Netivah Centrum, vertelt penningmeester Pim van den Ent. In dat centrum krijgen Messiaans-Joodse jongeren normaliter trainingen voor ze het leger in gaan.
Na 7 oktober werden er vanuit Netivah kleding en slaapzakken uitgedeeld aan reservisten die in allerijl werden opgeroepen. Door de haast van de mobilisatie was er niet genoeg materiaal beschikbaar bij het leger, vermoedt Van den Ent. „Op dit moment is er geen gebrek meer. Wel worden er nog altijd evacués opgevangen op het terrein van Netivah.”
Schuilkelders
Niet minder dan zo’n 7 miljoen haalde CvI sinds 7 oktober vorig jaar op voor noodhulp in Israël. Directeur Frank van Oordt is er blij mee. „De nood is nog steeds heel hoog. De oorlog is nog niet afgelopen.” De organisatie is nog bezig alle gelden te besteden.
De eerste tijd na 7 oktober ondersteunde CvI vooral projecten die Israëliërs bescherming boden. Zo werd er bijgedragen aan de bouw van schuilkelders waar de overheid niet direct kon helpen. Ook gaf CvI geld aan activiteiten voor gezinnen die ineens in een hotelkamer moesten leven. Ook draagt CvI bij aan therapie en begeleiding voor mensen die door het geweld getraumatiseerd zijn.
Met eigen ogen zag Van Oordt hoe kibboetsen volledig zijn verwoest. „Er is veel geld nodig voor herbouw. De overheid draagt daaraan bij, maar er blijft veel nood bij de getroffen gezinnen.”
„Er is veel geld nodig voor herbouw” - Frank van Oordt, directeur Christenen voor Israël
Niet alleen het geld op zich, ook de betrokkenheid die daaruit blijkt, heeft goedgedaan in Israël, zeggen alle woordvoerders. Algemeen secretaris De Jong: „Onze Joodse vrienden hebben vaak het idee dat ze alleen staan. Het effect van christenen die meeleven en steunen kunnen we moeilijk overschatten.”